Dagboek Tokyo van kamprechter Tom van der Lelij | zondag 25 juli


Kamprechter Tom van er Lelij houdt ons in woord en beeld op de hoogte van achter de schermen van de Olympische Spelen. Hij is een van de 20 kamprechters.
Lees alle bijdragen over Tokyo 2020 via deze link: roei.nu/category/os-tokio/


Een perfect schema

Het weer in Tokyo voor deze week

In de jurymeeting horen we dat er weer een roeidag dreigt te verdwijnen. Het weer van maandag houdt langer aan en dinsdag is ook niet best. Er dreigen 2 roeiloze dagen. Ik hoor het aan en laat het los. Dit behoort niet tot mijn invloedssfeer. Er wordt die dag definitief toe besloten.

Als taken heb ik vandaag zonal umpire 4 en board of the jury. Een perfect schema zoals later zal blijken, maar daarover straks meer. Ik loop naar de kop van de baan en merk dat mij vandaag veel oranje opvalt: direct na de finishtoren is het gebied waar de ploegen zich bevinden en hun voorzieningen zijn. Aan het begin daarvan is een van de twee mixed zones. Daar zie ik twee Nederlanders staan. Met de mondkapjes op herken ik ze niet. Hebben ze een afspraak met de pers? Wie zal het zeggen. Ik loop verder het terrein op en in een van de botenhuizen zie ik Gerrit Jan Eggenkamp staan praten met Diederik Simon. Ik zwaai naar hem. We kennen elkaar van de organisatie van de WK 2014 A’dam waar hij in het laatste jaar belangrijk werk heeft verricht om het tot een succes te maken. Bij het botenterrein zie ik de Nederlandse dames LW2x om 8:16 richting de vlotten lopen voor een trainingsrondje. Best laat denk ik, want ze moeten 15 minuten voor de eerste start over de finishlijn zijn anders krijg je een waarschuwing. De roeibaan moet immers leeg zijn om van start te kunnen gaan om 9 uur.


De waarschuwingen blijven vandaag in de pocket

Op de kop van de baan bevindt zich een dam die de roeibaan scheidt van de baai van Tokio. In de verte zie je de zeeschepen liggen. Ik wil er een panoramafoto van maken, maar dat lukt niet. Na meerdere pogingen wordt het dan maar een videootje.

Dan kom ik aan bij de ligplaats van de kamprechtersboten. Boten 4, 5 en 6 liggen er nog. Boten 1, 2 en 3 zijn al weg want die moeten verder varen. Mijn bestuurder die zich Mich noemt spreekt een beetje Engels. Dat vind ik fijn want dan heb je wat interactie. Je zit toch zo’n 2 uur met elkaar ‘opgescheept’. Gek eigenlijk dat veel Aziaten zichzelf een andere naam aan (moeten) meten omdat Europeanen en Amerikanen het anders niet kunnen onthouden. Maar Ik herken het ook bij mijzelf: hun namen beklijven niet, ze gaan het ene oor in en het andere uit. We varen langzaam naar de 1250 meter. Als we er bijna zijn, passeren een paar vlaggenschepen van Nederland aan overkant van de baan: de W4-, de LW2x en de M8+. Ik check de tijd: 8.38. Dat gaan ze makkelijk halen, de waarschuwingen blijven vandaag in de pocket.


Het wachten kan beginnen

We nemen onze positie in en het wachten kan beginnen. De 10 minuten starts zorgen er voor dat je veel tijd hebt voor andere dingen. Ik maak voor het eerst van mijn leven de lenzen van mijn verrekijker schoon die ik zo’n 20 jaar geleden van Jacomine heb gekregen. Wow wat kan ik er weer ver mee kijken! Verder bestudeer ik de Hongaarse catamaran waar ik inzit. De Japanners hebben alle details op orde: de merken van de boot en de motor zijn afgeplakt. Zelfs in de boot een sticker dat je in boot 4 zit. Bel en vlag zijn nieuw, de megafoons hadden ze al. De megafoond zijn van het model dat we in Nederland ook gebruiken. Feels like home.


Mobo Mich

Mich

Mich vertelt dat hij per trein uit Toyota City is komen reizen dat 300 km zuidelijker ligt. Hij werkt bij Toyota. Logisch want de stad blijkt te zijn vernoemd naar Toyota. Wat hij precies doet krijg ik niet duidelijk. Hij heeft zo’n twee jaar aan schoolroeien gedaan en vier jaar bij een club. Omdat hij eerder bij een roeitoernooi had geholpen is hij voor de Spelen gebeld om weer te helpen. We snijden nog wel een paar onderwerpen aan maar heel veel meer kom ik niet te weten. Het apparaatje dat mijn motorbootbestuurder van maandag had, had hier van pas kunnen komen. Die had een apparaatje ter grootte van een halve mobiele telefoon dat wat hij in Japans en ik in het Engels zeiden simultaan vertaalde. De Irma’s Sluizen van deze wereld worden hier in Japan in een klap brodeloos gemaakt, maar het werkte wel.

Een strenge en een vrolijke kamprechters-appgroep

Net voor de wedstrijden beginnen hoor ik een appje binnenkomen. De internetverbinding in het finishgebied haalt ook onze locatie. Als kamprechters kun je meedoen in twee appgroepen: de strenge en vrolijke kamprechters-appgroep. Op de eerste gaat het vooral over ons vak, in de tweede komt alle zin en onzin over roeien voorbij. Het is een appje van Bram Lokker die Nederlandse tijd 2 uur ’s nachts appt dat Josy Verdonkschot positief is getest. Bram zit waarschijnlijk klaar voor de wedstrijden die gaan beginnen. Shit, na de eerdere twee besmettingen binnen het roeien was bij de vrolijke kamprechters de vrees voor meer besmettingen al benoemd. Ondertussen beginnen de wedstrijden voorbij te komen. Iedere wedstrijd wordt gevolgd door camera’s vanuit meerdere posities: een auto inclusief een hele stoet aan volgwagens, een cameraboot en op het tweede deel van de race een camera op een kabel die vastzit op de brug over de baan en een toren in het finish gebied. Het resulteert in prachtige gevarieerde beelden Er wordt in sommige herkansingen gestreden op het scherpst van de snede, maar geen van de kamprechters op het water neemt iets waar of moet ingrijpen. Na twee uur word ik afgelost op een ponton op de 1000 meter.

Een wedstrijd ligt op ongeveer 1000 meter. Hier geeft team 1 van volgauto’s, camera’s en (kabel)drones de opnames over aan team 2.

