OProeien toen – 16
Door Jan Op | 18 november 2020
Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.
De zeer magere resultaten in 1950, terwijl wij tot de oorlog steeds in de voorste gelederen voeren, is voor de oud-leden een reden om het bestuur aan te sporen op zoek te gaan naar een mogelijke verbetering van vooral de techniek van het roeien.
Die moet te vinden zijn in Henley. Daar varen de “beste ploegen van de wereld” (maar op bescheiden schaal, er is dan mogelijk maar 10% van het huidige roeileger op het water te vinden). Vooral de Amerikanen presteren aan de top. In samenspraak tussen bestuur en Oud-Laga wordt besloten een coach, die heeft laten zien capaciteiten te bezitten maar techniek tekortkomt, naar Henley af te vaardigen om de techniek af te kijken.
Dat blijkt een gouden greep te zijn. Hij komt terug met in zijn bagage allerlei verbeteringen. Het nieuwe seizoen bevat Laga-lustrumwedstrijden. Het hoogste doel is het hoofdnummer, acht, in huis te houden. Dus zijn de te verwachten verbeteringen vooral daarop gericht. Maar er is ook een breder verband. Andere ploegen zullen profiteren van nieuwe inzichten.
De acht die wordt geformeerd bevat naast “ouderejaars” ook een aantal uit de acht van het vorig jaar. Ik prijs mij gelukkig dat ik tot die bemanning behoor. Als verreweg de jongste – en dat brengt verantwoordelijkheden mee, waar ik veel later achter kom. We zijn in een andere (roei-)wereld terecht gekomen. Jo, de coach, is uit ander hout gesneden dan de coaches die hun onkunde over de winnende HAAL, omzetten in hard “roepen” en vooral “hard trekken”. Het komt herhaaldelijk voor dat ploegen van Calvé naar de Hoornbrug (ca. 4 km) in “harde haal” afleggen. Dat is ongeveer alles wat de (amateur-)coach van roeien weet. Als roeier word je er wel “hard” van en ook heel moe. Maar als ondergrond voor toegevoegde techniek mooi meegenomen.
De eerste merkbare verandering is het verkorten en “verbreden” van het blad. Een goed ingevoerde roei-kenner zal bij zijn bezoek aan het Roeimuseum (waar?) zich afvragen hoe men kan zien dat er verschil is.
Het gevolg is meer van psychologische aard. We zijn er allemaal van overtuigd dat we een stuk sneller varen. Achteraf denk ik dat het inderdaad een soort truc van de bekwame coach is, hoewel hij dat zal hebben ontkend. We kunnen het nu niet meer vragen; hij bevindt zich in de roeihemel.