Dagboek Tokyo van kamprechter Tom van der Lelij

20, 21 en 22 juli


Kamprechter Tom van er Lelij houdt ons in woord en beeld op de hoogte van achter de schermen van de Olympische Spelen. Hij is een van de 20 kamprechters.


Donderdag 22 juli: wennen aan innovaties, practise starts

Blik vanuit de aligneurshut op de startpontons – met vooraan de Nederlandse vrouwen vierzonder

De derde dag sinds vertrek. Het blijkt allemaal toch wat vermoeiender dan verwacht. Ik kom moeilijk mijn bed uit en een ontbijt zit er niet meer in. Gelukkig heb ik wat eten van huis meegenomen, dus pak ik wat crackers en wat kaas waarmee ik de ochtend wel doorkom.

Dagelijks moeten we temperaturen en die invullen in de OCHA-app samen met vragen of je snottert, hoest, keelpijn of iets anders hebt. Ik bemerk wel kleine verschillen, maar ik vind het niets om mij zorgen over te maken. Mijn ouderwetse thermometer van thuis geeft 35 graden aan en kost veel tijd. Voortaan meet ik mijn temperatuur op weg naar de bus bij de ingang van het hotel. Daar staat een apparaat met een klein beeldscherm dat  je temperatuur meet als je binnenkomt: gepiept in luttele seconden! Deze geeft een geruststellende lage 36 graden weer. Dat is mooi. In de bus voer ik de gegevens dan wel in.

Buiten staat een bus klaar waar Rowing op staat. Ik stap in, maar hij is niet erg vol: waar is iedereen? Dit voelt niet goed. Gelukkig weet een collega kamprechter als ik al een tijdje in de bus zit, dat deze niet naar de baan gaat. Deze bus brengt de mensen die vertraagd zijn aangekomen in Tokyo naar het Uniform en Accreditatie Centrum. Maar waar is mijn bus van 7.05 dan? Alle dagen blijkt er een bus om 7.05 te vertrekken, behalve vandaag. De 7.05 bus ging al om 6.50 uur. Scherp blijven blijft belangrijk! Iemand had het nog wel kort voor vertrek gemeld in de appgroep voor de juryleden, maar dat had ik gemist. Gelukkig is er om 7.20 nog een bus naar de baan. Daar blijk ik niet de enige te zijn geweest, meer collega’s waren verrast.

Op weg naar de baan lees ik dat een van de ondersteunende kamprechters (NTO’s: National Technical Officers) positief is getest. Een paar mensen in de omgeving moeten preventief in isolatie waaronder één kamprechter uit de jury (ITO: International Technical Officer). De volgende  stap is een PCR-test die moet aantonen dat de positieve test klopt. We hopen het beste, maar vrezen het ergste. In de jury room staan de stoelen nog iets verder uit elkaar dan gisteren. De schrik zit er goed in, maar het toernooi gaat door.

Jurymeeting 2: alle stoelen nog verder uit elkaar

In de meeting krijgen we een interessante uitleg over de werking van de laatste nieuwe ontwikkeling bij Polaritas het bedrijf dat de startschoenen [het startsysteem, red.] verhuurt en installeert voor dit soort toptoernooien (https://www.polaritas.com/products-and-services/automatic-starting-system/). Als je nu hard tegen de kap van de startschoen duwt klapt deze onder water, waardoor taferelen zoals eerder bij de EK 2018 in Schotland, roeiers bespaard zullen blijven. Toen kwamen skiffs met een forse schade bovenop de kap van de startschoenen terecht doordat die niet naar beneden gingen. Zoals ik gisteren al meldde was het (alleen) de Nederlandse W4- die met deze nieuwste ontwikkeling heeft kennisgemaakt. Now we know why!


