It giet oan

Door Kees Verweel | 19 september 2020

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Vandaag stond de tweede sloeproeiwedstrijd van 2020 op het programma: 24 sloepen streden vandaag tijdens de Slag om Makkum om de beste plaatsen. Het programma was wegens corona sterk versoberd, dus dit keer geen feesttent, geen catering, geen douches en na de race direct in de auto en op huis aan om vandaar ’s avonds de virtuele prijsuitreiking te zien. Ook veel minder deelnemers dan anders, niet iedere ploeg is al voldoende getraind of gemotiveerd genoeg om een hele dag onderweg te zijn. Maar wat geeft het? We kunnen tenminste weer wedstrijden roeien!

Op 12 september had de ZwarteWaterRace de eer om het seizoen 2020 te openen met 33 deelnemende sloepen. En wat is het toch een prachtig gezicht, van die machtige sloepen op het water! Wie had dit begin dit jaar kunnen bedenken…. De eerste race halverwege september! Het blijft een bizar jaar. Als het verder niet tegenzit blijven er nog maar 4 wedstrijden over dit jaar.

Photo Credit Active Creations

De Utrechtse Grachtenrace Rondom die oorspronkelijk op 11 april geroeid zou worden maar werd verplaatst naar 17 oktober heeft inmiddels alsnog besloten de race af te gelasten. De risico’s om goed aan de coronaregels te kunnen voldoen en te handhaven bleken te groot. En ook de grote en bij vele sloep- en pilot gigroei(st)ers favoriete afsluiter van het seizoen gaat dit jaar helaas niet door. Muiden-Pampus-Muiden – 3x een rondje Pampus in het weekend van 31 oktober en 1 november – is bekend van het gezellige feest op zaterdag. Dit zat er sowieso niet in dit jaar, dus werd er afgewogen om een eendaags evenement te organiseren. Maar de organisatie vreest een te grote toeloop, en neemt door annulering dan ook de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat MPM niet kan ontaarden in een hot-spot van besmettingen, zowel voor de roeiers, de toeschouwers en onze vrijwilligers. Want helaas rukt het virus weer steeds verder op. Het aantal besmettingen stijgt zeer snel, en sinds gisteren zijn er aanvullende regionale maatregelen in 6 veiligheidsregio’s. Zal de Amsterdamse Grachtenrace over 3 weken nu nog doorgaan? Ik kan me zo voorstellen dat de organisatie lastige afwegingen moet maken, fingers crossed!

Photo Credit Active Creations


Plekzat

Door Feike Tibben | 18 september 2020

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.

Waar ik ben opgegroeid stond in de buurt een huis, niet heel dicht aan de weg, niet goed zichtbaar met een wat vreemde naam, ‘plekzat’. Niet een bijzonder mooi of groot huis. Eigenlijk was er maar één ding bijzonder, die wat rare naam. Dat bleef intrigeren. Uitnodigend als ‘kom maar, we hebben plek zat’. Als ik langsfietste keek ik even naar binnen. Niet dat ik daar iemand kende, maar toch…
Jaren later kwam ik via via en volgens mij omdat er wat gedaan moest worden voor school, in huize Plekzat. Ik was nu ineens ín het intrigerende huis. Het huis leek van buiten al niet al te groot, maar in werkelijkheid wat het zelfs wel klein en sober. Het ‘plek zat’ was echter geen ironie. Er bleek daadwerkelijk plek zat te zijn voor iedereen. We waren die middag met veel, maar er werd geschoven met stoelen, kussen, dozen en kisten en zo hadden we allemaal plek. Aan het eind van de middag klonk het ‘jullie blijven toch eten, er is genoeg’ even uitnodigend en oprecht als logisch. Het werd nog een latertje die dag want ‘er is genoeg’, bleek ook te slaan op de nodige zaken om een avond gezellig te maken.
Het ‘plek zat’ zat m niet in de grootte van het huis, maar in het vermogen om te plooien, te schikken en te schuiven.

