De echte verandering 1: het verkeerde rijtje

Door Feike Tibben | 13 november 2020

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Dit najaar heeft FISA aan IOC voorgesteld om met ingang van de spelen van Parijs drie coastalnummers toe te voegen aan het olympische programma ten koste van de twee lichte dubbelnummers. Op maandag 7 december zal de Executive Board van het IOC dit voorstel bespreken.

Meteen stak er een storm van kritiek op: Van lichte roeiers zelf die hun perspectieven zagen verbleken, van Helma Neppérus die toch ook wel lijkt te erkennen dat het lichte roeien niet die mondialisering heeft gebracht die beoogd was. En natuurlijk vanuit de pro-ana beweging die nog een duit in het zakje deed met hun statement dat de beweging ‘de broeders en zusters die dagelijks uit vrije wil het gevecht tegen de weegschaal voeren, altijd te zullen blijven steunen’.

Je mag aannemen dat het advies van FISA was voorgekookt en het IOC dit overneemt: exit olympic lightweights. Komen we daarmee met deze roeiers in het rijtje van olympische losers en wacko’s?  Als je die lijst bekijkt lijkt licht roeien akelig gewoon en acceptabel, want ja, Pelota en lacrosse zijn van de olympische agenda verdwenen, maar die worden tenminste nog gespeeld.

Maar wie weet er nog van die andere verdwenen olympische activiteiten:

Gelukkig zijn we geen demonstratiesport want dat is echt een mix van folklore & extravaganza:

Je gaat bijna olympic darts missen in zo’n rijtje… Cent quatre vingt!

Stockholm 1912

Niet om het coastal-roeien koudwatervrees aan te praten -zeker niet-, maar eh.. die stad Parijs heeft wel een naam hoog te houden als het gaat om sporten die in die stad voor het eerst (en vaak ook voor het laatst) olympisch waren. Wat denk je van:

  • olympisch duivenschieten, met levende duiven!,
  • olympisch touwtrekken,
  • olympisch cricket,
  • olympisch croquet: te weinig toeschouwers, nl één,
  • polo: teveel paarden nodig,
  • hoogspringen uit stand,
  • hoogspringen over paarden: een mens springt óver paardenruggen,
  • verspringen door paarden: een paard springt, mens op z’n rug,
  • onderwaterzwemmen,
  • en ook hier een favoriet: zwemmen met hindernissen, heus gehouden in de Seine. Wij zouden zeggen, zwemmen met keerboei.

Moeten we nou met het lightweight rowing in zo’n rijtje komen.. nou ja zeg. Sterkte komende week.

Komende weken ga ik in op die andere kant van het besluit: coastalkansen


Indoor-wedstrijdagenda

Robin Sterk

Vanaf nu zie je rechtsboven op deze pagina de Indoor-wedstrijdagenda.
Voor wie zin heeft vanuit huis de krachten op de ergometer te beproeven.

Vaak zijn er twee mogelijkheden:

  • De ‘live’-variant, waarbij je op een bepaald tijdstip live tegen anderen roeit
  • Een ‘submit’- of ‘league’- variant, waarbij je binnen een bepaald tijdvak je prestatie levert en die opstuurt. Meestal moet je dan ook een of ander bewijs overleggen.

De agenda wordt verzorgd door Robin Sterk, fanatiek indoorroeier van het Eindhovense Beatrix.


Riemen maken en breken

OProeien toen – 18

Door Jan Op | 1 december 2020

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


In de vorige aflevering werd niet geroeid, maar op de wal gesleuteld aan de zeer ouderwetse riggers. Omdat het voor het begrip van huidige generaties is bestemd, ga ik daarop nog even door.

Voor de oorlog was het materieel van de dan bestaande middelen geconstrueerd. Houten boten met een flinterdunne huid en riemen van zo sterk en licht mogelijk hout. En ook nog zonder “kwasten”. Dat soort hout wordt geïmporteerd. Maar na de oorlog is hout alleen bestemd voor de wederopbouw. Slechts met een vergunning te koop. En totaal ongeschikt om er houten boten en/of riemen mee te maken. We zijn dus aangewezen op de meestal in de oorlog verborgen boten en riemen. Ontdaan van spinnenwebben en opnieuw gelakt.

Kwetsbaar. Eén verkeerde beweging met de benen: barst of zelfs scheur! Repareren met een dun strookje hout, ouderwetse lijm en koperen spijkertjes. Tijdrovende klus voor de bootsman. (Een beperkt aantal roeiverenigingen, en zeker de meer bejaarde, had een bootsman in dienst voor het repareren en onderhoud van de vloot).

