Waarin Jan een Bosbaanrecord roeit

OProeien toen – 22

Door Jan Op | 12 januari 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Een van de journalisten heeft de euvele moed om onze Jonge Vier (terecht?) een ‘opvallend effectief roeiende ploeg’ te noemen. Waarbij een van de bemanningsleden de ‘crack’ wordt genoemd. Hij blijkt daar nogal trots op te zijn en laat dat ook duidelijk blijken. Enige bescheidenheid en het noemen van de medewerking van zijn ploeg zou op zijn plaats zijn. Dus moet hij uit zijn wolk terug op Aarde worden gehaald.

Het toeval wil dat hij terug in Delft over een paar splinternieuwe gympies blijkt te beschikken, een luxe die menigeen moet ontberen. En zijn gedrag wordt daardoor nog meer de ploeg onwaardig. De ploeggeest komt behoorlijk onder druk te staan. Om deze enigszins te herstellen zijn drastische maatregelen gewenst. Als hij even afwezig is haal ik snel een pot menie uit de werkplaats. Met duidelijke letters laten wij de wereld kennis maken met onze bijzondere ploeggenoot. Hij blijkt de eervolle beschildering niet te waarderen.

…is de volgende wedstrijd. In de acht. Op de Bosbaan. Onze enige tegenstander is Nereus. Njord laat lopen om voor Henley te trainen. De start is opnieuw op de rand van afkeuring. De kleine voorsprong die dit oplevert is altijd meegenomen. Plus het effect op de tegenstander. We blijven Nereus voor maar we hebben er wel alles dat in ons zit voor nodig. Eigenlijk dankzij Nereus halen wij de finish in (Bosbaan-)recordtijd. 6.04. Dat record heeft het vele jaren volgehouden.

In de krant: …1000 meter was Laga 1 meter(!) voor. Beide ploegen sloegen daar 33… Maar toen Laga het tempo verhoogde naar 34… Dat waren nog eens tijden (en tempo’s). Als we tegen een huidige acht zouden varen verliezen we met tien lengten.

We roeien niet meer in de vieren. Alle concentratie gaat uit naar het komende Lagalustrum waar de Oude Acht het hoofdnummer is. De bijbehorende beker hoort in onze prijzenkast thuis.


Dilemma’s

Door Kees Verweel | 9 januari 2021

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Wat een prachtige winterdag vandaag. Windstil, alles mooi wit bevroren, een heerlijke dag om te gaan sloeproeien! Was het maar waar. Vorig jaar om deze tijd trainden we 2-3 x per week, en nu moeten we geduldig afwachten tot we weer mogen en kunnen trainen. De Seelandia ligt er vredig bij, onder een prachtig laagje rijp, maar ligt inmiddels alweer bijna 3 maanden op de verkeerde plek… ☹

De laatste weken voelen vreemd. Enerzijds betrokken bij allerlei (sloep)roeizaken via de mail en zoommeetings, en ondertussen geen meter roeien. Het seizoen lijkt ook niet echt op te starten zo. Normaal gesproken ben je als sloeproeier druk met het laatste winteronderhoud om daarna zo snel mogelijk te water te gaan, of train je ’s winters door. En nu weet je dat de sloep nog lang niet te water kan.
Zelfs het gevoel van ongeduld is verdwenen. We wachten rustig af. Wat moet dat straks gaaf zijn, als we eindelijk weer zij aan zij de riemen door het water laten glijden! En wat zal het vreemd zijn om straks (2022?) weer een feestje te vieren in een feesttent met honderden andere roei(st)ers. Maar ondertussen mis ik het roeien gigantisch, en zoeken mijn gedachten naar alternatieven.
Met de kajak die ik tijdens de eerst lockdown heb aangeschaft kan ik in ieder geval het water op, maar peddelen is toch echt niet te vergelijken met de roeislag van een sloep. Een andere mooie solo-oplossing is wellicht een éénpersoons coastal boat! Oké, ook deze slag is echt anders dan een sloeproeislag, maar heeft er meer overeenkomsten mee dan de peddelslag. En met de Oosterschelde naast de deur is dit wellicht een prachtig alternatief! Dilemma’s dus. Ik wik en weeg nog even verder, en ga eens op zoek naar de mogelijkheid om ergens een proefvaart te maken.