Ik moest daar aan denken toen ik las dat veel oudere sporters nog niet weer durven sporten uit angst voor besmetting, uit angst voor te weinig ruimte. Sportscholen schijnen 30% minder klanten te hebben, sportverenigingen hebben gemiddeld 15 -20% minder actieve sporters. Beweegarmoede neemt in ons land over de hele breedte toe.
Ik zie veel sporters en veel verenigingen creatief gebruik maken van mogelijkheden en met voldoende afstand tot elkaar actief sporten. Deze week nog in Breda: mét voldoende afstand, volle bak op de roeivereniging.
Maar ik zie ook verenigingen die niet die creativiteit laten zien, die vasthouden aan vaste formules en als consequentie voor lief nemen dat er veel minder gesport wordt. Ik zie sporters die zichzelf uit angst voor te weinig afstand het sporten ontzeggen.

Vanavond (18 september) kondigt de regering nieuwe Covid-maatregelen af. Veel mensen voorzien beperkingen en restricties. Die beperkingen moeten we serieus nemen. We houden afstand en blijven alert op onze gezondheid en die van anderen. Maar bij een goede gezondheid hoort ook in beweging blijven en te sporten. Beste mensen, er is op onze verenigingen en op het water plek zat om te bewegen en te sporten. Ja, soms met wat plooien, schikken en schuiven. Misschien met iets meer sport en met iets minder gezellig, maar het kan! Verenigingen zou ik willen uitdagen om juist nu ook nieuwe mensen uit te nodigen en ruimte te bieden. Juist wij als buitensporten hebben ruimte en kunnen een gezond perspectief bieden. Ook in de komende donkere periode. Is dat moeilijk? Zeker. Het vraagt creatief denken: Ander bootgebruik, andere programma’s, sporten op andere tijden. Is het mogelijk? Natuurlijk. ‘Plek zat’ zit ‘m niet in de grootte van het clubgebouw, het aantal boten of de beschikbare instructeurs, maar vooral in het vermogen om te plooien, te schikken en te schuiven.

Ik wens jullie allemaal een fijne nationale sportweek.



OProeien toen – 7

Door Jan Op | 6 september 2020

Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. Hij neemt ons mee naar die periode. Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Het zal begrijpelijk zijn dat ik veel details na 70 jaren kwijt ben. Bovendien heb ik nogal veel halen gemaakt in al die jaren. Toch probeer ik uit mijn versleten geheugen te putten om mijn voornemen: de evolutie van het roeien aan te dragen, gestalte te geven. Dus terug naar Ouderkerk a/d Amstel in 1950.

Ik put plaatjes en krantenknipsels uit mijn geplastificeerde plakboek. De plaatjes worden overgezet naar deze geschriftjes waardoor de kwaliteit flink te lijden heeft. Maar dat valt dan onder “antiek”.

We hebben ongetwijfeld onze welverdiende blazers aan. In de speciale kleur rood van onze lichting. Hoe we reizen en verblijven is me totaal niet meer bekend. Mogelijk was er een busverbinding tussen het Centraal Station en Ouderkerk. En gaan we naar ons ouderlijk huis eventueel samen met een ploeggenoot om te overnachten. Hoewel de “Havik” (schip voor het boottransport, botenwagens bestaan nog niet) soms ook onderkomen biedt met stro in het ruim gespreid. Ons eigen vervoermiddel is een fiets, niemand heeft een auto. De fiets hebben we in Delft achtergelaten.

Uit het geplastificeerde album van Jan Op: gerommel met de vlag van Willem III

Zaterdag onze kennismaking met de Amstel en het bijkomende nemen van allerlei bochten. De taak van de verse “stuur” (ik heb de “pik” eraf gehaald zoals eerder beloofd). Veel “boord-best” en het aansturen van de bochten oefenen. En hoe om te gaan met de “vijand” als hij of wij in de weg varen. Dat laatste is nauwelijks te vrezen: er nemen in totaal 20 achten deel waarvan 2 in de Eerste Divisie.

