“In principe is ons seizoen afgelopen op het moment dat de acht start morgen”, leggen reserveroeiers Niki van Sprang en Pieter van Veen uit terwijl zij hun potje FIFA even hebben stilgelegd. “Dan is alleen het nog vijf minuut twintig nagelbijten tot zij bij de finish zijn.”
“Nu iedereen langzaamaan klaar is, heb ik ook wel zin om klaar te zijn. Tegelijkertijd heb ik ook nog wel zin om er te staan als we nodig zijn”, legt Van Sprang uit. Hij noemt de reserverol “een achtbaan van emoties. Want het is natuurlijk supergaaf om te zien dat iedereen het zo goed doet. Tegelijkertijd is dat ook confronterend omdat je het zelf ook had willen doen.”
Die gevoelens wisselen elkaar met de minuut af. “Toen ik vanochtend de tweezonder met Ymkje en Veronique hun finale zo zag domineren overheerste vooral trots. Direct daarvoor was echter de race van de mannen tweezonder – het veld waarvoor ik me afgelopen mei net niet kwalificeerde met Guillaume Krommenhoek. Toen overheersten vooral de donkere wolken. Maar toen die race eenmaal begonnen was, vond ik het ook heel gaaf om het met mijn buddy Guillaume vanaf de tribune te kijken.”
Van Sprang en Van Veen zijn beide via een andere weg in de rol van reserve beland. Van Sprang was lang onderdeel van de equipe – deed met Krommenhoek al mee aan de Spelen van Tokio en werd daar zevende – maar greep dit jaar tijdens het Olympisch Kwalificatie Toernooi net naast het laatste ticket voor Parijs in de tweezonder. Van Veen sloot pas een anderhalf jaar geleden aan bij de nationale A-selectie.
Tekst gaat verder onder de foto.
Supporter-plus
Van Veen legt uit hoe een dag van een reserve eruit kan zien. “Opstaan. Ontbijten. Naar de roeibaan en wedstrijden kijken. Na de laatste wedstrijd rennen we ongeveer naar de botenloods om te trainen. Er is dan een kort trainingsmoment voordat we weer van het water moeten omdat de kanotrainingen beginnen. Voor die tijd moeten de roeiboten van het water af. De afgelopen paar dagen hebben we ’s middags bij de kanoslalom gekeken. Als we klaar zijn bij het watersportcentrum gaan we terug naar het hotel. Weer eten. We doen nog wat potjes FIFA, kijken een aflevering ‘Ik geloof in mij’ en dan maar naar bed.”
“Ik voel me roeier-min, je bent hier als roeier maar je hebt geen doel”, zegt Van Veen. Van Sprang noemt het “supporter-plus”. Ze bedoelen hetzelfde. Beide hadden ze natuurlijk graag in een boot gezeten. “Natuurlijk maak je als reserve dingen mee die roeiers niet doen, maar je moet er ook staan als je nodig bent. We maken het beste van de situatie. Er zijn veel leuke dingen die we hadden willen doen als we echt vrij waren, maar we zijn hier niet op vakantie en dat wisten we van tevoren”, aldus Van Veen.
Voor- en nadelen
De reserves mochten vorige week als enige roeiers naar de openingsceremonie op de Seine. Daar zijn ze heel enthousiast over. “Als bedankje voor onze diensten mochten wij naar de openingsceremonie. Dat was heel bijzonder. Van de ceremonie zelf krijg je weinig mee op de boot, maar het is wel heel gaaf om daar namens Nederland door Parijs te varen.”
Beide mannen willen volgende week ook nog in Parijs blijven. Ze hebben daarvoor een appartement geboekt. “Waar alle andere roeiers in principe voor elke dag dan nog een toegangskaartje krijgen om andere sporten te kijken, geldt dat voor de reserves niet”, legt van Veen uit. Misschien kunnen ze toch nog aan kaartjes komen. Van Sprang weet zeker dat hij tot de sluitingsceremonie in Parijs blijft. Van Veen niet, want hij gaat ook nog op vakantie.
Biertje drinken
Morgen om 11:10 start de acht, als laatste ploeg van het toernooi. “Dan is het nog even vijf minuut twintig nagelbijten. Even helpen met opruimen en daarna ga ik op zoek naar een biertje”, aldus Van Sprang. “Hopelijk kunnen we morgenavond nog meer ploegen huldigen in het TeamNL-huis en het met het hele team goed vieren.”