Ik geniet met volle teugen

Ik ben nu board of the jury of in goed Nederlands een van de drie kamprechters in de juryraad. Als er na een protest een bezwaar wordt ingediend moeten wij ‘recht spreken’ op basis van de rules of racing van FISA. Gevraagd waar het handig is om mij te settelen geeft Kris Grudt van de Umpiring commission van FISA aan dat ik het beste in het FISA office kan gaan zitten. Dat klinkt verleidelijk en blijkt het ook te zijn: ik stap in een ruimte met airco en iemand van een van de FISA-commissies is zo aardig een nespresso voor mij te maken. Ik zie twee ruime banken bij een tv waarop het roeien wordt getoond. Op de één zitten wat mensen te overleggen. Het lijkt mij covid-veiliger om daarop te gaan zitten dan aan een lege commissietafel waar anderen aan hebben gezeten of weer gaan zitten. Zonder schroom neem ik plaats op de lege bank tegenover het overlegje. De koffie met een lekker reepje worden gebracht en mijn tweede deel van de roeisessie tot 13.10 kan beginnen.
De kwartfinale W1x, halve finales M2x en W2x en herkansing M4- komen voorbij. Bezwaren zijn er niet dus ik geniet met volle teugen van de prestaties van de Nederlanders.

Josy

De eerdere domper dat Josy positief is wordt even wat verdrongen. Af en toe kijken FISA-voorzitter Rolland, Matt Smith en Svetla Otzetova mee. We wisselen wat woorden en blikken met elkaar.

De tijd vliegt voorbij. Na afloop wil ik  even naar de tafel van de fairnesscommissie lopen waar Henk Jan Zwolle de hele tijd met oortjes in zit. Ik wil hem vragen hoe het met de wind was vanochtend en de komende dagen. Bovendien heb ik hem ik  al sinds onze gezamenlijke vlucht naar Tokyo nauwelijks meer gesproken. Direct na afloop zie ik echter de andere leden van de fairnesscommissie arriveren en staan ze te overleggen. Volgens mij hebben ze andere prioriteiten.

Omdat de atleten worden gescheiden van alle anderen die hier iets moeten doen is het zaak dat we voor 14.30 uur gegeten hebben. Op weg naar het restaurant loop ik Hessel Evertse tegen het lijf. We hebben het kort over de tegenvaller dat Josy positief is: de focus van het team blijft gericht op het doel waarvoor ze zijn gekomen. Ploegen worden goed in bubbels gehouden, maar hij heeft momenteel een hell of a job om alles te regelen nu het Nederlandse team in het dorp en op de baan in feite afgezonderd van alle anderen alles moeten doen: verblijf, eten, vervoer en ga zo maar door. Ik wens hem en hen sterkte.

IMG-20210725-WA0021
IMG-20210725-WA0022
previous arrow
next arrow

Skiffeuse Sophie Souwer roeit de zevende tijd.

IMG-20210725-WA0029
IMG-20210725-WA0031
IMG-20210725-WA0028
previous arrow
next arrow

De W2x wint en roeit wat langzamer dan de Roemenen in de andere halve finale.

IMG-20210725-WA0051
IMG-20210725-WA0039
IMG-20210725-WA0038
IMG-20210725-WA0037
IMG-20210725-WA0036
IMG-20210725-WA0035
previous arrow
next arrow

De M2x wint en is de snelste.

IMG-20210725-WA0065
IMG-20210725-WA0064
IMG-20210725-WA0063
IMG-20210725-WA0062
IMG-20210725-WA0059
IMG-20210725-WA0057
IMG-20210725-WA0056
IMG-20210725-WA0055
previous arrow
next arrow

De M4- wordt tweede in de herkansing en plaatst zich voor de finale.


Covid-schizofreen

De komende dag ga ik niet naar de baan. Schrijven, kamprechteren en je daar zo goed mogelijk op voorbereiden eisen zijn tol. Ik ga flink uitrusten. De salivatest doe ik wel in het hotel. Via de twee appjes-groepen waar we in zitten regelen zowel de Japanse NTO’s als FISA manager Cameron Allen spuugbuisjes, liever te veel dan te weinig buisjes denk ik. We halen bij Cameron twee buisjes op als hij appt dat hij nu in de hal van het hotel zit. ’s Avonds om 23.30 uur krijg ik de schrik van mijn leven. Iemand van het hotel verontschuldigt zich voor het late telefoontje. Hij zegt een PCR-kit voor mij te hebben. Het zal toch niet waar zijn? Ben ik positief?. Ik heb nergens last van, behalve dat ik wat snotter door de airco die te koud staat. Het duurt een eeuwigheid voor de bel gaat. Ik kijk in de tas: nog twee buisje voor de saliva. nu door de Japanners geregeld. Wat een opluchting. Je wordt covid-schizofreen. Ik zet de airco wat lager, volgens mij neemt mijn gesnotter direct wat af.


Dagboek Tokyo van kamprechter Tom van der Lelij | zaterdag 24 juli


Kamprechter Tom van er Lelij houdt ons in woord en beeld op de hoogte van achter de schermen van de Olympische Spelen. Hij is een van de 20 kamprechters.
Lees alle bijdragen over Tokyo 2020 via deze link: roei.nu/category/os-tokio/


Nog vroeger beginnen

Nu er slecht weer komt en het wedstrijdschema is aangepast beginnen we al om 8 uur met roeien. Dat betekent jurymeeting 6.30 uur en met de eerste bus van 5.35 uur naar de baan. Ik ontbijt niet en ga direct naar de bus. Na de check-in op de baan raak ik aan de praat met Peter Cookson, voorzitter van de indoor rowing commission van FISA. Hij zit hier met o.a. met onze Henk Jan Zwolle in de fairnesscommissie en besluit over eventuele maatregelen om de wedstrijden zo eerlijk mogelijk te laten verlopen. Sinds de WK roeien 2014 A’dam zijn we ook in Nederland veel meer met fairness gaan doen. Ik ben daar intensief bij betrokken met anderen en vertel over de nieuwste weerapps die in Nederland zijn ontwikkeld door Mark Greefhorst en de matrix met maatregelen die daar bij hoort. Hij vertelt dat Henk Jan ze heeft laten zien en is onder de indruk. Het bevestigt dat we daar volgens mij op de goede weg zijn. Door de standaardisatie die we in Nederland nastreven kun je op elke baan waar je maar wil onderbouwd fairness gaan toepassen.

Spitting umpires

Voordat we met de jurymeeting beginnen is er een bijzonder ritueel: the spitting umpires. Elke dag moeten we een buisje spuug inleveren, de saliva test. Nadat ik in Nederland twee keer met een PCR-test in de neus ben mishandeld blijft het hier beperkt tot een dagelijks spuugje inleveren. De een staat wat meer in de hoek de ander doet het gewoon in de groep. Het levert de nodige hilarische opmerkingen op en zorgt voor de broodnodige ontspanning voor de serieuze jobs die eraan zitten te komen.

