Door Willem van Schelven | 15 juni 2020
Ik herinner het mij nog goed: eindeloos gepeuter om het trainingsschema van de boys nóg iets beter te maken, van de ene naar de andere twee- of driewekelijkse cyclus, en uiteindelijk dat belangrijke kwalificerende toernooi, om de gang naar de WK nóg een keer te kunnen maken. En dan tenslotte daar niet alleen een finaleplaats, maar nu ook eens een blik!
Bij – alweer – een opruimactie kwam ik die klapper uit mijn coachperiode 1985-1989 tegen. Met de periodisering van een jaar, van de maanden. Met testresultaten. En de veranderingen in de schema’s als de testen niet optimaal waren: toch net iets meer KUV, of RITE, of ID, tussen de geplande snelheids- en intervaltraining door; of in die éne week toch wat meer rust, een hersteltraining extra.
Coachen heb ik voor het eerst gedaan op mijn 18e, bij de Goudse: een lichte skiffeur, die op zijn beurt ons in de dubbeltwee onder handen nam. Wat ik zelf vanaf mijn 13e qua begeleiding heb meegemaakt was in die eerste periode, zo tot eind jaren ’70, te vatten onder de term ‘behelpen’. Geen of te weinig coaches, deels een mager niveau. Trial and error. Uiteindelijk meestal zónder coach, alleen een schrift waarin je de zaak bijhoudt. Werkt je aanpak niet, dan volgend jaar anders doen !
Die aanpak gold aanvankelijk net zo goed bij het coachen van anderen. Dat alles kreeg pas duidelijk meer basis toen – rond 1980 – de professionalisering op gang kwam, bijv. met de artikelenreeks in het bondsorgaan ‘Roeien’, onder de titel ‘Coach-technisch bijvoegsel’, later ‘Macolinologica’. Kennis, door coaches als Jan Klerks en Guus van der Werff, en later de kakelverse bondscoach René Mijnders, opgedaan op diverse studiebijeenkomsten zoals in het Zwitserse oord Macolin (Magglingen). O.a. fasering van de trainingsopbouw kwam daar aan de orde: per seizoen, per maand, per wedstrijdcyclus. Léérzaam.
Al die kennis, later aangevuld met nog meer artikelen, congressen, overleg met andere coaches, het hielp: eerst bij het coachen van een Triton tweezonder, die onverhoopt uiteenviel. Later bij skiffeur Jan van Bekkum: eerst alleen in zijn skiff; later ook in een senioren-B dubbelvier, uiteindelijk in de dubbeltwee, met Theo Nieuweboer, waar tenslotte (1988) ook die WK-medaille er kwam.
Véle jaren later mocht ik nog eens dunnetjes op coach-herhaling: bij allerlei dames-Mastersploegen. De ‘belegen’ kennis bleek voor dat gremium nog steeds genoeg; af en toe was er een overwinning op een FISA-Masters toernooi .
Enige basiskennis is aanwezig, dus je zou zeggen: ook met zo’n corona-intermezzo moet je wel weten hoe de zaak aan te pakken. Maar nee: niks van geleerd. Een tijdje terug schreef ik nog dat deze periode van géén wedstrijden en géén verplichtingen enigszins voelde als een ‘soort bevrijding’. Lekker op de racefiets. Lekker lange stukken roeien, één keer per week een ID, om hart en longen op peil te houden. Mijn sportschool – waar ik iedere winter probeer om niet méér te verliezen dan die jaarlijkse 3% achteruitgang van de spierkracht die je boven de 60 sowieso hebt – die sportschool nu hield er een tijdje terug mee op. Nieuwe uitgezocht, die meteen al weer dicht ging vanwege corona. ‘Ach, doen we in het najaar wel weer krachttraining’. In de boot: geen KUV, geen RITE, geen sprint- en snelheidstraining.
Sinds en paar weken mogen we weer op de WAB. Roeien zonder Rotte-bochten en rottige bootjes. Home-sweet-home. Lekker rechtuit rammen. Dus – gewoon voor de lol – een aantal keren een sprintje. Opgeteld niet eens meer dan 100 vollekrachthalen.
Die avond, én de volgende dag: enórme spierpijn. Harde les: aftakeling!
Conclusie: we gaan weer gewoon een doel stellen. We gaan weer een fasering maken, een schema volgen. Eind september: de Goudse Mijl!!
Willem van Schelven (1948) roeit wedstrijd vanaf zijn veertiende en gaat niet van die verslaving af komen. Coachte lange tijd, zowel junioren, senioren als Masters, van beginnelingen tot WK-gangers. Is lid van Poseidon, maar roeit ook vanuit huis op de Hollandse IJssel, en op de Willem-Alexander Baan. Is mede-oprichter en secretaris van SWMN, lid van de Commissie Wedstrijden van de KNRB, initiatiefnemer van de Dutch Masters Open en adviseur bij Waterline. Hoopt als trotse opa dat hij minstens één van de drie kleinkinderen later nog een keer een wedstrijd zal zien winnen.
Lees alle bijdragen van Willem van Schelven hier.