Onverstelbaar

Jan Op den Velde | 4 juni 2020

Ik roeide eerst in de onverstelbare tijd, de rigide uitrusting van de boten liet geen “aanpassingen” toe. Behalve de voetenplank. Die kon per 5 cm aan de lengte van de benen worden aangepast.  

Deze is uiteraard nog steeds verstelbaar. Zelfs per cm op een getande strip langs het boord. Met een bijpassend omgekeerd getand stukje aan de voetenplank. Die cm-verstelling is inderdaad mogelijk en sommigen lukt het bij de eerste dreun tegen deze constructie. Dat mijn collega’s en ik daarmee frequent te maken hebben, vindt zijn oorzaak in het gebruik van een boot door verschillende bemanningen van uiteenlopende leeftijd, sekse en (on-)handigheid. Ik ben nog steeds op zoek naar de uitvinder. Naar hij mag hopen kom ik hem niet tegen. Mijn frustratie is dodelijk.

Het houten plankje met de leren riempjes en een koperen hielstuk is vergane glorie. De plaats van het hielstuk is nu verstelbaar. Ik vraag mij af hoeveel cm dat scheelt op 2 km.

Dat de schoenen alvast vastgeschroefd aan de plank zitten is voor vaste bemanningen een luxe. Als mijn maat en ik een 2x (elders) kregen toegewezen, waarin eerst een paar kinderen hebben gevaren, moeten we andere voetenplanken vinden. Wij hebben geen verstelbare tenen.

De verstelbare kraag! Die zat indertijd spijkervast aan de riem geklonken. De plaats van de kraag wordt nu aangepast aan het weerbericht. De plaats en stand van de dolpen is nu naar wens in te stellen.

De introductie van verlengde slidings leidde tot bloederige slijtplekken op de kuiten.

Tekening Jan Op den Velde

Niet verstelbaar zijn de bladen van de riemen. Ik ondervond de eerste verbetering toen de bladen beperkt werden verbreed en ingekort. De suggestie van het nieuwe gaf de indruk dat we een “hardere” haal konden maken. Het verbreden en verkorten werd voortgezet: “macon” tot de huidige “bijlen”. Bij mij een ervaring alsof het blad inderdaad “voor paal” zat. De grootte van het oppervlak van de bladen lijkt niet veel te verschillen (vrijwilliger om dat uit te zoeken?).

Wat een zegen om in een boot te varen die helemaal naar jouw “smaak” is ingericht.


Jan Op den Velde (89) roeit bij Tromp. Niet meer in de boot, maar wel nog op de koffie met zijn ploeg. Hij roeide als student in Delft en in 1952 op de Olympische Spelen in Helsinki. Na zijn studie Civiele Techniek hield het roeien op tot hij in 1965 een ploeg coachte en met hen in de boot stapte om de Head te varen. Zo kwam hij terug in de roeiwereld en vervulde functies bij de Roeibond, in commissies, als kamprechter en wedstrijdleider.

Lees alle bijdragen van Jan Op den Velde hier.