Een wit t-shirt

Na drie dagen starten ga ik naar het inkomende ponton van de control commissie. Als ik nog even met Patrick Rombaut iets over lengte van sokken en uniformiteit bespreek is iedereen weg en ga ik snel die kant op. Ik blijk toch de eerste te zijn, waar is iedereen? Niet lang daarna druppelt iedereen binnen, gelukkig. Ik help graag eerst het uitgaande ponton opstarten van de werkverdeling: je doet weer wat vaardigheid op voor verderop in het toernooi en omdat het altijd even zoeken is naar de juiste werkverdeling is het fijn als je je collega’s even kunt helpen. Een roeister uit een roeiontwikkelingsland waar World Rowing veel geld en moeite in investeert om roeien een wereldwijde sport te laten zijn, komt met een wit dik katoenen t-shirt aanlopen. Ik vraag haar om haar wedstrijdtenue te laten zien. Haar coach meldt dat ze vorige keer in paars roeide en nu een schoon wit shirt heeft aangetrokken. Ze heeft geen tenue van haar land. Toch ook wel vreemd dat je land geen tenue heeft, daarom pleeg ik even overleg en we besluiten het toe te staan. Het toont de niveauverschillen tussen de landen die participeren.


Welke boot moeten we wegen?

Ondertussen naderen de eerste races dus ik ga naar het inkomende ponton. Er staan heel veel hulpkrachten die allemaal geen of beperkt Engels spreken. We hebben al snel door aan wie we dingen kunnen vragen, zo kunnen we duidelijk laten maken wat er moet gebeuren. Ik zet mij onder een parasol met mijn verrekijker en nodig collega Manola Marinai uit Italië uit op de stoel naast mij. Vanaf hier hebben we tussen de twee pontons in goed overzicht. We proberen snel de juiste informatie te krijgen, want we moeten boten van de nummers 2 of 3 van een race wegen. Maar dan moet je wel de uitslag hebben! Op papier komt die regelmatig te laat waardoor het onrustig wordt. Via mijn telefoon lukt het niet de live results te vinden. Dan maar met mijn verrekijker op het beeldscherm bij de finish zo’n 300 meter verderop live meekijken. Zo komen we te weten wie we moeten hebben. Daarna moet je geconcentreerd blijven bij wat er op de vlotten gebeurt: sommige ploegen leggen aan, krijgen drinken en een coolvest en gaan nog een stukje roeien. Andere gaan direct het water af. Op enig moment lijkt het erop dat we een ploeg hebben gemist. Toch niet, de ploeg is ongeveer een halfuur aan het uitroeien. We hebben ze allemaal kunnen traceren! Ook rond de vlotten zorgt dat altijd voor veel aankomend en vertrekkend roeiverkeer. We horen de Servische NTO Anna Nicolic dat de hele ochtend vanuit haar boot in de brandende zon strak regelen. Als vrijwilliger reist ze daar meerdere keren per jaar de wereld voor over: er hebben zich nog geen aanvaringen voorgedaan.

The job is done. Nog even een fotootje na afloop

Vrouwen aan de vlag

Wat opvalt is dat de ploegen steeds dieper moeten gaan om in de race te blijven. De herkansingen zijn soms spannend en ook ploegen die afvallen kunnen er wat van en gaan dus tot het gaatje. Dat merk je op onze vlotten. De dokter moet regelmatig met zonneparaplu en koelingsmiddelen een kijkje gaan nemen. Ik zie ze af en toe rennen. Het is pas de tweede roeidag, maar de survival of the fittest begint zijn tol te eisen!
Na ruim twee uur word ik afgelost door de eerste Filippijnse kamprechter op de Spelen. Een scherpe vrouwelijke collega die het spelletje begrijpt en zowel in de Filippijnen als binnen World Rowing actief is. Onze olympische jury heeft met iets meer dan 33% vrouwen het hoogste percentage ooit, maar het moet naar 50%, net als in het Olympische roeiprogramma. Ook in Nederland zijn we ermee bezig onder het motto ‘Vrouwen aan de vlag’. Laten we hopen dat we op de goede weg zijn met toppers als Laura van de Wardt en Leonie de Jong binnen de kamprechterscommissie en een 50%-verdeling binnen het Talent Ontwikkelingsprogramma (TOP) voor kamprechters. Het is gewoon leuker in een gemêleerde groep kamprechters en anders gaan we in de toekomst op de Olympische Spelen of andere grote roeitoernooien gewoon minder Nederlandse kamprechters benoemd krijgen.

Boten wegen

Op de botenweging, mijn volgende klus, word ik ondersteund door twee Japanse vrijwilligers die na elke gewogen boot de vloer droog en schoon moppen: er komt soms flink veel aanhangend water van zo’n boot en de vloer is gecoat dus anders spekglad. Voor elk probleem is er een vrijwilliger om het op te lossen. De kruimels van de crackers met kaas (mijn verlate ontbijt) nemen ze ook nog even mee. Er is ook een Japanse NTO kamprechter die de ploegen helpt de boot op de weegschaal te leggen. Een vierde vrijwilliger staat buiten de bestrating nat te spuiten. De reden daarvan is mij een raadsel, maar je moet je niet overal mee willen bemoeien. Ik kijk en voel met mijn hand in de gaten van de boot, maar nadat een roeier ongeveer met zijn hele arm erin moet om zijn natte t-shirt eruit te halen pas ik mijn strategie aan en vraag ik eerst de ploeg niet alleen de gaten te open maar alles te verwijderen wat eruit moet en of ze daarmee klaar zijn. Dat gaat veel beter! Zelfs hier leer je nog wat.

De botenwegers

De Holland 8 op de weegschaal

Hier kom je ook echt in aanraking met de gemoedstoestand van de roeiers. Als je de laatst gekwalificeerde ploeg uit een herkansing of een heat weegt begint wellicht het eindperspectief voor de finales zich aan te dienen. Dat merk je hier. Grappige opmerkingen zijn dan niet gepast. Bloed, zweet en tranen en al dan niet een passende beloning lijken hier vers te zijn aangeboord. Gelukkig zijn er ook ploegen die wat minder strak in hun vel zitten. Ik weeg de W4- en de M8+ die hun race hebben gewonnen. Hessel Evertse is er ook bij, twee dagen eerder zit je als Nederlanders met elkaar aan tafel, nu weeg je als kamprechter van de wereldroeibond de boot van een van zijn teams. We weten beiden dat het zo werkt. Gelukkig is de boot prima op gewicht. Dat is in het verleden wel eens anders geweest. Levert het wegen van boten sinds we dat zo’n vijf jaar geleden in Nederland hebben ingevoerd nu misschien toch een bescheiden bijdrage? Als ik later de uitslagen bekijk blijken ook de M2- en de LW2x van TeamNL door te zijn. Alleen de M4- moet herkansen, maar de positieve kant is dat ze de vierde tijd hebben: dat moet goed kunnen komen. Toch baal ik, want nu juist in deze boot zit Boudewijn Roëll van mijn vereniging Asopos de Vliet.