Dit is een marlijn

Vorige week schreef ik over de Talisker Whisky Atlantic Challenge. Wat een prachtige en spannende strijd is dat! En wat doen ‘wij’ het goed! De twee heren van Row4Cancer finishen zo goed als zeker voor volgend weekend, en de Atlantic Dutchesses blijven knokken voor de zesde plek overall, prachtig! Hun eerste plek in het damesklassement hebben ze heel stevig in handen. De Dutchess of the Sea blijven keurig hun positie halverwege het veld verdedigen. Afgelopen week waren er binnen 24 uur bij 2 boten bizarre incidenten. Zowel bij de Latitude 35 als de Generation Gap boorde een zwaard van een marlijn zo’n 30 cm dwars door de sterke huid van de boot! Bizar!! Wij proberen met de sloep de oesterbanken te mijden, zodat we de antifouling niet beschadigen…  ? Je schrikt je toch een slag in de rondte als er ineens een marlijn aanvalt en zich dwars door je boot spiest. In de Latitude 35 kwam het zwaard vlak naast een been van een slapende roeier omhoog. En dan de koelbloedigheid van beide teams. Ze hebben de schade gerepareerd en de roeitocht hervat, wat een helden!


Sportverenigingen: de kiloknallers van 2021

Door Feike Tibben | 8 januari 2021

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Koninklijk bezoek bij Willem III – links Anneke van Zanen | © Merijn Soeters – www.merijnsoeters.com

‘We zijn in de coronatijd met z’n allen 50.000.000 kilo zwaarder geworden’ wierp NOC*NSF-voorzitter Anneke van Zanen koning Willem-Alexander, medio december op bezoek bij Willem III, voor de voeten, ‘en dat komt doordat we met al die lockdowns te weinig bewegen’. Met een ‘we zitten teveel en bewegen te weinig’, probeerde ze hem oog te laten krijgen voor de keerzijde van de coronamaatregelen.
50 miljoen kilo, en de kerst moest toen nog komen… pff.

Los van de vraag hoe Anneke aan dat monsterlijke getal komt (houdt de sportkoepel dat stiekem bij, hoe dan? wie dan?), die 50.000.000  kilo, dat is bijna 3 kilo per persoon, of 581.395.349 magnum-ijsjes, 10 keer meer dan er jaarlijks verkocht worden. Unilever smult.
Met die 50 miljoen kilo is trouwens wat raars aan de hand. Nog in 2016 werd opgeroepen dat we met z’n allen ditzelfde aantal kilo’s moesten afvallen om van obesitas af te komen. Geen idee of dat gelukt is of dat we nu voor een dubbele uitdaging staan.
50 miljoen is ook het aantal kilo’s rundvlees dat een paar jaar geleden werd teruggeroepen, en precies de hoeveelheid kippenvlees die Oekraïne in 2019 extra mag exporteren.
Gevoelsmatig hebben al deze getallen wat met elkaar te maken.

Maar goed, even terug naar het onderwerp: we hebben komend jaar dus een stuk of 50 miljoen uitdagingen om af te komen van de stilzitkilo’s en Nederland weer in beweging te krijgen. Hier ligt een mooie kans voor onze sport, voor onze verenigingen. Want ja, in 2021 zal de sport  – langzaam – weer open gaan.  En misschien dat verenigingen daarbij de neiging hebben om eerst de focus leggen op de vertrouwde leden, ‘eigen roeiers eerst’. Begrijpelijk. Het is fijn als we weer mogen sporten, het is fijn elkaar weer te zien, maar het zou jammer zijn ons tot eigen leden te beperken. Als geen ander zijn verenigingen in staat om mensen langere tijd te binden en dus écht in beweging te houden.

Linda Ooms heeft onderzocht hoe sportstimuleringsprogramma’s daarbij kunnen helpen. Zo’n sportstimuleringsprogramma is een kort traject waarbij mensen nog niet gelijk lid hoeven te worden en zich moeten voegen naar de mores en sores van een vereniging maar een gericht programma krijgen van een paar weken. Denk aan start2bike, Run 2befit of zo’n drieweeks programma om je klaar te stomen voor een cityswim. Ze geeft zes ingrediënten voor een succesvol programma:

  • Bied een laag instapniveau. 
  • Maak een stapsgewijze opbouw.
  • Zorg voor persoonlijke aandacht van kundige en betrokken trainers. 
  • Sport in groepsverband. Dit geeft sociale steun om te beginnen én om het vol te houden.
  • Bied vervolgactiviteiten. Laat deelnemers na afloop van het sportprogramma bijvoorbeeld doorstromen naar een beginnersgroep.
  • Hanteer lage deelnamekosten. Gebrek aan geld moet geen barrière zijn om mee te doen.

