‘De’ recreatieve roeier

Door Feike Tibben | 19 februari 2021

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Roeibond, met als portefeuille innovatie en infrastructuur. Lees alle bijdragen – op persoonlijke titel – van Feike hier.


‘Hoeveel recreatief roeiende roeiers zijn er eigenlijk?‘ Zomaar een vraag die langskwam in de nieuwe KNRB-commissie recreatief roeien. Die andere groepen weten we vaak wel. We kennen de wedstrijdroeiers van verslagen en van inschrijvingen, van stukjes in de media en van eigen bijdragen op de socials. Maar recreatieve roeiers? De slagen in de lucht liegen er niet om: ’60 procent’, roept de één. Een ander overtroeft: ‘Als ik kijk naar mijn club, ik denk zeker wel 80 procent’. Weer een ander toont zich voorzichtiger en claimt een voorzichtige 40%. Maar hoe zit het nou? Verenigingen categoriseren leden niet, laat staan dat die gegevens worden gedeeld. Inschrijfgegevens bieden ook geen soelaas. Gelukkig bleek er in een enquête uit 2020 ten behoeve van het Handboek Roeiaccommodaties aan de verenigingen een aantal vragen te zijn gesteld over de ledenpopulatie. De enquête is door bijna de helft van alle roeiverenigingen, studenten en algemeen, groot en kleiner, ingevuld en dus bruikbaar.

Het levert interessante uitkomsten. In één beeld hierboven is te zien hoe de roei-ambities en roeicultuur verschillen tussen algemene en studentenroeiverenigingen. Om de grootste er uit te pakken: bij studentenverenigingen doet 2/3 van de leden aan competitieroeien. Bij algemene verenigingen roeit 2/3 vooral op de eigen club en doet niet mee aan evenementen. Deelname aan (inter)nationale wedstrijden is zowel bij de studenten als de algemene verenigingen beperkt tot de meest fanatieke 10%.

Roeiers die niet meedoen aan evenementen, die dus niet een meedoen aan de Head of the River, Lingebokaal, of Amstelcup, ook niet op de NKIR of bij een coastal wedstrijd zijn. Roeien die wel? Ja hoor: het zijn veel routineroeiers die één of meer keren per week met een vaste ploeg het water op gaan. Motieven: fit blijven, voor de gezelligheid, de ‘breek in de week’, even de kop in de wind, allemaal andere vormen en motieven, met één kenmerk: er komt geen tijdmeting aan te pas.

Terug naar de vraag. Hoeveel recreatieve roeiers zijn er? Extrapolatie van de verenigingsopgaven uit de enquête 2020 naar de hele KNRB-roeipopulatie (iets minder dan 1/3 student, ruim 2/3 algemene verenigingen) levert op dat de groep die vooral, of alleen maar, op de eigen club en het eigen vaarwater roeien ruim 20.000 roeiers groot is. T w i n t i g d u i z e n d ! Onze grootste doelgroep. De zwoegende meerderheid. Mooi dat we nu een commissie recreatief roeien hebben. Deze commissie is breed samengesteld met roeiers van Pampus, De Dragt, De Hoop, Alphen, Weesp, Isala en Amycus. Er ligt met dit gegeven in de hand voor hen een mooie uitdaging om de belangen en behoeften van de recreatieve roeier te beantwoorden. Hoewel.. ‘De’ recreatieve roeier? Ik vrees dat die ook niet bestaat.