“We wilden ze echt geen schijn han kans geven”, zegt Veronique Meester van de vrouwen tweezonder na afloop van haar gouden race. “Het voelde heel goed, heel machtig”, voegt ploeggenoot Ymkje Clevering toe.
De vrouwen hebben net aangelegd en uitgestapt en rennen blij naar hun coaches toe. Michelle Darville, Koen de Haan en Eelco Meenhorst krijgen allemaal een dikke knuffel. Dan tikt een vrijwilliger de dames liefelijk op de schouder: of ze zich alsjeblieft willen omkleden want ze moeten naar de medailleceremonie.
Even later komen de vrouwen met een gouden plak om de nek terug. Meester: “Dit was het plan. Hard starten en daarna goede halen maken. We weten dat we dan hard kunnen gaan, maar dat het meteen vanaf de start zo’n groot verschil oplevert hadden we niet durven dromen.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Grote voorbeeld
Toen Meester, die het commando voert in de boot, na 500 meter vanuit haar ooghoeken vluchtig links en rechts van haar keek, zag ze dat zij en Clevering een heel machtig begin hadden. “Ik riep daarna vooral dingen als ‘we laten ze ons niet meer voelen’ en ‘we gaan weg, geven ze geen kans meer’. Aan het einde zei ik: ‘deze is voor ons’.”
De coaches van de tweezonder hebben hen de afgelopen jaren vaak naar olympische finales in Londen, Rio de Janeiro en Tokio laten kijken. “Daarvan was ik echt onder de indruk. Grace Pendergast van de Nieuw-Zeelandse tweezonder die in Tokio won, stuurde me gister nog succeswensen. Ik grapte of ze nog tips voor ons had. Die vrouwen waren echt mijn grote voorbeelden in het roeien. Zij wonnen destijds met straatlengtes. Het besef dat wij dat hier nu ook net deden, is nog niet helemaal ingedaald.”
Vertrouwen
De vrouwen behaalden drie jaar geleden in Tokio een zilveren plak. “In een voorbeschouwing (die van Roei!, red) las ik dat we in Tokio misschien wel het goud hadden kunnen winnen als we er in geloofden dat het mogelijk was. Daar zit denk ik een kern van waarheid in. De afgelopen drie jaar hebben we enorme stappen gezet, ook in dat vertrouwen.”
“De laatste trainingsweek op de Bosbaan gingen we heel hard. Dat gaf ons veel vertrouwen in de snelheid. Tegelijkertijd is het enorm spannend. Je hebt vertrouwen in je eigen roeien, maar je mag hier niemand onderschatten. Er gebeurden hier rare dingen de afgelopen dagen. Bovendien kun je wel de favoriet zijn, maar je moet het nog maar wel ‘even’ doen.”
Percentages
Dat de vrouwen over veel snelheid beschikken wist bondscoach Eelco Meenhorst natuurlijk al. “We hebben voor elk boottype een gouden standaard, gebaseerd op het wereldrecord. Als we competitieve trainingen varen, berekenen we daarmee een percentage ten opzichte van die gouden standaard. We denken dat als je honderd procent of harder kan varen, je jouw veld kunt winnen. Met die percentages kun je de progressie van een ploeg vergelijken over tijd, maar ook ploegen onderling vergelijken.”
Deze vrouwen hebben een paar weken geleden nog 103 procent gevaren ten opzichte van onze gouden standaard. Meenhorst: “Dan weet je dat ze kunnen winnen als ze hier hun beste race varen. Meerdere ploegen zaten toen boven de honderd procent.”
Niemand anders
“Sinds 2016 heb ik eigenlijk nooit meer in een meermansboot zonder Ymkje geroeid”, vertelt Meester. “Al die jaren samen roeien en de goede band die we in de tussentijd hebben opgebouwd, betaalt zich uit in een resultaat als dit.” Clevering beaamt de goede band die de vrouwen onderling hebben. “Het voelt heel speciaal om dit samen met Veronique te mogen doen. We hadden uiteraard onze ups en downs, maar het is heel bijzonder dat je samen het beste in elkaar naar boven haalt en dat het uiteindelijk gelukt is om hier te winnen. Ik had het met niemand anders willen doen.”