Die zes puntjes zijn natuurlijk appeltje-eitje voor onze 122 verenigingen. Hier ligt een fantastische kans. Veel mensen zullen dit jaar op zoek gaan naar nieuwe mogelijkheden, nieuwe sporten. Veel mensen hebben vorig jaar al de ruimte op het water ontdekt, laten we hen die ruimte geven. Het roeicongres heeft als thema Veerkracht en dat is niet voor niets. Komend jaar veren we weer op. Komend jaar gooien we de deuren open.

2020 was het jaar van Covid.
2021 wordt ’t jaar van ‘Go Fit’
en sportverenigingen worden de kiloknallers van 2021.


1951: Varsity en Hollandia

OProeien toen – 21

Door Jan Op | 5 januari 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Varsity

Wij, de Jonge Vier, liggen aan de start van de Varsity van 1951. Ik op slag. Bij het starten heb ik nu goed opgelet. Bij de A van “AF” gaan we ervandoor. Blijkbaar nog binnen de tolerantie van de starter (geen Laganees).  Het is lekker weer en de boot loopt ook lekker. Al snel liggen we lekker voor. En we winnen zeer ruim. Een opsteker voor de Oude Vier?


Deze foto laat zien dat mijn maten achter mij de haal nog keurig afmaken terwijl ik bij de toeter het laat afweten en enigszins vermoeid al laat lopen.

De vader van de 3 heeft een vriend met een boot zo ver gekregen om bij de Varsity af te meren. Wij klimmen aan boord en aanschouwen de rest van de wedstrijden onder het genot van…  De Oude Vier redt het niet om eerste te worden.

Hollandia

De wedstrijd in de toen gebruikelijke jaarlijkse volgorde. We hebben weer in de 8 getraind, maar ook beide vieren zijn gehandhaafd. Dubbel trainen. Maar ook examens moeten worden gehaald. De 4B is vrijdagavond aan de beurt in een heat. Daarin kwalificeren we ons voor de finale morgen. Daarin hebben we wat moeite om Njord achter ons te houden. Bij het naderen van de finish krijgen we echter een extra stimulans: de stuur van Njord roept: “10 harde voor Sylvia”. Wie roept een m… erbij om te winnen?

De Oude Vier heeft tegenslag. De boeg moet het bijna opgeven. Hij heeft al enige tijd last van iets in zijn ingewanden en heeft de coach daarvan niet op de hoogte gesteld. In de Oude 8 wordt hij vervangen door de boeg van de Jonge 8. In het hotel/restaurant ’s Molenaarsbrug bij de finish is een kamer gehuurd. Daar rusten de beide vieren tot het hoofdnummer als laatste aan de beurt is.
De veelvuldige winnaar van wedstrijden Njord kan ons deze keer niet bijhouden en moet zelfs Nereus voor laten gaan. Maar ook die houden we achter ons. Dus blik. Zelfs twee!! Nu oppassen dat ik niet bekakt word.


Hotspot Zeeland

Door Kees Verweel | 2 januari 2021

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Allereerst via deze weg voor alle lezers een mooi, sportief en gezond 2021 toegewenst!

Dat vreemde jaar 2020 is afgesloten, en 2021 zal sowieso nog vreemd opstarten. Zo staat over 4 weken de FSN ALV gepland, en die zal online moeten, een uitdaging met enkele honderden deelnemers. Sloeproeien zit er helaas nog even niet in, eerst zullen we weer met een grotere groep binnen 1,5 meter afstand van elkaar moeten kunnen trainen. Normaal gesproken start het seizoen in april, ik ben benieuwd waar we dan staan.
De sloeproeikalender 2021 is tot aan de nok gevuld. Gelukkig start volgende week het covid vaccinatieprogramma dus er gloort licht aan de horizon! Ik kan niet wachten, want er komen mooie events aan, zeker in onze regio Zeeland. Zo staat van 7-10 mei aanstaande het Junioren Coastal Kamp gepland aan het Veerse Meer. Ik was betrokken bij het zoeken naar een goede locatie, en vanuit dit contact ontstond het idee om tijdens het coastal weekend met de roeisloep Mytilus een aantal sloeproei-clinics te gaan verzorgen. Leuke afwisseling voor de deelnemers, en gaaf als verschillende roeidisciplines elkaar ontmoeten op het water. We zijn dus present met een sloep, een aantal stuurlieden en wat roei(st)ers.
Later dit jaar – op 18 september – gaan we op hetzelfde Veerse Meer alsnog onze 20e editie van de Veerse Meer Sloepenrace organiseren. Het schrappen van de editie 2020 viel zwaar, maar we willen dit lustrum goed vieren, wat afgelopen jaar niet mogelijk was.
En we kijken ook al uit naar 2022, want dan staat van 27 juni tot 2 juli het wereldkampioenschap St Ayles skiff roeien gepland. Zo’n 1.000 tot 1.500 deelnemers uit alle delen van de wereld komen dan een week lang op het Veerse Meer strijden, hoe gaaf is dat! De organisatie van de Veerse Meer Race is gastheer en medeorganisator, en gaat samen met de organisatie van Skiffie Worlds 2022 een prachtig event neerzetten. En uiteraard kunnen de St Ayles skiffs ook inschrijven voor de Veerse Meer Sloepenrace 2021, zodat ze alvast het roeiwater kunnen verkennen. En last but not least, ik hoop dat we tussen deze events door weer volle bak drie keer per week met onze Seelandia op het Veerse Meer onze trainingsronden kunnen doen. En eindelijk onze 1e wedstrijden kunnen gaan roeien. Genoeg om naar uit te kijken dus!