IMG-20210724-WA0010-1
IMG-20210724-WA0011-1
IMG-20210724-WA0012-1
IMG-20210724-WA0013-1
IMG-20210724-WA0014-1
IMG-20210724-WA0015-1
IMG-20210724-WA0016-1
IMG-20210724-WA0017-1
previous arrow
next arrow
Shadow


J&T

Op mijn hotelkamer reageer ik op een whatsapp van Merijn Soeters met foto die mij wijst op het Jacomine en Tom (J&T) gebouw waar ik gisteren bij stond te starten. Fotografen hebben oog voor detail. Ik bedank hem en stuur hem natuurlijk naar mijn vrouw. Hij reageert dat ik TTO goed opriep naar de start, maar dat hij in Luzern een keer een kamprechter Trinidad en Tabasco heeft horen zeggen. Tja, fouten maken is menselijk. Ook krijg ik leuke reacties op mijn dagboek. Jasmijn Tiemersma vraagt of ze het mag linken; lijkt mij leuk! Het is wel een hele aardige link die ze er van heeft weten te maken. Ik ben er best een beetje trots op.


Dagboek Tokyo van kamprechter Tom van der Lelij | vrijdag 23 juli


Kamprechter Tom van er Lelij houdt ons in woord en beeld op de hoogte van achter de schermen van de Olympische Spelen. Hij is een van de 20 kamprechters.


Dag ‘nul’

Vandaag dag 0 volgens de technische officials guide van het roeien. Dan tellen ze natuurlijk vanaf de opening. Maar vandaag gaan de kaarten bij een aantal roei events voor het eerst een beetje geschud worden. Het roeien begint om 8.30 uur, de jurymeeting begint om 7 uur. Dat betekent de bus van 6.05, dus ik schuif om 5.30 uur aan het ontbijt. Iedere kamprechter denkt dan wel eens: wat is dit voor hobby, maar vandaag is dat niet de gedachte die mij te binnen schiet: you’re on the Olympics, man!


Weggemoffeld?

Op weg naar de roeibaan valt op dat de Spelen niet goed liggen in Japan. Vaak zie je dat steden flink worden aangekleed met vlaggen en banieren, maar in Tokyo is dat niet het geval. Het lijkt wel alsof de Spelen een beetje onzichtbaar worden gemaakt, weggemoffeld. Het is erg jammer dat de Japanners er zo eigenlijk onvoldoende van kunnen genieten. Zeker nu bekend is dat er geen toeschouwers zullen zijn, terwijl daar tot voor kort nog wel van uit werd gegaan. De enorme tribunes zullen dus leeg blijven. Bij zo’n prachtig toernooi is dat triest om te zien. Het is allemaal heel dubbel.

Dagelijkse check

Bij aankomst ondergaan we de daily check: na een temperatuurcheck wordt elektronisch gecontroleerd of jij wel de persoon bent die bij de accreditatiekaart hoort. Daarna wordt je tas gescand op verboden zaken. De Japanners zijn heel voorkomend maar voeren alles nauwgezet uit. We hebben de indruk dat de roeiers dit alles bespaard blijft omdat ze van de ene bubbel (Olympisch dorp) naar de andere worden gebracht (de roeibaan).

Er wordt in de jurymeeting gemeld dat de mogelijkheid wordt onderzocht of schuiven naar voren in het programma gewenst is in verband met het weer op maandag. Begrijpelijk als je naar het weerbericht kijkt. Zo blijft ook de reservedag voor calamiteiten volgende week zaterdag beschikbaar. Je weet maar nooit wat er nog roet in het eten van onze buitensport gooit. De beslissing is inmiddels genomen, en het bijgewerkte programma vind je hier (https://worldrowing.com/event/2020-olympic-games-regatta) onder schedule.

Aan de slag

Ik mag met mijn Deense collega Flemming naar de start. Het motto van de Spelen van Tokyo staat ook op de startpontons: naarmate je langer rondloopt gaan je steeds meer details opvallen. Op de start prepareren we ons voor wat gaat komen. Terwijl ik binnen sta wordt mijn naam geroepen: Tom, Tom! Ik kijk rond, maar zie niets. Buiten hoor ik het luider, achter ons op de brug staat fotograaf Merijn Soeters. Ik steek mijn duim omhoog en wijs wat in het rond, maar veel tijd is er ook niet want we moeten aan het werk. Merijn zal vast een plaatje hebben geschoten. Wij prepareren alles. Zo krijgen we de banen door die we gaan gebruiken als er minder dan 6 ploegen in de heat roeien en nemen nog even de lastige afkortingen door op de startlijst zoals VAN, LBA, KSA, BER, NCA, CIV, NGR, IRI, ROC en TTO(*). Voor de zekerheid schrijven we ze eronder. Je weet maar nooit in het heetst van de strijd! Precies 10 minuten doen we de eerste call voor de eerste heat van de mannen skiff. Het is prettig want de skiffeurs willen graag en komen vroeg hun baan in waar sommigen nog een baantje varen. De eerste start is met 1 seconde te vroeg precies op tijd! Dat is een lekker begin.

Kinkje in de kabel

In de derde voorwedstrijd komt er een kinkje in de kabel: de skiffeur van Libië komt maar niet en blijkt 14 minuten voor starttijd te zijn vertrokken. Zo’n drie-en-een-halve minuut voor tijd krijgen we hem in het vizier in de laatste 500 meter van de oproeibaan. Ik roep hem op met de geluidsinstallatie in de oproeibaan en geef aan dat hij nog 3 minuten heeft. Overleg met de jurypresident: wachten kan niet want bij de televisie gaat alles op tijd. De skiffeur roeit stevig door en strijkt een veelste lang stuk naar zijn eigen baan. Ongeveer anderhalve minuut voor de starttijd is hij in zijn baan, maar dan moet hij nog naar zijn ponton strijken. Terwijl hij dat doet geeft ik hem alvast zijn waarschuwing, dat bespaart tijd. De Japanse NTO geeft dat netjes door zodat de mensen op de vlotten de gele waarschuwingsbal kunnen ‘hijsen’. Alle volgende stappen worden zo rustig maar ook zo snel mogelijk afgewikkeld. Uiteindelijk starten we met een vertraging van 50 seconden en de start erna zitten we weer precies op schema.

Tijdens de dames skiffs lopen we een vertraging op van 1 minuut en 45 seconden doordat in een voorliggende race te langzaam wordt geroeid. We kunnen dan niet starten, want anders is er geen tv-coverage. We kondigen de vertraging aan bij de roeiers en in de twee volgende heats lopen we in stappen de achterstand weer in.

Van een ander probleem hebben we weinig last. De Sea Forest Waterway ligt onder de aanvliegroute van een van de twee vliegvelden van Tokyo. Net als op de Bosbaan kunnen de roeiers de starter slecht horen als er een flinke jet overvliegt. Dat kan voor wat vertraging zorgen, maar ik had er vandaag weinig last van. Covid zorgt voor minder vliegverkeer, zelfs als je de Olympische Spelen in je stad hebt.