Onze allereerste wedstrijd. 8 km. We zijn uitgebreid voorbereid op de start. Spannend. We varen over een onzichtbare lijn die je wel kan horen. En dan is de jacht op de ploeg voor ons begonnen. Maar ook op ons wordt gejaagd. Wij varen in ons gewone hempje van ongeveer de juiste kleur, met blote armen. Hemden met korte mouwen bestaan niet of zijn te duur. Ik herinner mij niets van de wedstrijd zelf. Mijn archief zegt dat we 3e zijn. Geen blik.

Na afloop een illegale vlaggenceremonie. We proberen de vlag van Willem III te vervangen door een eigen das met onze kleuren. We hebben van ouderejaars vernomen dat wij de naam van onze vereniging “hoog” moeten houden.  De tegenwoordige voetbalsupporters hebben hun gedrag van ons afgekeken. Onze President blijkt het resultaat van onze prestatie niet te waarderen. Ons overleven staat op het spel.

Wordt vervolgd



40 jaar sloeproeien

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Het is deze maand precies 40 jaar geleden dat ik voor het eerst – als 17-jarige student van de Zeevaartschool Rotterdam – in een roeisloep zat. Sloeproeien was onderdeel van het vakkenpakket en dus een verplicht nummer. Twee keer per week roeiden we onze rondjes in de Waalhaven. Ik zette mijn studie voort op Terschelling, waar ik in 1983 mijn eerste HT-race noteerde. Weliswaar als stuurman van het gelegenheidsteam WBS-4 in de Zeehaen. Roeien leek me toch leuker, dus ik ging weer op een doft zitten.

Na mijn studie raakte het sloeproeien op de achtergrond. Maar toen ik na 7 jaren op zee weer aan de wal ging werken, rolde ik via een klant toevallig weer in het mooie sloeproeiwereldje. Ik woonde in Noord-Holland en roeide enkele jaren in de ‘Deca-Dutch’ (nu Berend Koster) in Alkmaar. In deze sloep stak ik in 1994, 1995 en 1997 de Waddenzee over. Later verhuisde ik naar Zwolle en roeide daar in de statige ‘Stad Kampen’, waar ik in 1999 mocht meemaken om tijdens de HT als eerste sloep de haven van Terschelling binnen te roeien! Uiteraard roeide ik al deze jaren ook vele andere races, inclusief de Great River Race.

Eind jaren 90 werd internet steeds populairder en beheerde ik de (toen nog primitieve) FSN-site en bouwde een site voor Stad Kampen. Het domein sloeproeien.nl bleek nog vrij en dus koos de stichting deze naam. In mei 1999 ging sloeproeien.nl live. Later bouwde ik deze site uit en plaatste ik naast de info over Stad Kampen meer algemene items zoals de roeikalender. Een paar jaar later verhuisde ik naar Rockanje en roeide daar bij de Brielse Roeiclub. Het beheer van sloeproeien.nl bleef achter bij Stad Kampen.

Toen ik neerstreek in mijn huidige woonplaats Kattendijke stapte ik in bij team Seahorse, waar ik ruim 10 jaar fanatiek heb geroeid en vele HT’s kon bijschrijven op mijn lijst. Als vrijwilliger en later bestuurslid van de FSN pakte ik ook het sitebeheer van de FSN weer op. Sloeproeien.nl was door gebrek aan beheerders min of meer ter ziele gegaan. Dit was voor mij hét signaal om weer een goed platform voor sloeproeiend Nederland neer te zetten. In 2012 lanceerde ik sloeproeien.info met de roeikalender, info over de roeiwedstrijden en een sloependatabase. Het leek mij mooi om één centrale plek te bieden met alle mogelijke info over sloeproeien en roeisloepen. M’n oude club Stad Kampen – nog steeds eigenaar van het domein sloeproeien.nl – bood mij in 2016 aan dit domein in bruikleen over te nemen, zodat we weer via sloeproeien.nl te vinden waren. Een prachtig gebaar!

