OProeien toen – 5

Door Jan Op | 31 augustus 2020

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.

Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


We worden in dit nieuwe jaar (1950) redelijk serieus genomen (vind ik). Ik zit nu wel in de Jonge Acht A, maar het blijft oppassen. Een ‘klopje op de schouder’ of iets dergelijks is er niet bij. Tenslotte moet je het nog waar maken. Een indicatie dat je acceptabele halen maakt volgt uit het minder corrigeren door de coach. En het noemen van je naam bij de veertiendaagse wisseling van coach. Het programma is nu smalle tub en bakken. Dat laatste is zonder toezicht. Of wel een klein beetje. De stuurpik die toch niets anders heeft te doen, kijkt of we wel genoeg schuim (met de speciale ‘bakriem’ met gaten) produceren. Die laatste om er niet met de bak vandoor te gaan. Maar die ligt stevig afgemeerd.

Dan nadert de laatste vrijdag in februari. Alle roeiers worden om 18.00 op de Sociëteit verwacht. De in-trainingsborrel staat op het programma. Dat betekent de laatste borrel en/of biertje want vanaf morgenochtend zijn we ‘in training’. Dat betekent: geen sterke drank, niet roken en om 23.00 in bed. Om 08.00 opstaan en voor zover mogelijk de studie volgen en resultaten boeken. Het meest belangrijke moment is dat we vanaf volgende ochtend tot de raceroeiers behoren. We mogen een kastje in de raceroeierskamer bezitten. Maar de eerste vier bij het raam zijn altijd van de Oude Vier. En een door een vriendin of andere vrouwelijk bekende gebreide Laga-das mag nu om de nek.

Nu de Sociëteit ter sprake komt: Laga-leden behoren daar zeer frequent aanwezig te zijn. En niet alleen voor het avondmaal. Er wordt van ze verwacht dat ze opvallend gedrag vertonen. In een mate die de afwezigheid in de avond van de volgende maanden moet compenseren.

Nu begint het trainen ‘echt’. Bakken = opwarmen, tubben (afwisselend met coach of stuurpik!) (ik heb intussen begrepen dat men tegenwoordig “stuur” schrijft. Ik zal de moderne versie voortaan gebruiken. Dat wordt opletten!). Tenslotte in de acht. Dat betekent dat we tot de Hoornbrug (Rijswijk) heen en weer varen. De weekeinden zijn nu inclusief. Even naar huis (per trein en/of bus en een stuk lopen) is soms niet te doen als het afschrijven van een boot dat niet toelaat.