Maar we moeten nog even geduld hebben, dus ik heb nu volop tijd om dagelijks de prestaties van onze Nederlandse deelnemers aan de Talisker Whisky Atlantic Challenge te volgen. Deze editie is ongekend spannend, want het weer heeft regelmatig grote invloed op het klassement. De twee heren van Row4Cancer voeren vanaf dag 1 het veld met overmacht aan, en zijn nu – 3 weken na de start – inmiddels op 2/3 van het traject van bijna 5.000 km roeien! Het gaat erom spannen of ze een nieuw record gaan roeien. Ze finishen ergens half januari.
En dan de Atlantic Dutchesses. Deze oranje leeuwinnen voeren met overmacht het damesklassement aan, en liggen al dagen in een felle strijd verwikkeld met de heren van For a Fitter Planet. Vorige week lagen ze op slechts één zeemijl afstand van elkaar. Ze vechten al weken om de 6e plek overall, alleen hiervoor al check ik met grote regelmaat de Yellow Brick tracking pagina. Hun challenge zit er eind januari / begin februari op.
De Dutchess of the Sea tenslotte liggen keurig in het middenveld op de 12e plek overall, en finishen waarschijnlijk half februari. Wat een machtige prestaties worden er geleverd daar op de oceaan.

Coastal roeien, St Ayles skiff roeien, Sloeproeien, oceaanroeien… het komt allemaal weer samen in één artikel. Laten we er samen een prachtig 2021 van maken!

Foto Wilde Mossels – Mytilus

De echte verandering V: dudes & rockers

Een serietje over licht en coastal

Door Feike Tibben | 1 januari 2021

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Dat coastalroeien meer is dan een leuk opstapdingetje voor de junioren of meer is dan een overstapkans voor lichte roeiers, meer is dan de enige mogelijkheid om mixed te roeien, (mixed roeien is natuurlijk helemaal niet aan open water gebakken, het was gewoon makkelijker hiervoor een nieuw nummer te vinden dan een bestaand nummer om te vormen) of een mogelijkheid is oude vrienden te treffen schreef ik al.

Maar het écht nieuwe is natuurlijk de compleet andere roei-omgeving en de andere sfeer.

Want coastal dat is ook strand, zee, ruimte, vrolijkheid. Strand dat is de nieuwjaarsduik, flaneren, zwemmen, surfen, chillen en nu dus ook zeeroeien. Misschien boren we met dat coastal wel een heel nieuwe groep roeiers aan. Dudes die niets moeten hebben van dat hogeschool-roeien op strakke banen. Vrije vogels die zelf hun koers bepalen en het gevecht met de golven willen aangaan en daarna achteloos het strand opkuieren. Wat zou dat leuk zijn. Ik kijk er nu al naar uit dat op ledenbijeenkomsten de jasje-dasjes van de studenten worden afgewisseld met slippers, nonchalant linnen en de onvermijdelijke wave-kettingen van de beach boys & girls. Of nog beter: prijsuitreikingen die groovy worden begeleid door clubzang in jamaica-stijl: ‘me life is only important if me can live/row plenty’. Yeah man.

Maar ja, we blijven natuurlijk niet aan zee: Wie op de harbourraces is geweest in Rotterdam weet dat coastalroeien ook een echte urban sport is. Ideaal voor ruig raggende rockers voor wie de stad niet groot genoeg kan zijn, die meer willen dan 3*3 basketbalboulderen, inline skaten, stuntsteppen, skateboardenslacklinenstreethockey/streetvolley, of panna. Urbanísta’s die een crossover zoeken met trailrunnen, bootcampen of streetbiken. Misschien zelfs coastal inpluggen op het framed festival of plekje vinden in de urbansports coalition.