In 2015 roeide ik mijn 15e HT met de Seahorse, en besloot ik dat dit een mooi moment was om te stoppen met actief sloeproeien. Mede door mijn internationale werk kon ik vaak niet meetrainen, en werd ik invalroeier bij een aantal Zeeuwse teams. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, want inmiddels roei ik alweer bijna een jaar bij Sloeproeien Zeeland en ik ben fanatieker dan ooit! Dus wie weet, en schrijf ik over 10 jaar over mijn 50 jarig sloeproei-jubileum…

HT race 2010 in de Seahorse


Roeien, doel of middel

Door Feike Tibben | 11 september 2020

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Roeiers kennen het: verhitte, soort-van-principiële discussies op een ALV over wat nu belangrijker is: leden of boten. Vaak aan de orde als er geïnvesteerd moet worden in kachels, kleedkamers of kantine – excuus: sociëteit – terwijl de materiaalcommissaris in het botenplan nou net dat jaar ‘de-oude-heren-vier-op-zondagochtend’ of ‘de-nu-zij-wij-eens-aan-de-beurt-junioren’ nieuw vaarspul in het vooruitzicht had gesteld.

De groep die opkomt voor boten roept op zo’n vergadering om het hardst: ‘Zonder boten zouden we een breiclub zijn’. Beantwoord door de tweede met: ‘zonder leden zijn we een botenopslagbedrijf’. Vaak gaat zo’n discussie een rondje of twintig rituele dans door, afgesloten door de voorzitter die met wat zalvende woorden beide groepen gelijk geeft, iets murmelt over evenwicht, balans en belangrijk, verbonden door veel termen als ‘natuurlijk’, ‘vanzelfsprekend’ en ‘zorgvuldig’ en een conclusie trekt die, oh toeval, overeenkomt met het bestuursvoorstel dat op tafel ligt.

Roeiverenigingen worden opgericht met als doel om te roeien. Ik heb ze niet allemaal langsgelopen, maar ik kan me zo voorstellen dat in alle statuten van de roeiverenigingen zoiets staat als bij mijn eigen vereniging: ‘De vereniging heeft ten doel de roeisport te bevorderen en haar leden in de gelegenheid te stellen deze te beoefenen’. De roeisport is het doel, leden zijn het middel,.

Afgelopen week stond er een leuk stuk op deze site over de St Ayles skiff (in ‘onze’ termen geen skiff, het is een vierriems-sloep). De St Ayles-vereniging uit Woudrichem heeft de Elfstedentocht gevaren en daarvan deden ze verslag. Een roeivereniging uit Woudrichem? Kennen we die dan?

De vereniging is geen lid van de KNRB, maar ook – of misschien wel juist – zonder ons is daar iets heel leuks daar aan de gang. Zij zijn daar niet gestart met het idee ‘we gaan roeien’, maar met: ‘we gaan wat samen doen’. De oplettende lezer ziet het verschil: leden komen hier op de eerste plaats. Ze noemen het ‘community rowing’. Je koopt niet met z’n allen een boot, je bouwt er één! Samen wekenlang zagen, plakken, schuren, lakken en je ziet het schip onder je handen groeien. Het mooie is dat de gemeente Woudrichem dit community-rowinginitiatief heeft omarmd en alle plaatsen in de gemeente in de gelegenheid heeft gesteld zo’n boot te bouwen. En met succes: Woudrichem, Wijk en Aalburg, Werkendam, Giessen, Rijswijk. Samen honderden roeiers, allemaal met eigengebouwde boten waarin ze wedstrijden tegen elkaar varen om het gemeentelijk kampioenschap of om samen geld in te zamelen als onderdeel van de community building. Wat een lol en wat een community. Roeien is hierbij geen doel, maar middel.

