Kamprechter Tom van er Lelij houdt ons in woord en beeld op de hoogte van achter de schermen van de Olympische Spelen. Hij is een van de 20 kamprechters.
Lees alle bijdragen over Tokyo 2020 via deze link: roei.nu/category/os-tokio/
Nog vroeger beginnen
Nu er slecht weer komt en het wedstrijdschema is aangepast beginnen we al om 8 uur met roeien. Dat betekent jurymeeting 6.30 uur en met de eerste bus van 5.35 uur naar de baan. Ik ontbijt niet en ga direct naar de bus. Na de check-in op de baan raak ik aan de praat met Peter Cookson, voorzitter van de indoor rowing commission van FISA. Hij zit hier met o.a. met onze Henk Jan Zwolle in de fairnesscommissie en besluit over eventuele maatregelen om de wedstrijden zo eerlijk mogelijk te laten verlopen. Sinds de WK roeien 2014 A’dam zijn we ook in Nederland veel meer met fairness gaan doen. Ik ben daar intensief bij betrokken met anderen en vertel over de nieuwste weerapps die in Nederland zijn ontwikkeld door Mark Greefhorst en de matrix met maatregelen die daar bij hoort. Hij vertelt dat Henk Jan ze heeft laten zien en is onder de indruk. Het bevestigt dat we daar volgens mij op de goede weg zijn. Door de standaardisatie die we in Nederland nastreven kun je op elke baan waar je maar wil onderbouwd fairness gaan toepassen.
Voordat we met de jurymeeting beginnen is er een bijzonder ritueel: the spitting umpires. Elke dag moeten we een buisje spuug inleveren, de saliva test. Nadat ik in Nederland twee keer met een PCR-test in de neus ben mishandeld blijft het hier beperkt tot een dagelijks spuugje inleveren. De een staat wat meer in de hoek de ander doet het gewoon in de groep. Het levert de nodige hilarische opmerkingen op en zorgt voor de broodnodige ontspanning voor de serieuze jobs die eraan zitten te komen.
Een wit t-shirt
Na drie dagen starten ga ik naar het inkomende ponton van de control commissie. Als ik nog even met Patrick Rombaut iets over lengte van sokken en uniformiteit bespreek is iedereen weg en ga ik snel die kant op. Ik blijk toch de eerste te zijn, waar is iedereen? Niet lang daarna druppelt iedereen binnen, gelukkig. Ik help graag eerst het uitgaande ponton opstarten van de werkverdeling: je doet weer wat vaardigheid op voor verderop in het toernooi en omdat het altijd even zoeken is naar de juiste werkverdeling is het fijn als je je collega’s even kunt helpen. Een roeister uit een roeiontwikkelingsland waar World Rowing veel geld en moeite in investeert om roeien een wereldwijde sport te laten zijn, komt met een wit dik katoenen t-shirt aanlopen. Ik vraag haar om haar wedstrijdtenue te laten zien. Haar coach meldt dat ze vorige keer in paars roeide en nu een schoon wit shirt heeft aangetrokken. Ze heeft geen tenue van haar land. Toch ook wel vreemd dat je land geen tenue heeft, daarom pleeg ik even overleg en we besluiten het toe te staan. Het toont de niveauverschillen tussen de landen die participeren.
Welke boot moeten we wegen?
Ondertussen naderen de eerste races dus ik ga naar het inkomende ponton. Er staan heel veel hulpkrachten die allemaal geen of beperkt Engels spreken. We hebben al snel door aan wie we dingen kunnen vragen, zo kunnen we duidelijk laten maken wat er moet gebeuren. Ik zet mij onder een parasol met mijn verrekijker en nodig collega Manola Marinai uit Italië uit op de stoel naast mij. Vanaf hier hebben we tussen de twee pontons in goed overzicht. We proberen snel de juiste informatie te krijgen, want we moeten boten van de nummers 2 of 3 van een race wegen. Maar dan moet je wel de uitslag hebben! Op papier komt die regelmatig te laat waardoor het onrustig wordt. Via mijn telefoon lukt het niet de live results te vinden. Dan maar met mijn verrekijker op het beeldscherm bij de finish zo’n 300 meter verderop live meekijken. Zo komen we te weten wie we moeten hebben. Daarna moet je geconcentreerd blijven bij wat er op de vlotten gebeurt: sommige ploegen leggen aan, krijgen drinken en een coolvest en gaan nog een stukje roeien. Andere gaan direct het water af. Op enig moment lijkt het erop dat we een ploeg hebben gemist. Toch niet, de ploeg is ongeveer een halfuur aan het uitroeien. We hebben ze allemaal kunnen traceren! Ook rond de vlotten zorgt dat altijd voor veel aankomend en vertrekkend roeiverkeer. We horen de Servische NTO Anna Nicolic dat de hele ochtend vanuit haar boot in de brandende zon strak regelen. Als vrijwilliger reist ze daar meerdere keren per jaar de wereld voor over: er hebben zich nog geen aanvaringen voorgedaan.