De riemen die de oorlog hebben overleefd zijn vaak door het tamelijk lange verstoppen verdroogd en onbruikbaar geworden. Toch moet ermee worden gevaren. En al snel vervangen worden om nog een HAAL te kunnen maken.

In mijn bestuurstijd ben ik verantwoordelijk voor het materieel. Het gebrek aan (“eigen”) riemen maakt vervangen dringend nodig. Oud-leden zijn vaak uitstekende bronnen van hulp. Eén ervan heeft een houthandel. Onze bootsman Harry en ik mogen op de werf “geschikte” balken uitzoeken om er riemen mee te maken. Het is vurenhout uit Scandinavië. Totaal ongeschikt voor riemen. We zoeken er een paar uit met zo weinig mogelijk kwasten. Illegaal naar Delft. Bij een bevriende zagerij in stroken van riembreedte laten zagen.

Een oud-lid, werkzaam voor Shell op het laboratorium in Delft, heeft onlangs succesvolle proeven gedaan met een nieuw soort (twee-componenten-)lijm. Harry doet proeven met deze lijm. De stroken worden tot riembreedte en -lengte op elkaar gelijmd. Het proces van tot riem formeren laat ik weg. De uitkomst is: riemen van meer dan twee keer het gewicht van de “bijlen”. Maar de boot gaat ermee vooruit.

Het komt voor dat een riem nog net de finish haalt en er nog net een beker mee wordt gewonnen (schets uit andere bron).


Heimwee

Door Kees Verweel | 28 november 2020

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Afgelopen week was een drukke week met betrekking tot sloeproeien. Woensdagavond bestuursvergadering Sloeproeien Zeeland. Aangezien we er nu echt van uitgaan dat de Seelandia dit jaar helaas niet meer te water gaat, nam de voorzitter de sloep mee achter zijn auto voor de winterstalling achter in onze tuin. En zie ik nu als ik uit het keukenraam kijk steeds de sloep staan wat mijn heimwee naar het roeien geen goed doet. Als penningmeester had ik in deze meeting een makkie. Geen enkele wedstrijd geroeid dus alle hiervoor begrote euro’s zitten nog in kas. Maar wat hadden we ze veel liever uitgegeven! De uitdaging voor 2021 zal het aan boord houden van sponsors worden, dus we zijn blij dat we een reserve hebben. We hebben de euro’s volgend jaar waarschijnlijk heel hard nodig. We wilden dit jaar eigenlijk nog een leuke seizoensafsluiting voor de club organiseren, de geplande bijeenkomst half oktober moesten we op het laatst annuleren vanwege aanscherping coronamaatregelen. Samenkomen zonder zelfs maar een bak koffie te kunnen aanbieden is geen optie, stelden we. En een online alternatief viel ook af voor ons, want bijna iedereen is na 7-8 maanden wel een beetje klaar met Zoom en Teams. Dat gezellige avondje waar we samen genieten van een hapje en drankje halen we wel in zodra het weer kan en mag. Wat het dan wel gaat worden kan ik uiteraard hier nu niet verklappen!

Donderdagavond de 1e (online) meeting met de leden van de nieuwe FSN veiligheidscommissie. Ik heb me opgegeven voor deze nieuwe club, en deze eerste kennismaking met de overige leden was top! Oude bekenden uit de sloeproeiwereld, nieuwe gezichten, jong en oud en samen echt ontzettend veel kennis en ervaring die we gaan bundelen, uitwerken en delen de komende maanden. De laatste weken is het onderwerp veiligheid helaas al een aantal malen genoemd in deze columns, en ik draag graag mijn steentje bij aan dit zo belangrijke onderwerp.

Zaterdagochtend de (online) FSN-vergadering wedstrijdorganisaties. Ik neem deel namens de Veerse Meer Sloepenrace en corona is uiteraard ook op deze vergadering een van onderwerpen. Kan het seizoen 2021 in april van start? En zo niet wat dan? De Utrechtse Grachtenrace RonDom heeft voor alle zekerheid al besloten de datum van 12 april door te schuiven naar de toch al al drukbezette maand september. Tot eind mei 2021 staan er 10 wedstrijden op de kalender, waaronder de Harlingen-Terschelling race op 14 mei. Ik hoop zo dat we in april weer mogen roeien, maar besef tegelijk dat we met corona momenteel het door de specialisten gevreesde winterseizoen in gaan. De actuele nieuwsberichten temperen voorlopig ook de hoop. Het is domweg afwachten wat er 2-3 weken na Kerst en Oudjaar gaat gebeuren met de cijfers, en het is wachten op het vaccin en het tijdschema van toedienen van het vaccin. Het is niet anders….

