Jaloezie

Door Willem van Schelven | 4 mei 2020


Willem van Schelven (1948) roeit wedstrijd vanaf zijn veertiende en gaat niet van die verslaving af komen. Coachte lange tijd, zowel junioren, senioren als Masters, van beginnelingen tot WK-gangers. Is lid van Poseidon, maar roeit ook vanuit huis op de Hollandse IJssel, en op de Willem-Alexander Baan.  Is mede-oprichter en secretaris van SWMN, lid van de Commissie Wedstrijden van de KNRB, initiatiefnemer van de Dutch Masters Open  en adviseur bij Waterline. Hoopt als trotse opa dat hij minstens één van de drie kleinkinderen later nog een keer een wedstrijd zal zien winnen.


Ik was een jaar of 8 à 9. En ik was jaloers. Jaloers op vriendjes die rolschaatsen hadden. Hudora’s, dat waren de beste.

Arm waren we niet, maar het Hollandse Wirtschaftswunder was in 1956 nog niet aangebroken; Hudora’s zaten er niet in. Maar sport vonden Pa en Ma wel belangrijk. Voor mijn eerstvolgende verjaardag kreeg ik rolschaatsen, van een onbekend merk. Na twee maanden waren ze kapot.

Toen het later steeds beter ging in Nederland, kregen mijn zus, mijn broer en ik een piepklein zeilbootje, later een iets groter. Zeilen zat in de familie, van vaderskant. Mijn moeder roeide, dus ook dat ging ik doen. Met roeien won ik vaker dan met wedstrijdzeilen, en toen ik naar Utrecht ging voor de studie ging ik dus door met roeien. Ik won véél ‘blikken’, en dat gaf scheve ogen bij sommige clubgenoten die daar niet in slaagden.

Niet veel later selecteerde Triton mij uit de Oude Vier ‘omdat ik ook kon scullen, en die andere vent niet’. Stikjaloers was ik, op die ‘andere vent’. Scullend verder, dat seizoen, in een geleende skiff – want die had Triton zelf niet. Uiteindelijk die zomer zelfs naar de WK, en dat leverde ‘als voorschot op mijn erfenis’ een eigen skiff op. Destijds was ik daarmee een van de eersten – oh-oh !

Vandaag-de-dag zijn we met zijn allen aanmerkelijk rijker dan in 1956 of 1970. Veel mensen hebben nu een privé skiff. Zóveel, dat vrijwel geen vereniging daarvoor nog ruimte heeft. Skiffeurs zijn jaloers op je als jij ergens een plek hebt! Inmiddels schuiven de panelen opnieuw. Al die mooie boten liggen nu achter slot en grendel. Die materiële rijkdom, wat moet je er nog mee? Cruijffiaans voordeel: ook geen aanleiding meer voor jaloezie. Toch ?

Als je een woonstee met een vlotje aan openbaar water hebt, dan kun je roeien. Net zo goed als je de openbare weg op kunt met je racefiets. En wat krijg je dan te horen van sommige roeikennissen ? ‘Jij bent niet solidair, jij bent niet loyaal’. Pas dus op dat je je kop nooit te ver boven het Hollandse roei-maaiveld uitsteekt!