En er zijn nog meer van dit soort groepen waarbij de roeisport niet het doel is, maar het middel. Agenten en mariniers die samen in de boot vechten tegen de PTSS-spoken in hun hoofd. Er lijkt een wereld te liggen tussen ons ‘roeien als sportdoel’ en hun ‘roeien als middel’. Ik denk dat het schijn is. Doel of middel, het is allemaal semantiek. Die ALV-voorzitters snappen dat wel.
Zo meteen ga ik maar even het water op… even de week uit m’n lijf trappen. En binnenkort maar eens naar Woudrichem. Je zult zien dat we mekaar begrijpen.



Elfstedentocht in de St Ayles skiff

Door Alfred Vos | Foto’s Joke Scheffer

Op vrijdag 4 september lagen in het water van de Zuider Stadsgracht in Leeuwarden zes roeiers van WSV Woudrichem in een St Ayles skiff klaar om te starten met hun Elfstedentocht. Vlak voor het middaguur lieten zij hun vier riemen in het water zakken voor de eerste slagen van een tocht die 33 uur later op dezelfde plek zou eindigen. Het thuisfront volgde de tocht online en stuurde veel hartverwarmende support-appjes.

Het initiatief voor deze monsteruitdaging kwam van Martin Bakker (62) en kreeg concreet gestalte na de Skiffieworlds in 2019. Zijn team, Martins Dream Team, was na het vele trainen voor de 2 km WK-races toe aan een nieuwe uitdaging. “Omdat het team al ervaring had met langere tochten zoals Great River Race in Londen en Harlingen-Terschelling-Harlingen was de keuze voor de Elfstedentocht snel gemaakt” aldus Bakker. “Een oer-Hollandse uitdaging die nog niet eerder in een St Ayles skiff is aangegaan, daar werden de jongens wel enthousiast van!”

We maakten plannen en verlengden de trainingen om de tocht eind april te kunnen roeien. Toen kwam Covid-19 en moesten de ambities de ijskast in. Na versoepeling van de maatregelen in juni roeiden we weer in aangepaste vorm en enkele weken later in de vertrouwde samenstelling. Om de tocht nog in 2020 te kunnen roeien, roeiden we een lange trainingstocht: 125 km in 16 uur. Toen vond het team het verantwoord om op 4 september het plan uit te voeren op Friese wateren.

Na acht maanden intensieve voorbereiding roeide het team van Bakker – Erik Kieboom (51), Max Berends (51), Emiel Versluis (50), Olivier Rijbroek (44) en Alfred Vos (47) – onder prima omstandigheden van Leeuwarden naar Dokkum voor het eerste virtuele stempeltje. Met zuidwest 3 à 4 achter, gingen de eerste kilometers voorspoedig en ook met tegenwind op de route terug naar Leeuwarden was er geen vuiltje aan de lucht. Na een pittig stukje op het Van Harinxmakanaal was het tussen de rietkragen richting Sneek weer rustig op het water tot Woudsend, waar twee begeleiders met een nieuwe voorraad eten en drinken stonden te wachten. Voorzien van een nieuwe laag crème op de gevoelige delen was de volgende horde een klotsend Slotermeer. Een fikse zijwind maakte er een spectaculaire overtocht van richting Sloten.

Een St Ayles skiff is met riemen 7,80 meter breed. Reden om de smalle vaarten voor en na Balk links te laten liggen en andermaal het Slotermeer over te steken terug naar Woudsend en linksaf te gaan het Heegermeer op. Een dik wolkendek maakte het de maan onmogelijk de roeiers wat bij te schijnen op weg naar Stavoren. Regen, west 4 op de kop en de duisternis maakten dit deel van de tocht het zwaarst. Eenmaal in Stavoren gaf het licht van een nieuwe dag weer hoop en was het weer wat ontspannender roeien met de wind in de rug richting Hindeloopen. De stralende ochtendzon verwarmde de botten. Dankzij de bevoorraders was er koffie in Hindeloopen. Daarna was het peddelen in de smalle vaart over een afstand van ongeveer vier kilometer, een oncomfortabele maar welkome afleiding na bijna 24 uur roeien met de houten riemen.