Inmiddels is bekend dat we als startteam van gisteren ook vandaag en morgen op de start staan. De Jurypresident en voorzitter van de Umpiring Commission Patrick Rombaut wil door continuïteit in het begin een goed begin van het toernooi realiseren. Daarna zullen we ook gaan rouleren over de andere functies. Omdat Deense collega Flemming Gaur en ik gisteren al hebben gestart is de beurt nu aan Duitse collega Rolf Warnke. Zoals altijd is het de tweede dag veel drukker, dus de opgave is zoveel mogelijk starts in het komende uur uit te voeren, de ploegen een optimaal startgevoel te geven en de wachttijd voor de ploegen zo kort mogelijk te houden. Starters, lokale bemanningen op de vlotten, de Japanse aligner en ik als judge at the start doen onze stinkende best om alles snel en goed uit te voeren. Ploegen die vooraan liggen worden geïdentificeerd door de assistent-starter waarna de starter ze een baan toewijst. Vanuit de alignershut anticiperen we daarop door het ponton alvast aan te passen aan de bootlengte die aan een baan wordt toegewezen. Door de diversiteit van de ploegen betekent dat op iedere baan van 8 naar skiff en van 2 naar 4 en weer terug.
Als alle ploegen aan de pontons liggen moet de punt ruim achter de startlijn liggen om de startschoen veilig omhoog te laten komen zonder de boot te beschadigen. Daarna kan de boot in de startschoen worden geduwd/geroeid, waarbij de boeg van iedere boot scherp moet zijn of de punt wel voor de schoen ligt. De Japanse ‘boatholders’ zijn nog wat onervaren en proberen we nog wat tips mee te geven: het verschuiven van de boot hoeft niet alleen met het ponton, maar kan ook door het verplaatsen van je handen. Het is wennen maar het wordt wel opgepakt. De vaart komt er steeds meer in. Uiteindelijk weten bijna iedere 3 minuten een uur lang 5 boten weg te starten. De Technical Delegates van FISA, Svetla Otzetova en Eva Szantos, voorzitter Events Commission zijn best tevreden, maar er is natuurlijk altijd ruimte voor verbetering.


Na de practise starts mag ik nog zo’n 2 uur de spare races starten. Eerst 6 races in de vorm van een time trial. Doordat de meeste ploegen nog nooit time trial hebben gevaren loopt het eerst niet zo soepel, maar door snel wat aanpassingen door te voeren komen we in een lekker ritme. Na 50 minuten varen dezelfde ploegen nogmaals in dezelfde heatsamenstelling twee kilometer boord aan boord.

Daar krijgen we tijdens de start een andere innovatie om mee te dealen: in plaats van rust en stilte worden de ploegen aan de start live geïntroduceerd door het communicatieteam dat ook de videostreaming doet. Dat is nog wel een dingetje. Doordat de ploegen finishen als wij bijna gaan starten worden de ploegen te veel gestoord in het reguliere startritme van 2 minuten, concentratie, roll call, attention en go. Op zich een begrijpelijke innovatie, maar daar moet nog wat op doorontwikkeld worden!


Woensdag 21 juli: kennismaking, baanverkenning, juryvergadering

De eerste juryvergadering is om 8.30, de bus vertrekt om 7.05. Wekkertje gaat om 5.50. Even wat oefeningen, aankleden en naar het ontbijt. Een enorme hal waar we gesepareerd kunnen eten door de inmiddels normaal geworden spatschermen. Naar de bus die strak op tijd naar de baan vertrekt. Daar eerst de veiligheidsprocedure door: temperatuur en dan tassencontrole. Na een goedendag op het FISA-kantoor bij onder meer executive-director van FISA Matt Smith, regattamanager Nathalie Philips die gedetacheerd vanuit FISA inmiddels een paar jaar in Tokyo woont om dit Olympische roeitoernooi voor te bereiden met de lokale mensen en de Nederlandse Lotte Vloedmans die na haar ervaringen op de WK 2014 Amsterdam en haar studie via FISA en vervolgopleiding in Japan bij de Japanse organisatie van het roeien terecht is gekomen en inmiddels ruim vier jaar daar verblijft.
Daarna naar de zaal voor de eerste jurymeeting. In de pigeonholes (postvakken) liggen voor de juryleden de eerste hebbedingen klaar, terwijl we nog niets gedaan hebben! Een roeipin (voor de verzamelaars), een pen en een waaier. We krijgen ook een soort vestje waarin we icepacks kunnen doen.

