Kamprechter Tom van er Lelij houdt ons in woord en beeld op de hoogte van achter de schermen van de Olympische Spelen. Hij is een van de 20 kamprechters.
Lees alle bijdragen over Tokyo 2020 via deze link: roei.nu/category/os-tokio/
Een perfect schema
In de jurymeeting horen we dat er weer een roeidag dreigt te verdwijnen. Het weer van maandag houdt langer aan en dinsdag is ook niet best. Er dreigen 2 roeiloze dagen. Ik hoor het aan en laat het los. Dit behoort niet tot mijn invloedssfeer. Er wordt die dag definitief toe besloten.
Als taken heb ik vandaag zonal umpire 4 en board of the jury. Een perfect schema zoals later zal blijken, maar daarover straks meer. Ik loop naar de kop van de baan en merk dat mij vandaag veel oranje opvalt: direct na de finishtoren is het gebied waar de ploegen zich bevinden en hun voorzieningen zijn. Aan het begin daarvan is een van de twee mixed zones. Daar zie ik twee Nederlanders staan. Met de mondkapjes op herken ik ze niet. Hebben ze een afspraak met de pers? Wie zal het zeggen. Ik loop verder het terrein op en in een van de botenhuizen zie ik Gerrit Jan Eggenkamp staan praten met Diederik Simon. Ik zwaai naar hem. We kennen elkaar van de organisatie van de WK 2014 A’dam waar hij in het laatste jaar belangrijk werk heeft verricht om het tot een succes te maken. Bij het botenterrein zie ik de Nederlandse dames LW2x om 8:16 richting de vlotten lopen voor een trainingsrondje. Best laat denk ik, want ze moeten 15 minuten voor de eerste start over de finishlijn zijn anders krijg je een waarschuwing. De roeibaan moet immers leeg zijn om van start te kunnen gaan om 9 uur.
De waarschuwingen blijven vandaag in de pocket
Op de kop van de baan bevindt zich een dam die de roeibaan scheidt van de baai van Tokio. In de verte zie je de zeeschepen liggen. Ik wil er een panoramafoto van maken, maar dat lukt niet. Na meerdere pogingen wordt het dan maar een videootje.
Dan kom ik aan bij de ligplaats van de kamprechtersboten. Boten 4, 5 en 6 liggen er nog. Boten 1, 2 en 3 zijn al weg want die moeten verder varen. Mijn bestuurder die zich Mich noemt spreekt een beetje Engels. Dat vind ik fijn want dan heb je wat interactie. Je zit toch zo’n 2 uur met elkaar ‘opgescheept’. Gek eigenlijk dat veel Aziaten zichzelf een andere naam aan (moeten) meten omdat Europeanen en Amerikanen het anders niet kunnen onthouden. Maar Ik herken het ook bij mijzelf: hun namen beklijven niet, ze gaan het ene oor in en het andere uit. We varen langzaam naar de 1250 meter. Als we er bijna zijn, passeren een paar vlaggenschepen van Nederland aan overkant van de baan: de W4-, de LW2x en de M8+. Ik check de tijd: 8.38. Dat gaan ze makkelijk halen, de waarschuwingen blijven vandaag in de pocket.
Het wachten kan beginnen
We nemen onze positie in en het wachten kan beginnen. De 10 minuten starts zorgen er voor dat je veel tijd hebt voor andere dingen. Ik maak voor het eerst van mijn leven de lenzen van mijn verrekijker schoon die ik zo’n 20 jaar geleden van Jacomine heb gekregen. Wow wat kan ik er weer ver mee kijken! Verder bestudeer ik de Hongaarse catamaran waar ik inzit. De Japanners hebben alle details op orde: de merken van de boot en de motor zijn afgeplakt. Zelfs in de boot een sticker dat je in boot 4 zit. Bel en vlag zijn nieuw, de megafoons hadden ze al. De megafoond zijn van het model dat we in Nederland ook gebruiken. Feels like home.
Mobo Mich
Mich vertelt dat hij per trein uit Toyota City is komen reizen dat 300 km zuidelijker ligt. Hij werkt bij Toyota. Logisch want de stad blijkt te zijn vernoemd naar Toyota. Wat hij precies doet krijg ik niet duidelijk. Hij heeft zo’n twee jaar aan schoolroeien gedaan en vier jaar bij een club. Omdat hij eerder bij een roeitoernooi had geholpen is hij voor de Spelen gebeld om weer te helpen. We snijden nog wel een paar onderwerpen aan maar heel veel meer kom ik niet te weten. Het apparaatje dat mijn motorbootbestuurder van maandag had, had hier van pas kunnen komen. Die had een apparaatje ter grootte van een halve mobiele telefoon dat wat hij in Japans en ik in het Engels zeiden simultaan vertaalde. De Irma’s Sluizen van deze wereld worden hier in Japan in een klap brodeloos gemaakt, maar het werkte wel.