Joris Bergman van WSR Argo maakte een paar weken geleden de vergelijking op de regiobijeenkomsten: ‘het coastalroeien is als het shorttracken bij schaatsen of bmx-en bij het fietsen. Het is snel, heeft spektakel en spreekt nieuwe groepen aan.’ Die rappe Rijnroeiers uit Wageningen hebben het begrepen. Ze zijn niet de enige: Roeivereniging de Maas schijnt met een idee te spelen om ‘op Zuid’ een heus coastal-initiatief op te zetten en daarmee nieuwe groepen aan te boren. Ik zeg: pak maar door.

De juniorencommissie duikt helemaal in het diepe. Beklaagde ik me een paar weken geleden nog dat er zo weinig geroeid wordt in Zeeland: hoppa: zij organiseren van 7- 10 mei het juniorencoastalkamp op het Veerse Meer. Zeeland, coastal, junioren… zomaar drie kansgebieden gebundeld in één actie. Wat een mooi initiatief om onze roeiende jongeren meer ruimte te geven! Een feestje voor roeiers, dudes en rockers. Nog 18 weken.
(Voor wie niet meer zo jong is: 29 mei zeeroeien ‘op Scheveningen’. Nog 21 weken.)
Let’s rock. Het wordt een mooi, nieuw jaar.

Foto Roei!

De echte verandering IV: met oude vrienden in de kerststal

Een serietje over licht en coastal

Door Feike Tibben | 26 december 2020

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Ik neem jullie mee naar de wortels van onze sport.

Wat misschien maar weinigen weten is dat roeien een van de eerste betaalde sporten was: rond 1660 waren er ongeveer 10.000 veermannen en beroepsroeiers nabij de Theems actief. Die verdienden hun geld niet alleen met loods- en transportwerk: regelmatig waren er wedstrijden, waarbij de aristocratie flink inzette met weddenschappen en de beroepsroeiers met het prijzengeld hun inkomen mooi konden aanvullen (kom daar nu nog eens om). De boten: gewoon dezelfde waar men op andere dagen mee werkte.

Maar ja, er kwamen roeiers die geen bootjes nodig hadden voor het werk. Zij konden hun bootjes smaller maken. De nieuwere boten waren sneller en vergden een andere techniek dan de traditionele boten. Met de komst van de snellere boten, met de riggers, en de rolbankjes kwam er ook een scheiding tussen broodroeiers en amateurroeiers. Exclusiviteit werd een kernwaarde. Er kwamen exclusiverende maatregelen: ballotage, contributieheffingen en kledingvoorschriften. De roeiverenigingen van de universiteiten van Cambridge en Oxford stelden hun vereniging alleen open voor mensen met een bepaalde opleiding of sociale herkomst. Toen de Amateur Rowing Association in 1882 werd opgericht kreeg deze als eerste opdracht om amateurregels te formuleren. Het was een periode van heftige klassentegenstellingen, dus die regels werden scherp: Iedereen “who is or has been by trade or employment for wages, a mechanic, artisan, or labourer, or engaged in any menial duty” werd uitgesloten om lid te worden.

In ons land was het niet veel anders. De Koninklijke Nederlandsche Yachtclub hield midden negentiende eeuw nog roeiwedstrijden volgens het oude Engelse systeem: de boten werden niet bemand door clubleden, maar door betaalde huurlingen. Verenigingen als De Maas en De Hoop gaven soms roeiles aan leerling-matrozen en stuurde hen als verenigingsafvaardiging naar wedstrijden. Geroeid werd er om geld. De matrozen mochten dan een deel van het prijzengeld houden. Vanaf ca 1880 – de grote opkomst van de Engelse sporten op het vasteland – worden in verschillende universiteitssteden eigen roeiclubs opgericht met de Engelse amateurregels en natuurlijk Engelse wedstrijdboten. Arbeiders werden uitgesloten van lidmaatschap.

Gevolg: weddenschappen verdwenen, de geldschieters trokken zich terug, het beroepsroeien dat rond het midden van de 19e eeuw – zeker in Engeland – erg populair was,  verdween al voor de eeuwwisseling van de radar. De werelden van het vlakwaterroeien en het roeien in traditionele boten (of in jargon: dakgootroeien en badkuiproeien) ontwikkelden vanaf dat moment zich in gescheiden werelden: met andere boten, ander water, andere regels, en andere omgangsvormen.    

Het vlakwaterroeien ontwikkelde zich in een klimaat dat verbonden was met het studentenleven. Het roeien in grote werkboten ontwikkelde zich vooral her en der lokaal en op de zeevaartscholen, als verplicht onderdeel van de opleiding. De groei en ontwikkeling van beide sportvormen – inmiddels is 2/3 van de KNRB-roeiers geen student en sloeproeien kan in meer plaatsen worden gedaan dan rolbankroeien – verandert daar niets aan: we roeien in gescheiden werelden.

