Sport gaat over verlangen

Door Feike Tibben | 17 januari 2021

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Van een aantal lezers kreeg ik reactie dat mijn stukje van vorige week een tikkie of twee te positief zou zijn. Ik riep toen verenigingen op om als we zometeen als sportclubs weer langzaam open gaan, zich niet alleen te richten op eigen leden, maar gelijk de deuren op te te zetten voor nieuwe sporters, mensen die weer willen gaan bewegen, die de ruimte op het water zoeken.
De essentie van de reacties was ongeveer: 

‘We hebben als verenigingen wel wat anders aan ons hoofd’
‘We zijn al blij als onze leden weer wat sport kunnen bieden.’
‘Ik hoop dat we ons ledenaantal weten vast te houden.’

Natuurlijk was achteraf gezien de timing van het artikel wat ongelukkig, zo net vóór de aankondiging van verlenging van maatregelen, en midden in een golf van de nieuwe virusmutanten die de opluchting van het vaccineren lijkt uit te doven. Maar toch…
Wellicht zullen er leden zijn die opstappen. Dat gebeurt elk jaar en misschien dit jaar nét wat vaker.
Maar aan de andere kant zullen er veel meer mensen zijn die op zoek gaan naar een nieuwe sport, die openstaan voor nieuwe ervaringen, die een sport zoeken die veilig is, die ruimte biedt. Echt waar. Misschien is het nu nog ver weg, maar het gaat gebeuren. Over enkele maanden al.
Juist wij als roeisport kunnen hen nieuwe uitdagingen en nieuwe ruimte bieden.  

Maar er is nóg een reden om energie te steken in het nadenken over nieuwe leden: de vitaliteit van de vereniging zelf. Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik vind het best wel een beetje saai. Bij gebrek aan elkaar zien, bij gebrek aan evenementen raakt er meer leeg dan alleen de agenda.
Zouden we nu niet juist dit jaar niet heel nieuwe dingen kunnen proberen op de verenigingen, andere groepen aanspreken, andere instructievormen zoeken. Niet meer van hetzelfde, maar meer van het andere. Voor de sporters, én voor de verenigingen. Juist daarmee houden we leden binnen, juist daarmee bieden we onze leden nieuwe lol in de sport en juist hierdoor worden we aantrekkelijk voor nieuwe groepen. Er is tijd en er is ruimte voor inspiratie.

Op internet vind je het boek voor de nieuwprijs van 35 euro en ook voor veel minder tweedehands.

Ik schreef hier vorige week dat sportstimuleringsprogramma’s voor niet-leden lonen, óók voor verenigingen. Voor wie het onderzoek dat ik aanhaalde te zware kost vindt en liever hands-on werkt: kijk eens in het grote ideeënboek voor sportclubs: verhalen uit de praktijk van andere verenigingen en uit andere sporten. Je wordt alleen al vrolijk van al die energie, en je wilt gewoon aan de slag.

Sandra Meeuwsen schreef ’t al in haar ‘kritiek van de sportieve rede’: sport gaat over verlangen.