Roeien is geen tennis… of toch wel een beetje?

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Roeibond, met als portefeuille innovatie en infrastructuur. Lees alle bijdragen – op persoonlijke titel – van Feike hier.


“Nooit zullen wij vrijwilligers betalen. Je inzetten voor de club, dat doe je uit liefde voor de vereniging en uit passie voor de sport. Als je het om andere redenen doet dan mis je de ware passie en is dit het einde van de club.”

Nog zie ik hem zitten, deze bestuurder van een roeivereniging. Op een avond met roeibesturen met onder andere als thema ‘hoe krijgen we meer vrijwilligers’ spraken we onder andere over waarderen en belonen. Rood aangelopen en vol vuur was zijn betoog, overtuigd van eigen gelijk. En los van de vraag of waarderen en belonen ook per se betalen betekent: wees eerlijk, hoe prachtig is het wanneer verenigingen zo kunnen draaien: steunend op een krachtig en vitaal vrijwilligerskorps van actieve, betrokken leden. En gelukkig zijn er nog zulke verenigingen.

Maar aan de andere kant zien we verenigingen worstelen met het vinden van voldoende vrijwilligers. In een KNRB-enquête vorig jaar onder alle roeiverenigingen zeggen maar twee op de tien verenigingen voldoende vrijwilligers te hebben, de andere kampen met tekorten. De effecten laten zich zien: 40% van de roeiverenigingen heeft een wachtlijst of ledenstop. Cijfers die tot nadenken stemmen. In een eerdere bijdrage https://roei.nu/professionals-vrijwilligers/ schreef ik al dat er een uitdaging ligt om meer en betere vrijwilligers te krijgen. We stellen als sporters immers steeds meer eisen aan onze sportieve omgeving. We willen deskundige trainers, verantwoorde programma’s en spullen die beschikbaar en in orde zijn.

Maar terwijl het lastig blijkt om modern vrijwilligersmanagement op de verenigingen van de grond te krijgen, zien we een andere ontwikkeling steeds meer in opgang komen: professionals die diensten leveren aan verenigingen en roeiers.

Afgelopen weken trof ik ‘de commerciëlen’ meermalen: op een aftrapavond in Veghel voor een nieuwe roeivereniging was een grote zorg bij aanwezigen ‘hoe kan ik leren roeien?’ Bij de start van een vereniging is er natuurlijk geen panklaar instructiekader. Daar had Cor Scheffers in voorzien: ‘We hebben geregeld dat hier een team aan instructeurs komt, mét boten en zij leren u roeien. Daar moet u dan wel voor betalen.’ Iedereen blij. De kosten? Geen probleem vond men. De service werd juist op prijs gesteld. En dan afgelopen zaterdag. Die dag organiseerde Coastal Nederland samen met Weerribben Rowing een kennismakingsdag voor coastal roeien. En wie kwamen er op bezoek: verenigingsroeiers uit o.a. Almere, Voorschoten, Steenwijk en Heerenveen. Allemaal leden van verenigingen zonder coastal vloot, die weleens wilden ervaren hoe het is om in een coastal boot te varen en die ervaring weer meenemen naar hun vereniging.

Wie actief om zich heen kijkt zie bedrijven als Toprow, Saarrowingcenter, Roeiplezier, Ins & outs rowing en Weerribben Rowing op steeds meer plekken. Ze worden ingehuurd door verenigingen om een aanvulling te bieden op het verenigingskader of roeiers volgen een cursus.

Gaan we daarmee als roeiers richting de tennissport? In die sport is er gebruikelijk om betaalde krachten in te huren via o.a. gecertificeerde tennisscholen. Zo ver zijn we in de roeiwereld niet en wat mij betreft is het ook nog maar de vraag of we die kant op gaan, maar wat ik wel zie is dat de inzet van professionele externen steeds meer geaccepteerd wordt. In die ontwikkeling zijn we niet uniek op landelijk niveau vinden ‘de georganiseerden’ en ‘de commerciëlen’ elkaar. En om even een link te maken met het begin van deze bijdrage: ik geloof ook niet dat het inzetten van betaalde professionals de bijl aan de wortel van de vereniging is. Integendeel. Ik zie geen roeiers bij inzet van professionals om principiële redenen vertrekken bij de verenigingen. Wel zie ik verenigingen ontlast worden en roeiers beter en met meer plezier sporten. Volgens mij gaat het daarom.