Maar dan komt daar coastal. Coastal ontpopt zich als nieuwe sport, die ons even logisch als onvermijdelijk verbindt. De vlakwaterroeiers die een verzetje op open water zoeken, de sloeproeiers die eens wat sneller willen varen, stappen, ieder vanuit de eigen sportomgeving, in deze ontwikkeling. Bij de nieuwe coastal initiatieven in Harderwijk, Katwijk en Scheveningen zien we het: vlakwater- en vastebankroeiers treffen elkaar op ledenavonden of in de haven. Bij de deelnemers aan de Talisker Whiskey Atlantic Challenge die nu op zee zijn, zien we het ook: Mark en Kai, de Atlantic Dutchesses en Dutchess of the Sea zijn leden van verschillende verenigingen, vanuit verschillende disciplines. Het zijn sloeproeiers én rolbankroeiers en nu samen in één boot op weg om de oceaan over te steken.

Samen in één boot, als oude vrienden die elkaar weer ontmoeten: ‘waar was je zo lang.’ Toch wel een mooie verbroederingsgedachte op deze 2e kerstdag.

Coastalroeien is eigenlijk een soort kerststal-roeien.
Fijne dagen!


Hollands glorie via yellow brick

Door Kees Verweel | 19 december 2020

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


De lockdownregels zorgen ervoor dat je redelijk aan huis gekluisterd bent, en afgelopen week heb ik gemerkt dat ik wellicht mede hierdoor nogal verslingerd ben geraakt aan Yellow Brick Tracking, en dan vooral de versie via je browser.
Hoe moet dat zo’n 40 jaar geleden zijn geweest? Oceaanroeiers hadden geen grote kortegolfzenders aan boord. Communicatie via de satelliet kon in die tijd nog niet, uitsluitend zo nu en dan een éénrichtingverkeer positie fix van SatNav wat toen al – in afwachting van het nieuwe GPS-netwerk – forse perioden van ‘no fix’ liet zien, en de fix die je ontving verscheen niet keurig op een schermpje zoals nu, dus de roei(st)ers van toen moesten dan ook nog eens op een papieren kaart hun positie plotten. Dus na vertrek was het vooral een hele lange tijd heel stil voor het thuisfront. Wekenlang wachten op een teken van leven, en je afvragen hoe ver ze zouden zijn en welk weer ze onderweg hadden.
En kijk nu! Via Yellow Brick kun je nagenoeg live de Talisker Whisky Atlantic Challenge 2020 volgen! Meerdere malen per etmaal ontvangen we een update van de posities, met automatisch de stand in het klassement en een update van de ETA (het verwachte finishtijdstip) berekening. Verder kunnen we wind, stroming, luchtdruk, bewolking, regen en golven zien, echt prachtig hoe de huidige technieken alles op je scherm toveren! Je kunt zelfs de afstanden tussen de verschillende boten plotten. En als je niet achter een tablet of pc zit is er nog de YB Race app waar – met iets minder informatie over stroming, luchtdruk etc – de challenge ook uitstekend is te volgen. En als je dan ook nog de diverse socialmediakanalen volgt, zie je regelmatig foto’s of filmpjes binnenrollen rechtstreeks vanaf de oceaan. Foto’s van de roei(st)ers en de machtige oceaan, maar ook filmpjes van een school dolfijnen onder een roeiboot, echt schitterend! Dus ik kom deze vreemde kerstdagen en laatste week van 2020 wel door, no problem!

Onze Nederlandse teams doen het overigens heel erg goed op de oceaan. De 2 mannen van Row4Cancer liggen na bijna 8 dagen sinds de start vanaf dag één op kop, zowel overall als 1e van de duo’s en 1e van de open klasse, echt een prachtprestatie! Ze hebben er inmiddels bijna 700 zeemijlen (bijna 1.300 km) opzitten in een week tijd. Ze liggen bijna 50 zeemijlen voor op nummer 2. En dan de Atlantic Dutchesses: deze 4 dames liggen al dagen op een prachtige 6e positie overall, zijn 5e in de ‘fours’ en 5e in de race klasse, met alleen maar herenteams voor zich, oftewel ze liggen van de damesboten in de 1e positie, een topprestatie! Het derde Nederlandse team, de Dutchess of the Sea, liggen momenteel 12e overal en 9e in de ‘fours’. Ze zijn de afgelopen week vanaf een 17e plek overall opgeklommen naar deze 12e positie. Van de dames liggen ze 3e en kruipen ze langzaam naar voren. Wat een Hollands Glorie! Via sloeproeienNL geef ik regelmatig een update!