Omdat we op de meren richting Stavoren behoorlijk wat tijd verloren hadden, voerden we de snelheid richting Workum en Bolsward op om nog voor donker te kunnen finishen. In Bolsward stonden supporters uit Woudrichem ons naar de volgende stad te juichen. Dat was nodig want ook richting Harlingen was er veel tegenwind. In de wetenschap dat de wind het resterende deel van de tocht gunstiger zou zijn, trokken we na Harlingen de boot opnieuw het Van Harinxmakanaal op. Dit keer met wind mee, Franeker kwam al snel in zicht, er was nu nog één stad te gaan: Leeuwarden. In de ondergaande zon roeiden we nog eenmaal naar het noorden en zakten via Berlikum weer af richting finish. De geur van ‘de stal’ zorgde voor een opleving. Op de grens tussen licht en donker bereikten we om klokslag 21.00 uur na 215 kilometer roeien de finish in Leeuwarden. Een klein welkomstcomité stond klaar om de heren van Martins Dream Team met een applaus, bloemen, medailles en een fles single malt te feliciteren met hun epische prestatie.

Dankzij een goede voorbereiding waren er weinig fysieke ongemakken en denkt Martins Dream Team al na over een volgende uitdaging.

Je kunt de avonturen van Martins Dream Team volgen op Facebook en Instagram.


‘Eerst Napels zien, en dan sterven’

Door Willem van Schelven | 8 september 2020

Parafraserend op Goethe’s uitspraak zouden we thans kunnen zeggen: eerst Duisburg en Hilversum zien, en dan rustig in de winterslaap. Want beide zijn prachtige roei-evenementen; aan het ene kon een beperkt aantal van ons meedoen en de rest kon er via livestream en verslaggeving van genieten, aan het andere mogen we zelfs meedoen! Maar dát is het dan wel, voor dit jaar.

Verder bijna niks meer. Groot en klein, alle wedstrijdorganisaties leken en lijken het af te laten weten. Misschien ergens nog wat onderling gespetter, een enkele marathon, een beetje coastal, wellicht de Hel nog. Als je naar de actuele stand van de roeikalender kijkt, zie je dat tot en met de eerste week van oktober vrijwel alles ‘gecanceld’ is.

Behoefte aan wedstrijden is er wel degelijk: de inschrijving van de Tromp Boat Races ging afgelopen zaterdag om 08.00 uur open. De gretigheid bij het roeivolk leverde een vergelijkbare situatie op als de jaarlijkse run op de Masterswedstrijden in Henley: ergens rond 15.30 u diezelfde dag was het maximum aantal inschrijvingen bereikt dat de organisatie had bedacht, gezien de capaciteit van het terrein: zeven blokken, 100 ploegen per blok. Rond dat tijdstip stond de teller op 709 inschrijvingen en werd de zaak op slot gegooid.

Daarmee waren we getuige van een onwaarschijnlijke cultuuromslag. Gezien het gebruikelijke patroon ligt de hausse van de inschrijvingen voor Nederlandse wedstrijden altijd pas op de laatste twee dagen voor de sluiting. Want eerst even loeren wat de anderen doen, schrijven die in de vier in of doen ze toch tweeën? Maar ook: bij veteranen valt het vaak niet mee om het schip ‘vol’ te krijgen, soms lukt dat pas vlak voor sluiting van de inschrijvingen. In Hilversum tonen ze lef, hebben ze een geolied organisatieteam en (mede daardoor?) kennelijk een goede relatie met de lokale autoriteiten.

