We zijn op de helft van het roeitoernooi vandaag. Vier van de acht wedstrijddagen zijn geweest. Vanaf morgen gaat het voor sommige atleten al om de plakken. En om het volkslied.
Aan iedereen die me vraagt: ‘Do, hoe is het nou daar?!’ Sorry dat ik jullie niet echt van een duidelijk antwoord heb kunnen voorzien. Mijn avontuur hier laat zich eenvoudig beschrijven. Dat is dan tegenwoordig ook maar mijn antwoord. Vandaag vroeg fotograaf Max me of alles voldoet aan mijn verwachtingen. Eerlijk is eerlijk: ik had weinig verwachtingen. Maar of het daaraan voldoet? Jazeker!
Ik heb inmiddels in ieder geval mijn draai binnen het evenement gevonden. Ik weet nu welke route van het openbaar vervoer ik moet nemen om op de baan te komen. Ik weet dat er net genoeg tijd is tussen aankomst van de trein en vertrek van de bus om een kop koffie te halen, mits er niet meer dan vier mensen in de rij staan. Ik weet dat ik op alle tribunes mag komen, en daar tussen de atleten mag zitten, maar dat mensen met mijn accreditatie-lettercode niet op het botenterrein zijn toegestaan. Ik weet dat je er niet vanuit mag gaan dat er koffie is in het perscentrum, maar dat het er vandaag wél was. En ik weet dat koning Willem-Alexander met zijn Máxima en twee prinsessen gewoon op de ‘friends&family’-tribune komt zitten terwijl heel de wereld – inclusief ikzelf – helemaal starstruck is.
Morgen begint er weer iets nieuws: finales. En bijbehorende medailleceremonies. De bookmakers hebben de Nederlandse roeisport sterk ingeschat. Het zou zomaar eens een medailleregen kunnen veroorzaken. Zin in! Misschien had ik vanmiddag het Wilhelmus alvast even moeten oefenen met de ko-ho-ning va-han na-ha-sou-we!