Rest mij om iedereen via deze weg alvast fijne Kerstdagen en een gezond nieuwjaar toe te wensen! Mijn volgende blog volgt op 2 januari 2021…


De echte verandering III: een complete sport

Een serietje over licht en coastal

Door Feike Tibben | 19 december 2020

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Onder roeiers maar al te populair: ‘Licht roeien is als basketballen voor kleine mensen’. Oftewel: ‘We kijken er wat ginnegappend naar, maar je moet het niet al te serieus nemen. Het échte roeien is een sport van grote, zware mannen en vrouwen. De rest: Spielerei.’

Natuurlijk zit er een zekere lichtheid in die spot en moeten we dat niet al te serieus nemen. Maar toch… het stoort me toch ook. We zeggen toch ook niet dat Usain Bolt, king of sprint, een marathonloper is zonder uithoudingsvermogen. Of dat Eliud Kipchoge, wereldrecordhouder op de marathon, een lousy atleet is omdat ‘ie maar niet op gang komt. Of dat Roy van de Berg met z’n 75 cm om die reden een betere wielrenner is dan skinny Tadej Pogačar.
De compleetheid van het roeien toont zich in het grote aantal nummers. Skiff, dubbel, quadrupel, octet, boord, scull. (‘Waar kijk ik naar’, vroeg een bekende hockeyster me op de Holland Beker, ‘de heren waren toch net al?’) Behalve het grote aantal nummers is het voor de rest eenheid wat de klok slaat: iedereen vaart de standaard 2000 meter. Allemaal 2000 meter, met als enige verschil het type boot.

Als een schaatstoernooi voor schaatsers die allemaal 1500 m schaatsen: een groep op houtjes, een andere op vaste noren, een derde groep op klapschaatsen, en een vierde keer in een groepje kop-over-kop. Of de atletiek met maar één afstand: een keer voor iedereen op blote voeten, een keer voor mensen met gympen, en één voor trotse vaporfly-eigenaren.
Kijkend naar bijvoorbeeld atletiek, wielrennen en schaatsen in vergelijking tot roeien, dan hebben die andere prestatiesporten een grotere variatie: van sprint tot marathon, van 200 meter met vliegende start tot Tour de France of van 500 meter tot 10 km of 50 rondjes massastart. Dezelfde sport, maar met variëteiten die een ander fysiek vragen. Daar hebben we geen discussie of lang, kort of licht, zwaar: je zoekt het nummer waar je fysiek het best tot z’n recht komt en gaat excelleren.

En ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar het meest interessant vind ik de afstanden waar specialisten uit verschillende disciplines de degens kruisen: de 200 meter waar sprinters en 400 meter-lopers elkaar treffen of de 1000 meter schaatsen waar een snelstartende sprinter stervend vooruit probeert te blijven voor de sluipend naderende 1500 meterspecialist. De Giro met klimmers versus tijdrijders.

Het bruggetje naar het roeien is snel gemaakt: met het coastal roeien voegen we meer toe dan alleen ander water, meer dan alleen een mixed nummer. ‘Als de afstand langer wordt, heb je minder aan lengte en kracht. Dan gaan andere fysiologische variabelen een rol spelen. Als het op uithoudingsvermogen aankomt, zijn kleinere, lichtere mensen in het voordeel’, stelt Hessel Evertse in de Roei! van oktober 2020. Kijk aan!

Met coastalroeien wordt het echte roeien, het gewone roeien uitgebreid. We gaan op weg naar het complete roeien. De lichte roeiers: de klimgeiten van de roeisport. Dansend op de golven.


Beter opletten

OProeien toen – 20

Door Jan Op | 16 december 2020

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Niet dat het roeien van de Head onbelangrijk is maar eigenlijk begint het “echte” roeien erna.

Ik noemde het al “slavenarbeid”. Maar, in tegenstelling tot het thans gangbare, vinden wij het aanvaardbaar. Of eigenlijk zien we uit naar de volgende inspanning en alles wat we te leren krijgen. Voor de afstammelingen van de Jonge Acht is al een bodem gelegd die aardig in de buurt komt van Jo’s ideeën. Voor de andere vier maten is het omschakelen. Toch vormen we al snel een eenheid, hongerig naar het opvreten van tegenstanders.