Af en toe geluidsoverlast door vliegtuigen en drones

Mijn klus op de start zit er na zo’n twee uur op. Ik stap op een kamprechtersboot om statisch te gaan kamprechteren. Dat betekent dat we vanaf de zijkant naar het midden van de baan varen en over zo’n 500 meter de wedstrijd visueel volgen. Verdeeld over de baan ligger er zo 6 kamprechtersboten die de hele race kunnen overzien. In de finale kamprechteren we dynamisch wat betekent dat één boot de hele wedstrijd van start tot finish volgt. Ik houd de wedstrijd natuurlijk strak in de gaten, maar zie wel dat de Nederlandse M4x en de M2x al een gaatje hebben geslagen. Ik ben benieuwd naar de Nederlandse resultaten.
Als ik ’s middags via whatsapp videobel met mijn vrouw Jacomine hoor ik dat alleen skiffeur Finn Florijn moet herkansen(**). Verder zijn alle Nederlanders door, de M2x zelfs in de snelste Olympische tijd ooit. Dat belooft wat! Dochter Lisanne sluit ook even aan. Zij logeert met wat vriendinnen uit haar roeiploeg bij ons in Rijen. Ik herken Wia en zwaai, zij zwaait terug. Gezellig om contact te hebben met het thuisfront.

Ook andere juryleden worden net als ik in het thuisland door media gevolgd. Voor de liefhebbers: Bill Donegan (CAN) en Ruzica Karajovoc-Ibrococ (SRB).

(*) VAN = Vanuatu, LBA = Lybia, KSA = Saudi Arabia, BER = Bermuda, NCA = Nigaragua, CIV = Ivory Coast, NGR = Nigeria, IRI = Iran, ROC = Russian Olympic Committee, TTO = Trinidad and Tobago
(**) Inmiddels werd bekend dat Florijn helaas in quarantaine moet wegens een positieve coronatest. [red.]

Het dagboek van de eerste drie dagen lees je hier.


Documentaire Gaan voor Goud

De afgelopen twee jaar volgden Yolanda van der Linden en cameraman Merijn Soeters zeven vrouwen van de KNRB op hun weg naar de Spelen. Zeven prachtige, krachtige vrouwen die gaan voor goud. Over hen maakten zij, met een beetje hulp van Geby Kuijpers deze documentaire.


Dagboek Tokyo van kamprechter Tom van der Lelij

20, 21 en 22 juli


Kamprechter Tom van er Lelij houdt ons in woord en beeld op de hoogte van achter de schermen van de Olympische Spelen. Hij is een van de 20 kamprechters.


Donderdag 22 juli: wennen aan innovaties, practise starts

Blik vanuit de aligneurshut op de startpontons – met vooraan de Nederlandse vrouwen vierzonder

De derde dag sinds vertrek. Het blijkt allemaal toch wat vermoeiender dan verwacht. Ik kom moeilijk mijn bed uit en een ontbijt zit er niet meer in. Gelukkig heb ik wat eten van huis meegenomen, dus pak ik wat crackers en wat kaas waarmee ik de ochtend wel doorkom.

Dagelijks moeten we temperaturen en die invullen in de OCHA-app samen met vragen of je snottert, hoest, keelpijn of iets anders hebt. Ik bemerk wel kleine verschillen, maar ik vind het niets om mij zorgen over te maken. Mijn ouderwetse thermometer van thuis geeft 35 graden aan en kost veel tijd. Voortaan meet ik mijn temperatuur op weg naar de bus bij de ingang van het hotel. Daar staat een apparaat met een klein beeldscherm dat  je temperatuur meet als je binnenkomt: gepiept in luttele seconden! Deze geeft een geruststellende lage 36 graden weer. Dat is mooi. In de bus voer ik de gegevens dan wel in.

Buiten staat een bus klaar waar Rowing op staat. Ik stap in, maar hij is niet erg vol: waar is iedereen? Dit voelt niet goed. Gelukkig weet een collega kamprechter als ik al een tijdje in de bus zit, dat deze niet naar de baan gaat. Deze bus brengt de mensen die vertraagd zijn aangekomen in Tokyo naar het Uniform en Accreditatie Centrum. Maar waar is mijn bus van 7.05 dan? Alle dagen blijkt er een bus om 7.05 te vertrekken, behalve vandaag. De 7.05 bus ging al om 6.50 uur. Scherp blijven blijft belangrijk! Iemand had het nog wel kort voor vertrek gemeld in de appgroep voor de juryleden, maar dat had ik gemist. Gelukkig is er om 7.20 nog een bus naar de baan. Daar blijk ik niet de enige te zijn geweest, meer collega’s waren verrast.

Op weg naar de baan lees ik dat een van de ondersteunende kamprechters (NTO’s: National Technical Officers) positief is getest. Een paar mensen in de omgeving moeten preventief in isolatie waaronder één kamprechter uit de jury (ITO: International Technical Officer). De volgende  stap is een PCR-test die moet aantonen dat de positieve test klopt. We hopen het beste, maar vrezen het ergste. In de jury room staan de stoelen nog iets verder uit elkaar dan gisteren. De schrik zit er goed in, maar het toernooi gaat door.

Jurymeeting 2: alle stoelen nog verder uit elkaar

In de meeting krijgen we een interessante uitleg over de werking van de laatste nieuwe ontwikkeling bij Polaritas het bedrijf dat de startschoenen [het startsysteem, red.] verhuurt en installeert voor dit soort toptoernooien (https://www.polaritas.com/products-and-services/automatic-starting-system/). Als je nu hard tegen de kap van de startschoen duwt klapt deze onder water, waardoor taferelen zoals eerder bij de EK 2018 in Schotland, roeiers bespaard zullen blijven. Toen kwamen skiffs met een forse schade bovenop de kap van de startschoenen terecht doordat die niet naar beneden gingen. Zoals ik gisteren al meldde was het (alleen) de Nederlandse W4- die met deze nieuwste ontwikkeling heeft kennisgemaakt. Now we know why!


Inmiddels is bekend dat we als startteam van gisteren ook vandaag en morgen op de start staan. De Jurypresident en voorzitter van de Umpiring Commission Patrick Rombaut wil door continuïteit in het begin een goed begin van het toernooi realiseren. Daarna zullen we ook gaan rouleren over de andere functies. Omdat Deense collega Flemming Gaur en ik gisteren al hebben gestart is de beurt nu aan Duitse collega Rolf Warnke. Zoals altijd is het de tweede dag veel drukker, dus de opgave is zoveel mogelijk starts in het komende uur uit te voeren, de ploegen een optimaal startgevoel te geven en de wachttijd voor de ploegen zo kort mogelijk te houden. Starters, lokale bemanningen op de vlotten, de Japanse aligner en ik als judge at the start doen onze stinkende best om alles snel en goed uit te voeren. Ploegen die vooraan liggen worden geïdentificeerd door de assistent-starter waarna de starter ze een baan toewijst. Vanuit de alignershut anticiperen we daarop door het ponton alvast aan te passen aan de bootlengte die aan een baan wordt toegewezen. Door de diversiteit van de ploegen betekent dat op iedere baan van 8 naar skiff en van 2 naar 4 en weer terug.
Als alle ploegen aan de pontons liggen moet de punt ruim achter de startlijn liggen om de startschoen veilig omhoog te laten komen zonder de boot te beschadigen. Daarna kan de boot in de startschoen worden geduwd/geroeid, waarbij de boeg van iedere boot scherp moet zijn of de punt wel voor de schoen ligt. De Japanse ‘boatholders’ zijn nog wat onervaren en proberen we nog wat tips mee te geven: het verschuiven van de boot hoeft niet alleen met het ponton, maar kan ook door het verplaatsen van je handen. Het is wennen maar het wordt wel opgepakt. De vaart komt er steeds meer in. Uiteindelijk weten bijna iedere 3 minuten een uur lang 5 boten weg te starten. De Technical Delegates van FISA, Svetla Otzetova en Eva Szantos, voorzitter Events Commission zijn best tevreden, maar er is natuurlijk altijd ruimte voor verbetering.