Druk dus deze week met online en live ontmoetingen met sloeproei-collega’s, aan de ene kant super want je voelt weer even die hechte band, je bent weer even tussen gelijkgestemden in de mooie sloeproei community. Maar aan de andere kant is de heimwee naar het roeien gelijk groter dan ooit!

Mixed feelings dus deze week!!


ZRB vieren-jeugdcompetitie: Rowing Apart Together-race

Door Robert Richtersz | 25 november 2020

De eerste editie van de ZRB (Zuidelijke Roeibond) vierencompetitie, die dit jaar voor het eerst gehouden wordt, is een feit. Dit weekend waren er een 8-tal gestuurde viertjes van 11 tot en met 17 jaar tegen elkaar aan het racen. Het eerste plan was deze competitie te gaan doen in Eindhoven, Tilburg, Breda en Den Bosch. Maar 2020 maakt korte metten met plannen, het is een jaar van flexibiliteit en creativiteit.

Met de voorhanden zijnde techniek, de bereidheid om samen te werken bij de verenigingen, de wil om te racen en toch ons aan de regels te houden, kwamen we bij de ZRB met het volgende idee. Een “Rowing Apart Together-race”, een RAT-race dus. De drie viertjes van Beatrix knalden in het Eindhovens kanaal. In Cuijk bij Roeivereniging De Drie Provinciën kon je de jeugd in twee boten over de Kraaijenbergse Plassen zien schieten en bij TOR maakten drie ploegen de Watersportbaan Tilburg onveilig.

De teams roeiden twee afstanden op het water (250 en 500/1000) en nog een slopende ergometertest (250/500). Wat het super spannend maakt is dat je niet direct weet wat je tegenstanders hebben gedaan. Dat is pas bekend als iedereen geroeid heeft. Wanneer de uitslag online staat dan is-ie officieel. En spannend was het, want de drie verenigingen die het afgelopen weekend tegen elkaar streden lagen heel dicht bijeen. Beatrix heeft dit keer de strijd en dus de taart gewonnen. De Drie Provinciën en TOR maken zich klaar voor de revanche op 12 december. We verwachten dat meer verenigingen zich in de strijd zullen gaan werpen. De ZRB vierencompetitie RAT-race; 2020 is niet alleen maar kommer en kwel.


Lassen

OProeien toen – 17

Door Jan Op | 24 november 2020

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Ieder heeft zijn eigen riem, gemerkt met de eigen initialen. Het beperkte aantal riemen zo vlak na de oorlog maakte dat nodig. De riem wordt in elk type boot meegenomen! Ik neem aan dat iets dergelijks nu niet meer bekend is en ondenkbaar.

We voelen ons op een hoger niveau nu we zijn ingeschakeld om de vernieuwingen uit te voeren die onze coach Jo uit Henley heeft meegenomen. Behalve de veranderingen aan de bladen van ‘onze’ riemen wordt er gemeten. Tot dat moment een taak van de bootsman en het is streng verboden om aan de boot te sleutelen. Dat verbod wordt nu overtreden. Mede door de bemoeienis van onze 7, een werktuigbouwer in opleiding die een passie heeft voor (m)weten, wordt er gemeten. De stand van de dolpen, op een primitieve manier.

Op het droge wordt de boot op de kiel op houten schragen gelegd en met behulp van een paar staanders horizontaal vastgezet. Alweer een streng verboden handeling.

De riem in de dol gelegd terwijl de “eigenaar” die stevig in de inpikstand vasthoudt. Met waterpas en schietlood wordt de hoek van het blad met de verticaal gemeten. Elke afwijking moet worden gecorrigeerd. De rigger is rigide aan de boot geschroefd. De dolpen staat onbeweeglijk vast aan de rigger geschroefd.

De enige manier om de dolpen in de gewenste stand te krijgen is met stalen pijp over de dolpen en krachtig trekken de juiste stand in te stellen. Hier komt het talent van de werktuigbouwer goed van pas. Na enkele pogingen krijgt hij de dol in de gewenste stand en wordt hij met gejuich gehuldigd.

Dat de ijzeren constructie van de rigger daar erg moe van wordt zal geen verbazing wekken. Aluminium is voor dit soort constructies nog in ontwikkeling. Het gevolg is dan ook dat er herhaaldelijk moet worden gelast. En dat soort werkzaamheden moet worden uitbesteed. Het lukt om dat gratis te laten uitvoeren. Aan de overkant staat het gebouw voor Werktuigbouwkunde. Voor de technische opleiding van de studenten zijn werkplaatsen ingericht. Daar kunnen zij o.a. leren lassen onder leiding van een ‘assistent’. Een van die assistenten heeft als les-lasmateriaal kapotte riggers nodig. Toevallig.


