OProeien toen – 13

Door Jan Op | 28 oktober 2020

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Hoe was de roeihaal ook weer…?

In mijn vorige stukje (12) nodig ik de lezer uit alvast de (slechte) foto van de B-acht op de Bosbaan te bestuderen. Een dergelijke foto kan nooit meer worden gemaakt. Het geeft de armoede in het roeien vlak na de oorlog weer. Coaches zijn op zoek naar een winnende “stijl”.

Sommige verenigingen kunnen rekenen op hulp van oud-leden die daar tijd en gelegenheid voor hebben. Een ex-roeiende arts (oud lid) in dezelfde stad bijvoorbeeld. Onze oud-leden zijn druk bezig om bedrijven en allerlei instanties weer op de rails te krijgen. Ze kunnen zich niet vrijmaken om elke dag naar Delft te komen.               

Het is een taak voor de nog studerenden die voor de oorlog roeiden. Die enige vertraging in hun studie accepteren om roeien door te geven aan nieuwe generaties. Maar kennis van de roeibeweging is vrijwel verdwenen. “Hoe was het ook weer?” Dus is de “HAAL” gebaseerd op geheugen of eigen inzicht.

Ik heb in stukje 3 al aangegeven dat het produceren van veel schuim bij het “bakken” voortgang betekent. Er wordt nauwelijks gelet op de beweging van benen, armen en rug. Door de omstandigheden gedurende de Tweede Wereldoorlog is veel kennis verloren gegaan.

Dit deel van de foto (enigszins bewerkt) geeft het resultaat weer van opvattingen van twee coaches die respectievelijk de Oude Vier en de Jonge Acht A onder hun hoede hadden. Deze roeiers uit de B-acht laten heel duidelijk zien dat er een nu ondenkbare situatie bestaat die de benaming “ROEIEN” nauwelijks waard is. De 4 en de 5 uit de Jonge Acht hebben duidelijk een coach met enig inzicht. De 3 en de 6 zijn ex-Oude-Vier.

Ook op de Bosbaan produceert de ex-Oude-Vier veel schuim zoals ze dat is geleerd. Overigens met de beste bedoelingen. De coaches valt niets te verwijten. Hun voorgangers zijn afgestudeerd of niet uit de oorlog teruggekeerd. Hun opvolgers dienen enige vorm van opleiding te krijgen. Maar dat is een kluif voor de volgende lichting.

Ondanks al deze gebreken weten we te winnen van de enige tegenstander: Triton. In de ongekend snelle tijd van 7.02.  En dat geeft aan dat er meer verenigingen problemen hebben.