Na de practise starts mag ik nog zo’n 2 uur de spare races starten. Eerst 6 races in de vorm van een time trial. Doordat de meeste ploegen nog nooit time trial hebben gevaren loopt het eerst niet zo soepel, maar door snel wat aanpassingen door te voeren komen we in een lekker ritme. Na 50 minuten varen dezelfde ploegen nogmaals in dezelfde heatsamenstelling twee kilometer boord aan boord.

Daar krijgen we tijdens de start een andere innovatie om mee te dealen: in plaats van rust en stilte worden de ploegen aan de start live geïntroduceerd door het communicatieteam dat ook de videostreaming doet. Dat is nog wel een dingetje. Doordat de ploegen finishen als wij bijna gaan starten worden de ploegen te veel gestoord in het reguliere startritme van 2 minuten, concentratie, roll call, attention en go. Op zich een begrijpelijke innovatie, maar daar moet nog wat op doorontwikkeld worden!


Woensdag 21 juli: kennismaking, baanverkenning, juryvergadering

De eerste juryvergadering is om 8.30, de bus vertrekt om 7.05. Wekkertje gaat om 5.50. Even wat oefeningen, aankleden en naar het ontbijt. Een enorme hal waar we gesepareerd kunnen eten door de inmiddels normaal geworden spatschermen. Naar de bus die strak op tijd naar de baan vertrekt. Daar eerst de veiligheidsprocedure door: temperatuur en dan tassencontrole. Na een goedendag op het FISA-kantoor bij onder meer executive-director van FISA Matt Smith, regattamanager Nathalie Philips die gedetacheerd vanuit FISA inmiddels een paar jaar in Tokyo woont om dit Olympische roeitoernooi voor te bereiden met de lokale mensen en de Nederlandse Lotte Vloedmans die na haar ervaringen op de WK 2014 Amsterdam en haar studie via FISA en vervolgopleiding in Japan bij de Japanse organisatie van het roeien terecht is gekomen en inmiddels ruim vier jaar daar verblijft.
Daarna naar de zaal voor de eerste jurymeeting. In de pigeonholes (postvakken) liggen voor de juryleden de eerste hebbedingen klaar, terwijl we nog niets gedaan hebben! Een roeipin (voor de verzamelaars), een pen en een waaier. We krijgen ook een soort vestje waarin we icepacks kunnen doen.

Tijdens de juryvergadering doen we een kennismaking waarna we de baan rondgaan voor de baaninspectie om alles goed te leren kennen. Samen met twee collega’s word ik ingedeeld op de start. Nog even de bladen doornemen tot in de late uurtjes was toch een goede investering! Onze vesten gevuld met icepacks vertrekken we bij een temperatuur van 30 graden naar de start. Daar aangekomen zie we een paar Nederlandse dames ploegen waaronder de W2x en de W4-. De dames 4- wordt te ver in de startschoenen geduwd waardoor alleen in hun baan de startschoen naar beneden schiet. Dat betekent dat alle schoenen naar beneden moeten en de hele installatie opnieuw omhoog moet worden gebracht. We blijven kalm en met wat vertraging komen ze allemaal goed weg.
Met zijn drieën weten we ook de exotische landen goed te identificeren en het uurtje is zo voorbij. Jammer. Al met al een aardig begin, met nog wat opstartproblemen, maar dat is gebruikelijk in de beginfase van iedere wedstrijd. De komende dagen gaat dat met hard werken van een ieder vanzelf gesmeerd lopen.


Tijdens de lunch schuif ik even aan bij Hessel Evertse. Ook de roeiploeg heeft zo zijn uitdagingen, maar de sfeer is goed. It giet oan! ’s Middags is er niet zo veel meer te doen dus we hangen wat gezellig rond en ik knap een uiltje. Als uitsmijter is er een ontmoeting van alle FISA-mensen (onder meer afgevaardigden van alle FISA-commissies die daar een rol hebben, de mensen van het FISA-kantoor uit Zwitserland en de juryleden) en de lokale organisatoren. Dat is handig want op zo’n wedstrijd werkt het ’t best als je elkaar kent/makkelijk kunt vinden. Normaal met drankje en hapje, maar nu kaal en in de buitenlucht voor de enorme overdekte tribune. Het is niet anders. Daarna moet ik opletten dat ik niet de bus mis, want er arriveert weer een kamprechter uit de VS waar ik bijna te lang mee sta te praten. Precies op het tweeminutensignaal stap ik in de bus.
De eerste dag zit erop. Ondanks alle beperkingen merk ik dat ik toch positiever ben dan waarop ik me had ingesteld. Dat belooft wat voor de komende dagen!


Dinsdag 20 juli: aankomst

Na landing duurde het 8 uur voor we bij het hotel waren. Daar was het handen ontsmetten en temperatuur meten. Na incheck direct naar het Uniform & Accreditation Center (UAC) waar we onze kleding in ontvangst nemen: een sportieve en een nette set. De broek moest wat ingekort en het jasje mocht wat kleiner, maar verder klopten de vier maanden geleden opgegeven maten aardig.
Bepakt en bezakt terug naar het hotel voor een maaltijd in het enige restaurant waar we als buitenlander in mogen (geen mixen met de Japanners!). Overal waar we eten staat tussen ons en de overbuurman een spatscherm zodat de kans op besmetting wordt verminderd. Alleen tijdens het eten worden de mondkapjes afgedaan.
Terug in het hotel nog even de bladen bestuderen van de 80 deelnemende landen. Morgen namelijk practise starts en als je dan op de start staat moet je wel bladen van landen kennen als Qatar, Saoedi Arabië en Vanuatu. Wanneer zie je die nu op een reguliere FISA-wedstrijd? Niet vaak.


Naar het Olympisch dorp

OProeien toen – aflevering 43
Door Jan Op | 22 juli 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Het is 1952. Jan Op den Velde gaat met zijn Laga naar de Olympische Spelen in Helsinki.