Vrouwen aan de vlag
Wat opvalt is dat de ploegen steeds dieper moeten gaan om in de race te blijven. De herkansingen zijn soms spannend en ook ploegen die afvallen kunnen er wat van en gaan dus tot het gaatje. Dat merk je op onze vlotten. De dokter moet regelmatig met zonneparaplu en koelingsmiddelen een kijkje gaan nemen. Ik zie ze af en toe rennen. Het is pas de tweede roeidag, maar de survival of the fittest begint zijn tol te eisen!
Na ruim twee uur word ik afgelost door de eerste Filippijnse kamprechter op de Spelen. Een scherpe vrouwelijke collega die het spelletje begrijpt en zowel in de Filippijnen als binnen World Rowing actief is. Onze olympische jury heeft met iets meer dan 33% vrouwen het hoogste percentage ooit, maar het moet naar 50%, net als in het Olympische roeiprogramma. Ook in Nederland zijn we ermee bezig onder het motto ‘Vrouwen aan de vlag’. Laten we hopen dat we op de goede weg zijn met toppers als Laura van de Wardt en Leonie de Jong binnen de kamprechterscommissie en een 50%-verdeling binnen het Talent Ontwikkelingsprogramma (TOP) voor kamprechters. Het is gewoon leuker in een gemêleerde groep kamprechters en anders gaan we in de toekomst op de Olympische Spelen of andere grote roeitoernooien gewoon minder Nederlandse kamprechters benoemd krijgen.
Boten wegen
Op de botenweging, mijn volgende klus, word ik ondersteund door twee Japanse vrijwilligers die na elke gewogen boot de vloer droog en schoon moppen: er komt soms flink veel aanhangend water van zo’n boot en de vloer is gecoat dus anders spekglad. Voor elk probleem is er een vrijwilliger om het op te lossen. De kruimels van de crackers met kaas (mijn verlate ontbijt) nemen ze ook nog even mee. Er is ook een Japanse NTO kamprechter die de ploegen helpt de boot op de weegschaal te leggen. Een vierde vrijwilliger staat buiten de bestrating nat te spuiten. De reden daarvan is mij een raadsel, maar je moet je niet overal mee willen bemoeien. Ik kijk en voel met mijn hand in de gaten van de boot, maar nadat een roeier ongeveer met zijn hele arm erin moet om zijn natte t-shirt eruit te halen pas ik mijn strategie aan en vraag ik eerst de ploeg niet alleen de gaten te open maar alles te verwijderen wat eruit moet en of ze daarmee klaar zijn. Dat gaat veel beter! Zelfs hier leer je nog wat.
De Holland 8 op de weegschaal
Hier kom je ook echt in aanraking met de gemoedstoestand van de roeiers. Als je de laatst gekwalificeerde ploeg uit een herkansing of een heat weegt begint wellicht het eindperspectief voor de finales zich aan te dienen. Dat merk je hier. Grappige opmerkingen zijn dan niet gepast. Bloed, zweet en tranen en al dan niet een passende beloning lijken hier vers te zijn aangeboord. Gelukkig zijn er ook ploegen die wat minder strak in hun vel zitten. Ik weeg de W4- en de M8+ die hun race hebben gewonnen. Hessel Evertse is er ook bij, twee dagen eerder zit je als Nederlanders met elkaar aan tafel, nu weeg je als kamprechter van de wereldroeibond de boot van een van zijn teams. We weten beiden dat het zo werkt. Gelukkig is de boot prima op gewicht. Dat is in het verleden wel eens anders geweest. Levert het wegen van boten sinds we dat zo’n vijf jaar geleden in Nederland hebben ingevoerd nu misschien toch een bescheiden bijdrage? Als ik later de uitslagen bekijk blijken ook de M2- en de LW2x van TeamNL door te zijn. Alleen de M4- moet herkansen, maar de positieve kant is dat ze de vierde tijd hebben: dat moet goed kunnen komen. Toch baal ik, want nu juist in deze boot zit Boudewijn Roëll van mijn vereniging Asopos de Vliet.
J&T
Op mijn hotelkamer reageer ik op een whatsapp van Merijn Soeters met foto die mij wijst op het Jacomine en Tom (J&T) gebouw waar ik gisteren bij stond te starten. Fotografen hebben oog voor detail. Ik bedank hem en stuur hem natuurlijk naar mijn vrouw. Hij reageert dat ik TTO goed opriep naar de start, maar dat hij in Luzern een keer een kamprechter Trinidad en Tabasco heeft horen zeggen. Tja, fouten maken is menselijk. Ook krijg ik leuke reacties op mijn dagboek. Jasmijn Tiemersma vraagt of ze het mag linken; lijkt mij leuk! Het is wel een hele aardige link die ze er van heeft weten te maken. Ik ben er best een beetje trots op.