Door Feike Tibben | 27 maart 2021
Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.
Wie de KNRB, roei.nu of nlroei volgt, heeft gemerkt dat er afgelopen weken flink gesteggeld is over licenties. In essentie: mag je eisen stellen aan instructeurs, coaches, en wie mag dan die eisen stellen en wie betaalt de opleiding. Op nlroei wordt voormalig bondscoach Kris Korzeniowski erbij gehaald die ooit gezegd zou hebben: “Als je een oude fiets en een toeter hebt, ben je in Nederland een roeicoach”. Mocht hij dat al hebben gemeend – ik denk het niet – dan is-ie later zeker tot inkeer gekomen: in 2018 verscheen van hem bij US Rowing het kloeke candidate’s manual level 2, 197 pagina’s stevige roeikost. Ietsie meer dan een fiets en een toeter.
Een vergelijkbare discussie als bij licenties zie we op andere vlakken van sport. In brede zin zien we in de sport een groeiende behoefte aan meer kwaliteit. Sporters willen betere spullen, beter begeleid worden, meer waar voor hun geld. Dat er een structureel tekort aan vrijwilligers is komt niet doordat het aantal vrijwilligers afneemt. Het lijkt er op dat we als sport steeds méér vrijwilligers vragen en ook steeds meer ván vrijwilligers vragen. Ze moeten steeds meer kunnen en de verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid die we neerleggen bij vrijwilligers wordt steeds meer ‘een dingetje’. Toen ik een paar jaar geleden bij een van de regiobijeenkomsten dit onderwerp eens aan de orde sneed, beet een verenigingsvertegenwoordiger me toe: “Als vereniging hebben we leden, en als lid hoor je je in te zetten voor de vereniging. Daar krijg je geen geld voor, dat doe je gewoon, en anders ga je maar weg!” Duidelijke taal.
Het deed me een beetje denken aan een bestuurder van mijn oude vereniging die reageerde op mijn voorstel of we niet eens maar een wat moderne outfit zouden moeten: ‘Feike, roeien dat doe je in je oudste katoenen slobbershirt met gaten en in een broek die van je kont afzakt. Zo hoort het.’
Maar net als we de tijd van uniform slobberkatoen kwijt zijn en we best wel kekke roeikleding zien, zie je ook op verenigingen heus niet alleen verenigingen met het klassieke verenigingsmodel van onbetaalde – en vaak niet opgeleide – vrijwilligers.
Dat andere profiel hoeft heus niet helemaal door te slaan naar een marktmodel: De vereniging als bedrijf, zonder leden en met alleen klanten. Op veel verenigingen leeft de discussie: wat doen we nog voor een glimlach en wanneer is een vergoeding redelijk? Ook dié discussie gaat over: ‘wat voor vereniging wil je zijn’ en ‘voor wie wil je vereniging zijn’
Vaak is het niet óf-óf, (betaald /vrijwillig) maar én-én. De meeste verenigingen bevinden zich ergens op de as in het plaatje hieronder tussen glimlach (rechts) en euro (links).
Moet het lidmaatschap per se zo goedkoop mogelijk? Ik denk het niet. Als de prijs doorslaggevend zou zijn dan zouden de goedkoopste verenigingen de grootste zijn. Het is vaker andersom. En wees eerlijk: Je wordt toch geen lid van vereniging Y omdat die een tientje goedkoper is dan vereniging Z? Je kiest toch gewoon de club die het best bij je past? Je kiest toch voor een rijk verenigingsleven en niet de lage kosten?
Veel verenigingen staan niet stil en bewegen zich, sneller of langzamer, steeds meer naar links. Is dat slecht? Gaat hiermee niet de oerhollandse verenigingscultuur naar de knoppen? Ik denk het niet. Sportverenigingen bieden een dynamisch palet. Net als dé Nederlander bestaat ook dé sportvereniging niet. Verenigen is een werkwoord, niet statisch, maar constant in beweging.
Is een vergoeding logisch? Voor sommige functies wel. Als je van vrijwilligers kwaliteit, inzet, verantwoordelijkheid vraagt, moet je als vereniging ook wat bieden. Of liever andersom: als je wat biedt, dan mag je ook wat vragen. De vanzelfsprekende inzet van vroeger zakt wat weg, we krijgen er kwaliteit voor terug. Zolang we maar samen vereniging blijven is dat helemaal niet erg. Zeker niet.
Niet alles hoeft voor een glimlach.
Wil je meer weten over vrijwilligers en vergoedingen? Kijk op sportwerkgever.nl.