1951 – Afkijken in Henley

OProeien toen – 16

Door Jan Op | 18 november 2020

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


De zeer magere resultaten in 1950, terwijl wij tot de oorlog steeds in de voorste gelederen voeren, is voor de oud-leden een reden om het bestuur aan te sporen op zoek te gaan naar een mogelijke verbetering van vooral de techniek van het roeien.
Die moet te vinden zijn in Henley. Daar varen de “beste ploegen van de wereld” (maar op bescheiden schaal, er is dan mogelijk maar 10% van het huidige roeileger op het water te vinden). Vooral de Amerikanen presteren aan de top. In samenspraak tussen bestuur en Oud-Laga wordt besloten een coach, die heeft laten zien capaciteiten te bezitten maar techniek tekortkomt, naar Henley af te vaardigen om de techniek af te kijken.

Dat blijkt een gouden greep te zijn. Hij komt terug met in zijn bagage allerlei verbeteringen. Het nieuwe seizoen bevat Laga-lustrumwedstrijden. Het hoogste doel is het hoofdnummer, acht, in huis te houden. Dus zijn de te verwachten verbeteringen vooral daarop gericht. Maar er is ook een breder verband. Andere ploegen zullen profiteren van nieuwe inzichten.

De acht die wordt geformeerd bevat naast “ouderejaars” ook een aantal uit de acht van het vorig jaar. Ik prijs mij gelukkig dat ik tot die bemanning behoor. Als verreweg de jongste – en dat brengt verantwoordelijkheden mee, waar ik veel later achter kom. We zijn in een andere (roei-)wereld terecht gekomen. Jo, de coach, is uit ander hout gesneden dan de coaches die hun onkunde over de winnende HAAL, omzetten in hard “roepen” en vooral “hard trekken”. Het komt herhaaldelijk voor dat ploegen van Calvé naar de Hoornbrug (ca. 4 km) in “harde haal” afleggen. Dat is ongeveer alles wat de (amateur-)coach van roeien weet. Als roeier word je er wel “hard” van en ook heel moe. Maar als ondergrond voor toegevoegde techniek mooi meegenomen.

De eerste merkbare verandering is het verkorten en “verbreden” van het blad. Een goed ingevoerde roei-kenner zal bij zijn bezoek aan het Roeimuseum (waar?) zich afvragen hoe men kan zien dat er verschil is.
Het gevolg is meer van psychologische aard. We zijn er allemaal van overtuigd dat we een stuk sneller varen. Achteraf denk ik dat het inderdaad een soort truc van de bekwame coach is, hoewel hij dat zal hebben ontkend. We kunnen het nu niet meer vragen; hij bevindt zich in de roeihemel.


De beste stuurlui…

Door Kees Verweel | 14 november 2020

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Foto Federatie Sloeproeien Nederland

Je vraagt je wellicht af waarom de roeiers op de foto zo ongelijk roeien? De foto is een shot uit een veiligheidsvideo gemaakt door de FSN eind 2017. De aanleiding voor het maken van deze video was een hartstilstand in een sloep eerder dat jaar. In 2018 volgden in heel het land aansluitend cursussen ‘reanimatie aan boord van een sloep’.

Onlangs werden we opgeschrikt door een ernstig en noodlottig ongeval met een sloep waarbij helaas een van de roeiers om het leven kwam. Geschokt las ik in de reacties op de social media – diverse lompe opmerkingen van de bekende beste stuurlui; ‘wat doet zo’n roeibootje daar nu in het donker?’, ‘als je ’s avonds gaat roeien dan vraag je om problemen!’ en meer van dit soort ongefundeerde commentaren door mensen die duidelijk zelf niet (sloep)roeien.

Ik zit inmiddels 40 jaar in het sloeproeiwereldje, en ken gelukkig slechts één ander fataal ongeval, wat overigens niemand had kunnen voorkomen. Half jaren ’90 roeiden we de Sloepenrace Lelystad die onverwacht werd overvallen door een zeer snel opkomend onweer. Buienradar hadden we nog niet in die tijd, en bij de start was er geen enkel teken van de naderende onweersbuien. De sloepen zaten al ver op open water, en terwijl de race werd stilgelegd vanwege het slechte weer sloeg de bliksem helaas in in een van de sloepen, met een dodelijk slachtoffer tot gevolg.
Er zijn ruim 250 actieve roeisloepen, waarvan de helft zelfs doortraint tijdens de donkere winteravonden (als er geen corona is). Vele teams trainen op water waar naast pleziervaart ook beroepsvaart is. Zo trainen wij op het Veerse Meer waar grote binnenvaartschepen door de smalle vaargeulen varen. Tijdens wedstrijden hebben we te maken met elkaar, maar ook met kruisende (beroeps)schepen of zeilboten die gewoon voorrang hebben in de meeste situaties. Dus de stuur moet precies weten wat zij/hij moet of mag doen als ze met 10 sloepen tegelijk op een keerboei of Amsterdamse grachtenbrug af denderen. Maar zoals Feike Tibben het treffend verwoordde in zijn column eind oktober; ‘We voelen ons sterk en machtig in onze boot, tegelijk zijn we oh zo kwetsbaar. Roeien en veiligheid, het blijft balanceren op een dun koord’