Ik ben benieuwd welke van dergelijke factoren ontbreken in Amsterdam. Want daar hebben ze nú al besloten dat het niet kan: de Novembervieren. Verbazend. Want die wedstrijd is op veel punten toch vergelijkbaar met de Tromp. Een tijdrace, met blokken. De Amsterdamse situatie lijkt zelfs nog gunstiger voor zo’n opzet: want moet langs het Hilversums Kanaal alles op één locatie geperst worden, aan de Amstel kun je de botenwagens en roeiers kwijt bij Willem III, Skøll, Poseidon, RIC én de organiserende club De Hoop. Dat is toch een veel grotere ‘verdunning’ van materiaal en mensen dan in Hilversum, en dus meer in overeenstemming met alle vermaningen en richtlijnen vanwege Mark & Hugo, het RIVM en NOC*NSF.
Konden ze het onderling wellicht niet eens worden, daar aan de Jan Vroegopsingel, Korte Ouderkerkerdijk en Weesperzijde?
Nou, 1 november is nog ver weg. Misschien kunnen ze daarginds – in die ‘roeistad’ bij uitstek –  de koppen nog eens bij elkaar steken?


Willem van Schelven (1948) roeit wedstrijd vanaf zijn veertiende en gaat niet van die verslaving af komen. Coachte lange tijd, zowel junioren, senioren als Masters, van beginnelingen tot WK-gangers. Is lid van Poseidon, maar roeit ook vanuit huis op de Hollandse IJssel, en op de Willem-Alexander Baan.  Is mede-oprichter en secretaris van SWMN, lid van de Commissie Wedstrijden van de KNRB, initiatiefnemer van de Dutch Masters Open  en adviseur bij Waterline. Hoopt als trotse opa dat hij minstens één van de drie kleinkinderen later nog een keer een wedstrijd zal zien winnen.
Lees alle bijdragen van Willem van Schelven hier.



EK onder 23 Duisburg: het kan dus nog, zo’n toernooi

De laatste bijdrage van Roei!-verslaggevers Peter Slagter en Linda Baukema.

Voorafgaand aan dit EK onder 23 was er misschien wel de angst dat alle enthousiasme weggeëngineerd was door de Duitse Gründlichkeit. Er was de verplichting om regelmatig je handen te ontsmetten en je moest een mondkapje op. Zonder badge kwam je het terrein niet op en een enkele beveiliger controleerde of je enigszins leek op de foto op je badge. Dit was misschien ook wel het enige wat anders dit roeitoernooi.

Ondanks het feit dat er op het terrein geen publiek mocht zijn, waren er toch veel Nederlanders die met de wedstrijden meefietsten. De Duitse organisatie heeft laten zien dat een internationaal roeitoernooi op deze manier prima te organiseren is. Ploegen en hun coaches leven tijdens een wedstrijdweekend in de bubbel. In de boot, eten en naar het hotel. Publiek, dat nog wel eens wil schreeuwen, is in quarantaine geplaatst. Als je een doorkijkje maakt naar het grote EK mag je er alle vertrouwen in hebben dat dat, als ze een beetje naar de Duitse organisatie hebben gekeken, ook een prima toernooi kan worden.

Voor de zondag waren de verwachtingen hoog gespannen door de vele finaleplekken en halve finales. De oogst viel toch wat tegen. Duitsland, Roemenië, Italië en Frankrijk konden veelvuldig aan het erevlot aanleggen. Het lichte roeien wordt gedomineerd door Italië, Duitsland,  Frankrijk en Ierland. Voor het juniorenroeien is dit wel een zorgelijke ontwikkeling: een focus op het lichte roeien is zeker belangrijk omdat een groot deel van de ambitieuze jeugd niet het profiel heeft van een zware roeier of roeister.

Alle finale-uitslagen vind je hier.

De foto-impressie

1
3
151
41
13
7
5
10
11
17
18
20
21
19
Shadow

Kijk hier dag 2 terug



OProeien toen – 6

Door Jan Op | 6 september 2020

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.

Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Als de winter min of meer op de terugweg is kan er weer volop worden gevaren. In de smalle tub zit Piet, onze coach, voor mij. Een kleine anekdote als OPvrolijkje:

Piet geeft met zijn hand aan hoe we de inpik moeten maken. De middelvinger daarvan kan hij niet strekken. Ik zal nooit vergeten dat ik bij dat gebaar mij afvroeg hoe je op die manier een haal kan maken. 

Piet is trouwens een goede coach die met enig inzicht en zonder het gebruikelijke luide uiten van wensen ons de fijnere kneepjes zoals hij die ziet, kan bijbrengen. Dat is overigens nog maar een benadering van hetgeen we later weten. Dan blijkt ook dat wij een haal leren maken die – ten goede – afwijkt van die van bijvoorbeeld de Oude Vier.

De eerste wedstrijd die wij / ik ga roeien is de Head. Een week daarvoor varen we een traditionele baan naar Voorburg op ca 8 km van Delft. Er zijn redelijk veel meefietsers naar de kroeg die zich op die afstand bevindt. Uiteraard geen biertje voor ons. Wel een melkje met een koekje. Zij vinden dat ze een biertje hebben verdiend. Met een “berenlul” (kroket).

‘Harde halen’ op de heenweg, ‘harde halen’ op de terugweg. En uiteraard in uniform. Alleen o.a. een zelf roodgeverfd hemd zonder mouwtjes aan. (Hemden met mouwtjes zijn een luxe en duur). Je kan daarvoor verf kopen. Die aan een emmer heet water toevoegen, witte hemd erin en roeren (of zoiets, dat weet ik niet meer). Of het door het aantal minuten roeren komt is mij niet bekend. Wel het resultaat: een mengsel van verschillende tinten rood tot roze.

Dit is onze kennismaking met de voorbereiding voor een wedstrijd. De spanning stijgt. Zaterdag in Ouderkerk aantreden. Hoe we daar zijn gekomen is mij ontschoten. Vermoedelijk per trein, tram en bus + lopen. Onze boot wordt gebracht op de vrachtboot de “Havik” van Meeuwisse.

Er blijkt een ritueel bij deze eerste wedstrijd te horen. We gaan met de hele ploeg in Ouderkerk naar de overkant. Daar staat een kerk. We moeten allemaal een dubbeltje (10 cent) offeren door die door een kier te duwen. Dit moet de goden tevreden houden en ons de overwinning doen veroveren. Maar deze goden laten het helaas afweten.



EK onder 23 Duisburg: veel Nederlandse supporters

Roei!-verslaggevers Peter Slagter en Linda Baukema houden je met foto’s en korte sfeerverhalen op de hoogte.

Het leuke van roeiwedstrijden in Duitsland is de geur van bier en bratwurst. Tijdens de openingsdag van het WK onder 23 echter niets van dat alles. Handen ontsmetten bij binnenkomst en een mondkapje op. Dit toernooi had alle ingrediënten in zich om ontzettend saai te worden maar niets is minder waar. Het roeien onder 23 is heel leuk. De diversiteit is groot. Je ziet niet alleen jongens en meisjes die in hun groeiboekje als voorspelling  2,00 of 1,90 meter hebben, ook meer gemiddelde roeiers kunnen in deze velden nog aanhaken.
De dag van vandaag begon somber en regenachtig en eindigde vrolijk met een lekker najaarszonnetje en mooie wedstrijden. Er is niets van te merken dat de roeiers het afgelopen jaar geen wedstrijden hebben kunnen varen. Iedereen heeft vol enthousiasme en inzet de draad weer opgepakt.
Ondanks de waarschuwing dat er geen publiek aanwezig kon zijn waren er toch veel Nederlandse supporters die de wedstrijden prima op de fiets konden volgen tot ongeveer 200 meter voor de finish. De veertien Nederlandse ploegen doen het prima. Acht ploegen starten morgen in de A-finale. Drie ploegen varen morgenochtend nog halve finales.

Het programma voor zondag vind je hier.

Een foto-impressie

9
3
41
5
8
2
7
1
Shadow