Een strenge en een vrolijke kamprechters-appgroep
Net voor de wedstrijden beginnen hoor ik een appje binnenkomen. De internetverbinding in het finishgebied haalt ook onze locatie. Als kamprechters kun je meedoen in twee appgroepen: de strenge en vrolijke kamprechters-appgroep. Op de eerste gaat het vooral over ons vak, in de tweede komt alle zin en onzin over roeien voorbij. Het is een appje van Bram Lokker die Nederlandse tijd 2 uur ’s nachts appt dat Josy Verdonkschot positief is getest. Bram zit waarschijnlijk klaar voor de wedstrijden die gaan beginnen. Shit, na de eerdere twee besmettingen binnen het roeien was bij de vrolijke kamprechters de vrees voor meer besmettingen al benoemd. Ondertussen beginnen de wedstrijden voorbij te komen. Iedere wedstrijd wordt gevolgd door camera’s vanuit meerdere posities: een auto inclusief een hele stoet aan volgwagens, een cameraboot en op het tweede deel van de race een camera op een kabel die vastzit op de brug over de baan en een toren in het finish gebied. Het resulteert in prachtige gevarieerde beelden Er wordt in sommige herkansingen gestreden op het scherpst van de snede, maar geen van de kamprechters op het water neemt iets waar of moet ingrijpen. Na twee uur word ik afgelost op een ponton op de 1000 meter.
Ik geniet met volle teugen
Ik ben nu board of the jury of in goed Nederlands een van de drie kamprechters in de juryraad. Als er na een protest een bezwaar wordt ingediend moeten wij ‘recht spreken’ op basis van de rules of racing van FISA. Gevraagd waar het handig is om mij te settelen geeft Kris Grudt van de Umpiring commission van FISA aan dat ik het beste in het FISA office kan gaan zitten. Dat klinkt verleidelijk en blijkt het ook te zijn: ik stap in een ruimte met airco en iemand van een van de FISA-commissies is zo aardig een nespresso voor mij te maken. Ik zie twee ruime banken bij een tv waarop het roeien wordt getoond. Op de één zitten wat mensen te overleggen. Het lijkt mij covid-veiliger om daarop te gaan zitten dan aan een lege commissietafel waar anderen aan hebben gezeten of weer gaan zitten. Zonder schroom neem ik plaats op de lege bank tegenover het overlegje. De koffie met een lekker reepje worden gebracht en mijn tweede deel van de roeisessie tot 13.10 kan beginnen.
De kwartfinale W1x, halve finales M2x en W2x en herkansing M4- komen voorbij. Bezwaren zijn er niet dus ik geniet met volle teugen van de prestaties van de Nederlanders.
Josy
De eerdere domper dat Josy positief is wordt even wat verdrongen. Af en toe kijken FISA-voorzitter Rolland, Matt Smith en Svetla Otzetova mee. We wisselen wat woorden en blikken met elkaar.
De tijd vliegt voorbij. Na afloop wil ik even naar de tafel van de fairnesscommissie lopen waar Henk Jan Zwolle de hele tijd met oortjes in zit. Ik wil hem vragen hoe het met de wind was vanochtend en de komende dagen. Bovendien heb ik hem ik al sinds onze gezamenlijke vlucht naar Tokyo nauwelijks meer gesproken. Direct na afloop zie ik echter de andere leden van de fairnesscommissie arriveren en staan ze te overleggen. Volgens mij hebben ze andere prioriteiten.
Omdat de atleten worden gescheiden van alle anderen die hier iets moeten doen is het zaak dat we voor 14.30 uur gegeten hebben. Op weg naar het restaurant loop ik Hessel Evertse tegen het lijf. We hebben het kort over de tegenvaller dat Josy positief is: de focus van het team blijft gericht op het doel waarvoor ze zijn gekomen. Ploegen worden goed in bubbels gehouden, maar hij heeft momenteel een hell of a job om alles te regelen nu het Nederlandse team in het dorp en op de baan in feite afgezonderd van alle anderen alles moeten doen: verblijf, eten, vervoer en ga zo maar door. Ik wens hem en hen sterkte.
Skiffeuse Sophie Souwer roeit de zevende tijd.
De W2x wint en roeit wat langzamer dan de Roemenen in de andere halve finale.
De M2x wint en is de snelste.
De M4- wordt tweede in de herkansing en plaatst zich voor de finale.
Covid-schizofreen
De komende dag ga ik niet naar de baan. Schrijven, kamprechteren en je daar zo goed mogelijk op voorbereiden eisen zijn tol. Ik ga flink uitrusten. De salivatest doe ik wel in het hotel. Via de twee appjes-groepen waar we in zitten regelen zowel de Japanse NTO’s als FISA manager Cameron Allen spuugbuisjes, liever te veel dan te weinig buisjes denk ik. We halen bij Cameron twee buisjes op als hij appt dat hij nu in de hal van het hotel zit. ’s Avonds om 23.30 uur krijg ik de schrik van mijn leven. Iemand van het hotel verontschuldigt zich voor het late telefoontje. Hij zegt een PCR-kit voor mij te hebben. Het zal toch niet waar zijn? Ben ik positief?. Ik heb nergens last van, behalve dat ik wat snotter door de airco die te koud staat. Het duurt een eeuwigheid voor de bel gaat. Ik kijk in de tas: nog twee buisje voor de saliva. nu door de Japanners geregeld. Wat een opluchting. Je wordt covid-schizofreen. Ik zet de airco wat lager, volgens mij neemt mijn gesnotter direct wat af.