Olympische kleding: bij v.d. Brul in Den Haag. Wat zijn de kleuren? Nee, niet wat men verwacht. Onze jasjes zijn helblauw! De dames een witte blouse en een grijze rok erbij. De heren een wit overhemd en een grijze broek. Op het overhemd een glimmend grijze das (later dankbaar gebruik van gemaakt bij mijn jaquet).
Als extra versiering een witte pet voor de heren. En dan is het raden welk land wij vertegenwoordigen. Dan moet je goed kijken want rechts op het jasje is een gewapende leeuw op een heel klein stukje oranje vast gemaakt. (Mijn leeuw heeft de tand des tijds niet kunnen verslaan). Wij krijgen een oranje (meer geel) roeihemd. Met mouwtjes.

Onze boten, weer goed ingepakt, gaan per schip naar Helsinki. Dus zijn we een paar dagen nog in Delft en aangewezen op een 4+. De KLM heeft een heel toestel, “De Viegende Hollander”, voor delen van de totale equipe geregeld, ca. 30 passagiers per vlucht.

Eerder zijn al andere ploegen vertrokken. Opvallend is dat andere bonden (voetbal bijvoorbeeld) met veel begeleiders eerder zijn vertrokken. Wij hebben zelfs geen bootsman mee mogen nemen (cruciaal, zo is gebleken). De coach van Rob van Mesdag is tot bootsman opgeklommen maar heeft geen stuk gereedschap meegenomen.

We maken een tussenlanding in Stockholm, Helsinki is te ver om er direct heen te vliegen. Terwijl het vliegtuig een grondige inspectie ondergaat en de brandstoftanks worden gevuld, gaan wij de stad in. Aankomst in Helsinki per splinternieuwe landingsbaan (aangelegd door met werkstraf veroordeelde drankgebruikers terwijl Finland is drooggelegd). Wachten op onze bagage. Ik sta toevallig naast Fannie Blankers-Koen. Beroemd vanwege haar rij blikken op de OS in Londen. Enorme belangstelling van de pers. Een fotograaf vraagt mij om met veel belangstelling naar een paar hardloopschoenen van Fannie te kijken. Dat doe ik braaf. Maar de foto nooit gekregen.

Voor de deelnemers is een aantal flatgebouwen neergezet. Die zullen na afloop beschikbaar zijn als normale woningen. De roeiploeg -zonder begeleiders- kan net in een woning. De 4+ in de zitkamer, wij, de vierzonder, in de “grote” slaapkamer en de 2- + 1x in de “kleine” slaapkamer.

Het Olympische dorp bestaat uit twee delen. Het ene deel achter het (IJzeren) Gordijn, het andere ervoor. De scheiding is een streng bewaakt hoog hek met prikkeldraad. Oefenen en spelen door deze deelnemers onder strenge bewaking. Geen enkele deelnemer mag ontsnappen naar de vrije wereld. De prestaties zijn formidabel(!!). Al met al een angstwekkende ervaring zo dicht bij de scheiding tussen West en Oost.           

De roeibaan is oorspronkelijk aangelegd in de buurt van Helsinki maar afgekeurd door de FISA. Op korte termijn een andere locatie vinden is lastig. Ten slotte wordt geaccepteerd dat de baan wordt uitgezet op open water tussen een aantal rotseilanden. De Oostzee is naast de deur en heeft invloed op de baan. Zoals deining en windgolven.

Maar eerst nog wat voorzieningen. Ons onderdak al gemeld: flatgebouwen. De ”botenloodsen” zijn grote tenten. Evenals het “restaurant”.

Ik ben te snel naar Helsinki vertrokken (in deze verhaaltjes). Een niet te geloven gebeurtenis mag niet onvermeld blijven. We worden (toen) op ons 21ste  “meerderjarig”.  Het lukt mij om net op tijd 21 te zijn. Een paar dagen voor onze eerste start (16 juli) in de voorwedstrijden. Maar Ruud (3) wordt pas 21 op 24 juli, Dat is bij de eerste start nog “minderjarig”. Dat betekent dat hij toestemming van zijn vader nodig heeft om deel te mogen nemen aan de Olympische Spelen.

Gelukkig werkt zijn vader gaarne mee aan deze wettelijke verplichting. 


On The Record: Onze weg naar Tokio

Roeisters Marieke Keijser (24), Ymkje Clevering (25) en Roos de Jong (27) waren in Tokio om daar hun olympische droom te verwezenlijken.

Deze drie vrouwen van het ANRT, die tevens huisgenoten zijn, hebben de afgelopen twee jaar de hoogte- en dieptepunten in hun voorbereidingen naar de Olympische Spelen gedeeld vanuit hun ‘dagboekkamer’.

Via de AVROTROS mini-serie ‘On The Record: Onze weg naar Tokio’ krijg je een kijkje in het leven van deze drie topsporters op weg naar de allerbelangrijkste wedstrijd van hun leven. In de eerste drie afleveringen van deze serie zie je de weg die de drie roeisters afleggen naar Tokio, in de vierde hoe het uitpakte.

Aflevering 1: Nachtmerrie wordt werkelijkheid 

Kunnen Marieke, Ymkje en Roos de knop omzetten wanneer heel Nederland op slot gaat vanwege het coronavirus, het Olympisch Trainingscentrum sluit en de Spelen uiteindelijk worden verplaatst?

Aflevering 2: Olympische droom voorbij?

Ymkje valt hard tijdens het mountainbiken. Ze zet alles op alles om op tijd fit te zijn voor de Olympische selecties, maar herstelt ze snel genoeg?

Aflevering 3: Op tijd fit voor Tokio? 

Een nieuw Olympisch jaar breekt aan. Waar uitstel voor de één een vloek blijkt, is het voor de ander een zegen. Gaat het lukken om met zijn drieën naar de spelen in Tokio te gaan?

Aflevering 4: Het olympisch avontuur


Laga-vierzonder naar de Olympische Spelen!

OProeien toen – aflevering 42
Tekst en tekeningen Jan Op | 15 juli 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Probleem! Kwalificatie mislukt [zie vorige aflevering]. Alle “rechters” en bestuur NRB [de Roeibond, voordat die koninklijk was, red.] in conclaaf. En er speelt nog een probleem. De NRB heeft op bevel van het Nationaal Olympisch Comité al vroeg in het jaar op moeten geven welke ploegen naar de Olympische Spelen zullen worden afgevaardigd Dat in verband met het budget.

Dus heeft de Roeibond (op grond waarvan?) de skiff (Rob van Mesdag), de 2- (Triton), en de 4+ (Nereus) opgegeven.

Nu duidelijk is dat in de 4- grote (blik-)kanshebbers zitten en de Roeibond een 4- wil toevoegen aan de al vaststaande equipe, is daarvoor geen geld beschikbaar. Als Laga zich kwalificeert heeft Oud-Laga een goed gevulde kas.

Om het kwalificeren toch mogelijk te maken kan dat niet tijdens de volgende wedstrijd. Dat zijn de Nationale Kampioenschappen die plaats vinden als de OS al zijn begonnen. De enige mogelijkheid is het volgende weekeinde, 29 juni 1952. Maar dan is de Bosbaan bezet door de Kanobond. Deze bond is bereid om in de pauze de “trial” toe te staan. We hebben dus nog een week om klaar te zijn voor de eindstrijd.