Nog wat achtergrond. De dagelijkse inspanning: bakken, tubben en varen maakt enige ontspanning nodig. En daar komt het studeren nauwelijks voor in aanmerking. Toch is dat een onderwerp waar elke coach op let. Als studieresultaten uitblijven is de kans groot dat de Minister van Oorlog je inlijft. En is de ploeg een man kwijt.

De ontspanning vindt dan ook in de avond plaats. Na het nuttigen van extra versterkend voedsel bestaande uit veel aardappels of rijst, een wat groter stukje vlees van matige afmetingen en groenten uit de kassen van de buren: (Westland). De beroemde “Lagatafel”.

De “ploeggeest” speelt een grote rol. De tweede voorstelling in de bioscoop versterkt deze. De voorste rij is favoriet. De benen kunnen gestrekt steunen op het podium waarop het doek staat. Die tweede voorstelling is even na elven afgelopen. Dat is te laat om nog op tijd in bed te liggen. Enige heren met een dikke das om vertrekken zonder te weten of “het wel goed afloopt”.

Behalve in de 8 roeien we ook in twee vieren: De Oude Vier en de Jonge Vier. De Varsity nadert. Op Oud-ledendag: voorroeien van de Ouderen. Deze keer zijn wij de tegenstanders.

Start bij de Hoornbrug in Rijswijk. De president is de starter. Ik zit op slag in de Jonge Vier. Voor het eerst aan een start. Even voor het commando “start” klinkt vertrekt de Oude Vier. Dat verrast mij. Onmiddellijk er achteraan. We lopen een beetje in, maar we komen toch te laat. Zij hebben de eer gered. Ik zal voortaan beter opletten.


Harlingen – Terschelling alleen voor mannen

Door Kees Verweel | 12 december 2020

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Vandaag is de start van de Talisker Whisky Atlantic Challenge 2020. En acht Nederlandse dames staan op het punt om Hollandse geschiedenis te schrijven.
Op de Wall of Fame van Nederlandse oceaanroeiers prijken nog geen dames. Terwijl er in de jaren ’70 en ’80 al regelmatig dames oceaanroeitochten volbrachten liepen wij op onze school begin jaren ’80 nog tegen seksediscriminatie aan op Terschelling. Tijdens mijn eerste studiejaar – in 1982 – wilden de dames van school zich inschrijven voor de Harlingen-Terschelling race, en een ploeg dames uit Harlingen had hetzelfde bedacht en ook al wekenlang getraind voor deze uitdaging. Er waren in die tijd nog geen inschrijfvoorwaarden, iedereen kon zich dus opgeven.
Maar helaas voor de dames…. De organisatie vond het alles behalve verantwoord om dames toe te laten tot deze race, en voerde diverse argumenten aan om dit te onderbouwen; de kans op moeilijkheden onderweg zou voor dames te groot zijn. Er mocht geen tijdverschil met de heren ontstaan. De (6-riems) damesploegen roeiden in een onverantwoord kleine sloep en de deelnemers moesten de tocht kunnen volbrengen. Dus men nam aan dat een damesploeg de tocht niet zou kunnen volbrengen. Bij ons in de klas kwam dokter Smid van Terschelling uitleggen waarom onze dames echt niet mee mochten doen. Kortom, de HT was alleen voor mannen!
Onze zeevaartschooldames hadden geen keuze en moesten van de plannen afzien. De dames in Harlingen namen hier geen genoegen mee, en besloten buiten mededinging mee te gaan doen, niemand kon ze verbieden om een half uurtje voor de eerste start zelf in hun sloep naar Terschelling te gaan roeien. Ze volbrachten deze HT in 4,5 uur en bewezen hiermee dat de tocht wel degelijk door dames geroeid kon worden!
Gezien deze mooie prestatie werden de Harlinger dames ‘buiten mededinging’ opgenomen in de officiële uitslag. De organisatie kon nu geen damesploegen meer weigeren, dus in 1983 deden drie damesploegen officieel mee, allemaal in zesriems sloepen. Tijdens de HT van 2019 waren van de 140 deelnemende sloep maar liefst 39 damesteams! Je kunt je toch nauwelijks meer voorstellen dat bovenstaande nog zo kort geleden de praktijk was! En zo blijkt gelukkig dat roeien echt voor iedereen – jong / oud / dames / heren – geschikt is, ongeacht hoe lang of hoe zwaar een race is! Terwijl ik dit schrijf tikken de laatste drie uurtjes voor de start weg, en beginnen straks acht Nederlandse dames aan hun 4800 km lange roeitocht, hoe gaaf is dat!
En hoe gaaf is het dat dankzij alle moderne middelen deze oversteek live is te volgen. Ik ga ervan genieten.