Herinneringen van Kloosterman en Bon
Opgetekend door Roei!-redacteur Dominique Vrouwenvelder
Maarten Kloosterman (82) en Piet Bon (78) zaten samen in de mannen acht die voor Nederland uitkwam tijdens de Olympische Spelen in Mexico-Stad 1968. Roei! luisterde mee terwijl deze twee oudgedienden herinneringen ophaalden.

Maarten: “Weet je nog, Piet? De mannen van de Duitse ‘Ratzeburger Achter’ hadden privé chauffeurs en eigen Mercedes wagens, maar wij gingen met de olympische bussen. We zaten helemaal achterin en speelden een spelletje waarin we gingen raden aan welke sport de atleet meedeed. Worstelaars hadden bloemkooloren en aan de schouderpartij kon je inschatten of iemand meer een gewichtheffer was of een hardloper.”
Piet: “Ja en tijdens deze spelen werd de Fosbury Flop voor het eerst op een internationaal toernooi gebruikt in het hoogspringen. Amerikaan Dick Fosbury won toen goud. En de Amerikaan Bob Beamon sprong bijna negen meter ver. Dat record heeft stand gehouden tot in de jaren negentig.”
Maarten: “We konden toen veel andere sporten bekijken. Net als nu kregen deelnemers een kaart om hun nek hangen waarmee ze toegang krijgen tot de sportfaciliteiten. Het roeien was de eerste week. We hebben destijds wel de openingsceremonie overgeslagen omdat we de volgende dag moesten roeien, maar na afloop van het roeitoernooi hebben we allemaal andere sporten bezocht. Je kon het zo gek niet bedenken of we hebben het gezien.”
Piet: “En terwijl er Mexicanen demonstreerden tegen sociaal onrecht waren er heel veel enthousiaste locals die je wilden helpen. Ze wilden ons overal naartoe brengen, zelfs als ze eigenlijk onderweg waren naar de andere kant van de stad. Overal was feest en waren mensen met grote hoeden en gitaren, de mariachi’s.”
Maarten: “De Spelen, maar ook de sporten zelf zijn veel professioneler geworden. Ik weet nog dat mijn dieet voor een groot deel uit gevulde koeken bestond. Dat zou nu zeker niet meer kunnen.”
Piet: “Maar we hadden wel als een van de eersten een inspanningsfysioloog en een hoogleraar voedingsleer die meekeek met onze voeding. Hij vertelde ons dat we te veel biefstukken aten.”
Maarten: “Piet en ik zijn allebei arts geworden. Hij huisarts en ik vrouwenarts. Niemand kiest zijn of haar dokter uit omdat hij ooit aan de Olympische Spelen heeft meegedaan. Voor mijn carrière hebben de Olympische Spelen niks gedaan denk ik, maar ik kan me voorstellen dat het anders is als je meer de zakenkant op gaat.”
Piet: “Soms refereren mensen er ineens aan. Dat had ik een paar weken terug nog. Dan hebben ze mijn naam ingevoerd in Google en daar staat het erbij.”
Maarten: “Ik golf, fiets en roei nog. Als mensen daar horen dat je aan de Olympische Spelen hebt meegedaan word je soms met wat ontzag behandeld. Soms denken mensen dat we goud hebben gewonnen en dat moet ik helaas toch ontkennen.”
Piet: “De Ratzeburger Achter was wel echt de terechte winnaar, maar er had voor ons wel meer ingezeten. We kamen in de verkeerde herkansing terecht.”
Maarten: “Op een fractie van een seconde zijn we door de Australiërs uit de finale gehouden en zij pakten later het zilver. De Russen hadden we eerder al eens verslagen en zij pakten het brons. Wij moesten het doen met de kleine finale en ik vond het mentaal moeilijk om mezelf daarvoor te motiveren.”
Piet: “Het bijzondere van onze acht is dat we relatief weinig roei-ervaring aan boord hadden. Vier jaar voor de Spelen had meer dan de helft nog nooit geroeid. De Duitsers waren de terechte winnaar en verder waren er een hoop ploegen vlak bij elkaar.”
Maarten: “We hebben daardoor gelukkig niet het plezier in de roeisport verloren. Piet roeit zelfs nog drie keer per week als hij de kans krijgt. Als er belangrijke wedstrijden zijn van ‘TeamNL Roeien’ dan kijk ik dat helemaal via mijn iPad.”