Laga Lustrumwedstrijden 1951

OProeien toen – 25

Door Jan Op | 10 februari 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


We zijn net gestart om het meest belangrijke blik uit de geschiedenis te veroveren. Op deze baan is het werk van de stuur(pik) extra belangrijk. 3000 meter varen, met Njord schuin achter ons houden, lukt aardig. Maar net over de finish weten we het zeker.

Ik heb nu pas in de gaten dat het bereiken van de finish al van tevoren hoorbaar is. Voorlichting van de “stuur” (moeilijk wennen) is niet nodig. Dat zou toch niet hoorbaar zijn. (We waren afhankelijk van het “toetertje”. Telefoonverkeer is ondenkbaar. Het is de “trechter”. Naarmate de finish nadert neemt het geluid van menselijke kreten toe. Nog een paar halen. En toch nog een paar. Het verlossende eindschot. Eindelijk over je riem instorten. Achterover gaan liggen is ten strengste verboden. Als je als eerste de finish passeert is overigens die neiging behoorlijk gereduceerd.

Tegenwoordig worden de benen te water gelaten. Het is mij niet duidelijk welke voordelen dat biedt. Bovendien hadden wij gympies aan. Onder een riempje aan de voetenplank. Altijd goed nakijken of het riempje (van leer) nog gezond is. Vaste schoenen op de voetenplank? Moet je dan op blote voeten over grind en ander ongemak de boot naar binnen brengen? Moet je dan ook nóg een paar dure gympies hebben? En hoe doe je dat met een medegebruiker van de boot? ”Eigen” boot? Kan dat ook?

Uiteraard vaart de kamprechter achter ons aan. Maar de boot van een vriend van iemand kan ons nauwelijks bijhouden. Die is behalve met de kamprechter overbeladen met belangrijke heren en verslaggevers Dat overgewicht maakt het voor de motor extra zwaar. En voor ons is het onduidelijk wie de kamprechter is. Ook toen zochten verhitte supporters het verkoelende water op. De blazer bleef met de schoenen aan de wal. Geen tijd te verliezen. Tot onze verrassing kwam Jo bij ons in de boot zitten (tussen de 6 en de 7 met Laga-das om). Je moet wel laten zien bij welke partij je hoort. Maar dat Njord te water zal gaan om hun acht te troosten is uiteraard ondenkbaar. Nu ook.

“We hebben gedaan wat we doen moesten” (zoals het Lagalied ons beveelt). Overigens volgens de 2 ook dankzij zijn hemd waarin hij zijn eerste blik trok. En daarna nooit meer gewassen!! Want dan gaat de kans op winnen verloren, Hij is in “Indië” geboren en daar is bijgeloof normaal.

Er is alom, behalve bij de concurrentie, grote vreugde. We kleden ons weer aan op de deel van de boerderij aan de overkant. Daarnaast is ook het botenterrein. Douchen? Dat kan niet. Wat wel? Uit mijn geheugen vertrokken. Wel dat we met de “kamprechtersboot” naar Delft terugkeren. Njord is al ingeschreven voor Henley, de top in de roeiwereld. Ondanks het feit dat wij hen op hun b.. hebben gegeven gaan ze toch. Dankzij het feit dat wij hen op hun b.. hebben gegeven gaan wij ook. Uiteraard heeft de kas van Oud-Laga een dikke aderlating ondergaan. Daar is deze ook voor bedoeld. De oud-leden zorgen voor een bloedtransfusie.      

Maar eerst vieren we met veel anderen, samen met – nu – de goede vrienden van de andere verenigingen, het Laga-bal. In rok met blazer. (Deze is nog altijd in de staat waarin het menige confrontatie heeft overleefd). Vergezeld van dame-in-’t lang. Dat is voor sommigen (toen) nog best lastig als je dat van tevoren niet hebt geregeld. Het inschakelen van zussen en nichten of een buurdame kan soms voor een oplossing zorgen. Gelukkig hebben de meeste van deze inval-dames ”’t lang” al klaar hangen.                               

Wordt vervolgd