Tijdens de juryvergadering doen we een kennismaking waarna we de baan rondgaan voor de baaninspectie om alles goed te leren kennen. Samen met twee collega’s word ik ingedeeld op de start. Nog even de bladen doornemen tot in de late uurtjes was toch een goede investering! Onze vesten gevuld met icepacks vertrekken we bij een temperatuur van 30 graden naar de start. Daar aangekomen zie we een paar Nederlandse dames ploegen waaronder de W2x en de W4-. De dames 4- wordt te ver in de startschoenen geduwd waardoor alleen in hun baan de startschoen naar beneden schiet. Dat betekent dat alle schoenen naar beneden moeten en de hele installatie opnieuw omhoog moet worden gebracht. We blijven kalm en met wat vertraging komen ze allemaal goed weg.
Met zijn drieën weten we ook de exotische landen goed te identificeren en het uurtje is zo voorbij. Jammer. Al met al een aardig begin, met nog wat opstartproblemen, maar dat is gebruikelijk in de beginfase van iedere wedstrijd. De komende dagen gaat dat met hard werken van een ieder vanzelf gesmeerd lopen.


Tijdens de lunch schuif ik even aan bij Hessel Evertse. Ook de roeiploeg heeft zo zijn uitdagingen, maar de sfeer is goed. It giet oan! ‘s Middags is er niet zo veel meer te doen dus we hangen wat gezellig rond en ik knap een uiltje. Als uitsmijter is er een ontmoeting van alle FISA-mensen (onder meer afgevaardigden van alle FISA-commissies die daar een rol hebben, de mensen van het FISA-kantoor uit Zwitserland en de juryleden) en de lokale organisatoren. Dat is handig want op zo’n wedstrijd werkt het ‘t best als je elkaar kent/makkelijk kunt vinden. Normaal met drankje en hapje, maar nu kaal en in de buitenlucht voor de enorme overdekte tribune. Het is niet anders. Daarna moet ik opletten dat ik niet de bus mis, want er arriveert weer een kamprechter uit de VS waar ik bijna te lang mee sta te praten. Precies op het tweeminutensignaal stap ik in de bus.
De eerste dag zit erop. Ondanks alle beperkingen merk ik dat ik toch positiever ben dan waarop ik me had ingesteld. Dat belooft wat voor de komende dagen!


Dinsdag 20 juli: aankomst

Na landing duurde het 8 uur voor we bij het hotel waren. Daar was het handen ontsmetten en temperatuur meten. Na incheck direct naar het Uniform & Accreditation Center (UAC) waar we onze kleding in ontvangst nemen: een sportieve en een nette set. De broek moest wat ingekort en het jasje mocht wat kleiner, maar verder klopten de vier maanden geleden opgegeven maten aardig.
Bepakt en bezakt terug naar het hotel voor een maaltijd in het enige restaurant waar we als buitenlander in mogen (geen mixen met de Japanners!). Overal waar we eten staat tussen ons en de overbuurman een spatscherm zodat de kans op besmetting wordt verminderd. Alleen tijdens het eten worden de mondkapjes afgedaan.
Terug in het hotel nog even de bladen bestuderen van de 80 deelnemende landen. Morgen namelijk practise starts en als je dan op de start staat moet je wel bladen van landen kennen als Qatar, Saoedi Arabië en Vanuatu. Wanneer zie je die nu op een reguliere FISA-wedstrijd? Niet vaak.