Door Feike Tibben | 21 augustus 2020
Wat me altijd opvalt als we zo eind augustus, begin september weer in ons normale ritme komen: het is net of iemand de voorbije weken stiekem de tijd heeft verdraaid. Voor de zomer hebben we oneindig lange zomeravonden, waar je rustig om acht uur of half negen nog even het water op kunt. Na de vakantie moet je opeens opletten om nog voor het donker terug te zijn. Een paar weken lang is het dan steeds meer proppen om nog aan het roeien toe te komen tussen werk en donker. En in deze coronatijden met vaste blokuren is het best lastig om nog gaatjes te vinden.
Steeds meer verenigingen lijken ervoor te kiezen om ook in het donker te varen.
Alfred Dijkstra van de commissie veiligheid van de KNRB heeft de aanpak van verschillende verenigingen op een rij gezet. Je ziet interessante verschillen die niet alleen te verklaren zijn uit verschillen in roeiwater. Ik laat er een paar de revue passeren
Er zijn heel leuke eisen. Zoals een vereniging die de meefietsende coach niet alleen verplicht tot het voeren van goede reguliere fietsverlichting (die het ook bij terugkomst in de loods moet doen!), maar deze ook opdraagt om een groen lampje mee te voeren. Ik vraag me af of er al een binnenvaartschipper hierdoor verward is geraakt en zijn schip de kade in heeft geboord.
De leukste? De eis dat het ‘alleen toegestaan is verlichting aan de boot te tapen met PVC (Heeres) tape’. Je gaat je toch afvragen wat de reden was van zo’n eis. Heeft iemand een keer de boel zo vastgemaakt dat de verlichting niet meer verwijderd kon worden? Is er een keer bij het lostrekken van de tape de hele huid meegetrokken? Vragen…
Wat levert zo’n vergelijking nou nog meer op? Er zijn verenigingen die eisen stellen aan roeiers. Dat mogen dan alleen scull2-roeiers, wedstrijdploegen of marathonroeiers zijn of het zijn ploegen met expliciete toestemming. Op de site is dan te lezen dat ‘Derozepekskes’, ‘Voortvarend’ en ‘Zonderdollen’ in het donker mogen varen. (Ik vermoed dat dat in Brabant zal zijn)
Andere verenigingen stellen juist eisen aan de stuur, in de vorm van een minimum-diploma
Weer andere stellen vooral eisen aan boten: alleen gestuurd, grotere nummers of alleen C-materiaal en wherry’s (dat zullen dan wel juist niet de wedstrijdploegen zijn)
Met of zonder coachboot, afhankelijk zijn van de grootte van het water en het al of niet aanwezig zijn van een fietspad
Zorgelijker is het verschil in eisen van kleding en verlichting: sommige verenigingen hebben geen kledingeisen, andere verplichten een wit of fluorescerend shirt. Op het gebied van verlichting is het echt bal. Een enkeling verwijst naar het BPR, maar veel vaker is er een eigen invulling, bijvoorbeeld: ‘rood licht op boeg, wit licht achterop’, of een simpel ‘goede verlichting is verplicht’. Huh?
Er lijkt een wereld te winnen in het donker.