Onze boot blijft op de Bosbaan en wij pendelen tussen Delft en Bosbaan. Geen beste manier om fit in de boot te stappen. Pakje boterhammen mee in de trein en nog een stukje lopen van de laatste halte van de tram (bij het Olympisch stadion) naar de Bosbaan. Waar we ’s avonds eten en de ingrediënten van het diner is niet meer terug te vinden in mijn geheugen. Het zal nu met enige verbazing (verbijstering?) worden gelezen. Ik vermoed dat we niet elke dag op die manier trainden. In Delft, bij gebrek aan nog een 4-, mogelijk in een 4+.

De dag, 29 juni 1952, staat er een briesje mee over de Bosbaan. Het is zonnig. We hebben het nog nooit zo druk gezien op de volgweg. Vrijwel alle leden van WIII en Laga zijn met fiets aanwezig. Er is nauwelijks plek voor de auto’s van Hoge Heren (nog geen Hoge Dames) en verslaggevers. We liggen nu op de boeien 2 en 4.

De kano’s op land opgeslagen, WIII en wij aan de start. Ik weet niet meer of de OS een onderdeel uitmaakt van onze motivatie. Ik denk het niet. Wij zijn opgevoed met elke wedstrijd winnen. Ook vandaag. Ik neem wat tekst over uit de krant:

Met deze prachtige race kregen de moeilijkheden (van vorige week) een sportieve oplossing. Beide ploegen toonden dat zij uitzonderlijk snel waren en op internationaal niveau staan. Laga won omdat het na een voortreffelijk gelukte start keihard doorging (1000m in 3.07) en op de ploeg van WIII voldoende voorsprong nam om zelf tot rustig roeien te komen en de nerveuze Amsterdammers geen gelegenheid tot kalmeren te geven.

Omtrent de 1500m, toen WIII omhoog ging voor de laatste aanval, ging het bij Laga even rammelen (niet waar), het sturen werd minder (jammer, want bij een rechte koers was de ploeg onder de 6’30” gekomen) en WIII, dat na een matige eerste helft zijn ritme hervonden had, liep hard in. Maar niet verder dan driekwart lengte want op de laatste 150 meter herstelde Laga zich voortreffelijk en ving de aanval van de Amsterdammers goed op.
Het prachtige roeien van de ploeg toonde aan dat haar kwaliteit uitging boven die van de ploegen die de laatste jaren ons land vertegenwoordigden. Tijd: 6’30.2” , WIII: 6’31.7”.

(Onze tijd heeft vele jaren onbereikbaar op de recordlijst gestaan).

[Hier maak ik even een sprong van ca 40 jaren. Ik sta samen met Rob Jansen, de boeg van die WIII-vier, aan de bar bij WIII (koffie!). Even verder zit Helmers, de coach van de concurrent. Rob roept hem erbij en vraagt of hij mij nog kent: ”Je weet wel van de Laga-vier. Ja van die ploeg die drugs gebruikte. Ze stortten in bij de finish”. Hij weet blijkbaar niet dat we zijn opgevoed om te winnen met 100% (of meer) inspanning. Van “drugs” hadden we nog nooit gehoord].

We zijn onder de hoede van het NOC gekomen. Er is haast geboden want er moeten de nodige handelingen worden verricht. Zoals een Olympisch pak. Daarvoor gaan we naar Den Haag. Want voor alle kleding wordt de maat genomen om er “netjes” uit te zien. Behalve voor ondergoed, sokken en schoenen. Het moet niet te duur worden.

Dan wordt een ontdekking gedaan die aantoont dat we de juiste eenheid vormen. Onze maten (voor de kleding) zijn allemaal gelijk.

Lees volgende week verder!


We laten Willem III niet voorgaan!

OProeien toen – aflevering 41
Tekst en tekeningen Jan Op | 8 juli 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Het is nog steeds 1952

We liggen aan de start. 4- op het Nereuslustrum. Willem III onze enige tegenstander. Eerder van gewonnen maar vorige keer verloren! Dat zal niet weer gebeuren. We laten WIII niet voorgaan. Dat het om de kwalificatie voor de Olympische Spelen gaat speelt nauwelijks een rol. Zeker niet voor mij. De motivatie is zoals altijd: winnen. Wat daarna komt zien we dan wel weer. Uit de annalen:

Bij de start is WIII ons iets te vlug af. Of Kees ons iets meer naar het midden stuurt vanwege de slechte boei 1? Het resultaat is dat we WIII hinderen en dat de strijd op last van de kamprechter wordt gestaakt. We zijn al op 500 meter en te ver weg om opnieuw te mogen starten. Wij worden gediskwalificeerd. Normaal gesproken vaart de andere ploeg naar de finish en heeft het blik op zak.

Maar dit is niet zomaar een wedstrijd! Heeft WIII zich nu gekwalificeerd voor de OS? Beide ploegen liggen te wachten op het oordeel dat de Technische Commissie zal vellen. De karavaan op de volgweg staat plotseling stil. Vol met vraagtekens. Slechts het ruisen van de wind in de hoge populieren en het gekabbel van de golven tegen de boot is hoorbaar. De kamprechter en de Technische Commissie zitten onder hoogspanning in hun auto. Reglementair heeft WIII gewonnen (moeten ze nog wel de finish passeren). Maar zich niet gekwalificeerd. Oordeel: opnieuw starten. Het kwalificeren gaat blijkbaar boven de spelregels van het roeien.

Naar de start. Kamprechter en mede-rechters hebben ingezien dat op boeien 1 en 2 varen niet verstandig is. We starten nu op boei 2 en 4. De krant:

Dat tot overroeien werd besloten was begrijpelijk doch waar de aanvaring op ongeveer 600 meter plaatsvond en beide ploegen reeds veel lichamelijke en geestelijke energie hadden verbruikt lijkt mij de beslissing dit overroeien onmiddellijk te laten geschieden, gezien de bedoeling van de race, onjuist. De tweede race kreeg een dramatisch einde…

We starten dus opnieuw. Onder dezelfde weersomstandigheden. Zonder dat te weten: op boei 2 meer stroom tegen. Dat is geen excuus om op ca 1000 meter een lengte achter te liggen. Ik (geef op twee de commando’s, beter te horen door de anderen en met “internationale” ervaring) geef het commando om 30 halen met nog meer kracht en in hoger tempo te maken. En verd… we lopen in. En dan gebeurt er iets onwaarschijnlijks. Plotseling varen wij WIII met een rotgang voorbij!! Ze liggen stil. De twee is afgeknapt. We hebben geen medelijden en varen door. Maar…. we waren gediskwalificeerd. Het opnieuw starten is buiten de roeiregels gebeurd. Dus hebben we niet gewonnen. (Een speciale vraag voor het kamprechtersexamen?).

Geen kwalificatie voor de Olympische Spelen. Echter… beide ploegen zijn van “OS.-kwaliteit”. Een speciaal probleem voor de Roeibond. En er speelt nog meer een rol.

Lees volgende week verder!