Uiteraard is het van groot belang – en volgens het BPR zelf verplicht –  dat de stuurlui bekwaam zijn en dus de regels kennen, en weten wat ze moeten doen bij een onverwachte calamiteit. Een vaarbewijs is overigens niet verplicht, maar eigenlijk zou een stuur van een roeisloep minimaal een Vaarbewijs 1 moeten hebben.

De Federatie Sloeproeien Nederland neemt als federatie ook haar verantwoording in deze. Het onderwerp veiligheid komt jaarlijks terug op vergaderingen, tijdens de briefings van wedstrijden, en naar aanleiding van het drama in Katwijk installeert de FSN momenteel zelfs een aparte veiligheidscommissie. Website sloeproeienNL heeft een aparte pagina over veiligheid. Maar dit onderwerp gaat uiteraard iedere roei(st)er aan, en is wat mij betreft een onderwerp waarvan we onze kennis en ervaringen zoveel mogelijk, structureel en eenduidig zouden moeten gaan delen in de roeiwereld. De KNRB en FSN zijn al in contact met elkaar, het zou toch geweldig zijn als alle organisaties de handen ineen gaan slaan over dit onderwerp.

Reanimatie aan boord van een sloep | Foto Federatie Sloeproeien Nederland

Allemaal vergaderen

Door Feike Tibben | 13 november 2020

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Volgende week is de Algemene Vergadering van de roeibond. Alweer de tweede digitale. We zien dat een jaar van bijna niet doorgaan van evenementen door corona zijn tol eist. Typische AV-eindejaarsfeestjes zoals de verschillende uitreikingen zijn geschrapt; er is gewoon te weinig geroeid om te kunnen spreken van volwaardige klassementen. Toch jammer. Het kost tijd om goede tradities op te bouwen.

Dit jaar zien we nog een ander fenomeen: De impact van corona op financiën. De week vóór de AV komen de vragen binnen van verenigingen. Dit jaar vragen enkele verenigingen of de afdracht aan de bond niet lager kan. Op hun beurt zien we ook bij een aantal sportverenigingen dat leden opzeggen of geld terug vragen: ‘We hebben immers niet kunnen sporten? Zo krijg ik geen waar voor mijn geld’.

Aan de andere kant zullen er ook bonden zijn die bij NOC*NSF aandringen op lagere afdracht. Een aantal bonden is financieel afhankelijk van inkomsten uit competitie, en tja, als die niet doorgaat…

Zonder het recht om discussies over geld, afdrachten en verantwoorde besteding te betwisten (zeker niet, als sport zijn we gebaat bij een open en transparante besluitvorming hierover), heb ik moeite met de beweging dat leden minder willen betalen aan verenigingen, verenigingen claimen bij bonden en bonden een beroep doen op NOC*NSF. Als we als sporters vooral als consument zouden denken dan zouden we lid worden van een vereniging met de laagste prijs of de hoogste ROI.

Maar is individueel voordeel nu dé reden om lid te worden van een vereniging of een bond? Veel bepalender voor het kiezen is of je je er thuis voelt, of alle ledenbelangen tot hun recht komen. Het zijn van een gemeenschap, elkaar ontmoeten, jezelf ontwikkelen en collectieve belangenbehartiging zijn veel méér doorslaggevend. Daar hoor een zorgvuldig-kritische blik bij, maar ook solidariteit. Dat geldt voor een vereniging, maar is in essentie voor een bond of NOC*NSF niet anders.

Laten we elkaar open beoordelen, worden ledenbelangen evenwichtig gewogen, wordt het geld zorgvuldig besteed, maar laten we ervoor waken dat we tekorten naar elkaar doortoepen. Voor je het weet creëren we een piramide van vorderingen. Zie daar maar weer eens vanaf te komen. Juist nu moeten we met z’n allen de in jaren opgebouwde sportinfrastructuur overeind houden. Laten we het dáárover hebben. Roeien doe je samen.