Hoe zal de roeisport er in 2030 uitzien? – slot

Guus van Wechem van Dutch Coastal Rowing geeft in twee afleveringen zijn kijk op de ontwikkeling van het roeien. Dit is deel 2. Je vindt deel 1 hier.


Vrijblijvender structuren, spectaculaire sporten

Misschien gaan we richting wat vrijblijvender structuren. Dutch Coastal Rowing (DCR) is zo’n creatie, volgens Feike Tibben een boat sharing company. DCR functioneert als vereniging heel goed. Je kan met een gelegenheidsteam de zee op. De website is heel belangrijk, daar kies je je tocht en vind je je teammaten. De ICT is hier van groot belang we zijn overigens nog constant bezig om de structuren te verbeteren. Dat de leden thuis hun tocht van te voren goed kunnen verkennen met waterkaarten waar de te varen route op staat.
We gaan nu werken aan een beter communicatieplatform omdat Facebook waar we gedacht hadden de communicatie van vraag en aanbod te laten plaatsvinden afvalt, omdat men Facebook niet vertrouwt.
Ook is er een toenemende belangstelling voor spectaculaire sporten. Al eerder noemde ik bodysurfen, kiten en natuurlijk coastal roeien. Het Internationaal Olympisch Comité zet ook stappen in die richting, door commercie gedreven wil men spectaculaire sporten waar veel mensen, ook niet-sporters, naar gaan kijken.

Coastal

Het IOC wil goedkoop te organiseren Olympische Spelen. World Rowing, voormalig FISA, de overkoepelende roeibond heeft daarom coastal als sport voorgesteld: je legt wat boeien in zee en klaar. Dat is een blijvertje, daar ben ik van overtuigd. Coastal wedstrijden vereisen niet alleen een goed getrainde bemanning maar ook een stuur met strategisch inzicht en een bemanning die in staat is om in opdracht van de stuur de krachten te verdelen over de te roeien rakken. Afhankelijk van de windrichting, golfhoogte en golfrichting kan je vooraf een plan maken hoe je het circuit gaat afleggen. En dan heb je de andere teams nog die ook in jouw baan zitten. Hoe rond je de boei? Andere team nu al inhalen of toch maar even inhouden. Kortom gebruik van spieren en hersens en dan heb je nog veranderde golven en wind en de andere teams die je plan in de war kunnen sturen. Net zoals bij een zeilwedstrijd.

Surfroeien

Surfroeien is een spectaculaire sport, ontstaan in Australië, daar houden ze van spectaculaire watersporten:

Hoe gaat surfroeien in zijn werk?
De teams staan bij de boot die op het strand net in het water ligt. De stuur staat op het strand bij de bel. De bel wordt geluid en de stuur sprint naar de boot, de roeiers duwen de boot het water in en springen in de boot. Ze staan aan bakboord met een stuurboord riem enz. Ze pakken de riem en zitten met hun zwembroek in een natte goot waardoor ze meteen kunnen gaan ‘rolbankroeien’. Ze hoeven hun bankje niet te zoeken. Dan is het door de branding roeien en is het cruciaal dat je de boot haaks op de golven houdt. De stuur staat en heeft een hele lange stuurriem waardoor hij de boot ook bij lage snelheid ‘om kan zetten’.
Door de branding naar een boei die op zee ligt, die ronden en dan weer richting de kust. Het is dan de kunst om in de branding naar het strand te surfen. Daarvoor moet je de boot trimmen. De roeiers lopen dan heel snel naar de voorsteven zodat de golf de boot meeneemt en niet onder de boot doorloopt. Als het spectaculaire surfen teneinde is, snel weer aan de riemen naar het strand roeien. Een bemanningslid springt eruit en sprint naar de bel. De eerste die de bel luidt heeft gewonnen.
Heel spectaculair en het vereist veel inzicht, kracht, handigheid en souplesse van het team.
De surfroeiboot is natuurlijk ook als toerboot te gebruiken. In plaats van goten heb je rolbankemplacementen en de boot kan van een aanhangroer worden voorzien. De boot is net zo snel als een coastal boot en heeft dankzij de hoge boorden minder last van buiswater, zodat je ermee het hele jaar de zee op kan.
Als je interesse hebt voor surfroeien, meld je dan NU aan bij info@dutchcoastalrowing.nl

Conclusie

Wat ik voorzie. Vrijblijvender structuren en roeiteams, dus als roeivereniingen meer opstapmomenten aanbieden, ook krachthonk als asset benoemen met roei-ergometers met muziek en beeld. Spectaculaire sporten als coastal en surfrowing zullen belangrijker worden ook in olympisch verband. Dus het palet aan roeiuitingen wordt almaar breder!


Kippenvel!

Door Kees Verweel | 30 januari 2021

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Aan de laptop gekluisterd vorige week zondag! En met mij vele vele anderen, want dat is leuk bij de Facebook live streams; je kunt zien hoeveel er tegelijk meekijken, je kunt reageren en je ziet reacties van de medekijkers. We keken naar de aankomst van de Atlantic Dutchesses, ‘onze’ Nederlandse leeuwinnen die als eerste Nederlandse dames ooit een oceaan overstaken in een roeiboot! Wat een kippenvelmoment! En wat een fenomenale prestatie van deze dames. Iris Noordzij, Melissa Vooren, Renate de Backere en Marieke le Duc roeiden in 43 dagen, 4 uren en 56 minuten de 2.752 NM (5.097 km) lange Atlantic Challenge, dat is bijna 120 km per dag! Ze werden dan ook royaal 1e in het damesklassement en wonnen hiermee de Murden Trophy.
In deze prachtige wisselbeker – vernoemd naar Toni Murden, de 1e vrouw die (solo) in 1999 de Atlantische Oceaan overroeide – staan de namen van alle winnaressen van afgelopen edities. Het 2e damesteam – de Bristol Gulls – kwam iets meer dan 3 dagen na de Atlantic Dutchesses aan.
En komende week zitten we weer klaar achter onze schermen, want vrijdag of zaterdag arriveren de Dutchess of the Sea, die zich na hun finish het 2e Nederlandse damesteam mogen noemen die een oceaan overstak. Want het maakt eigenlijk helemaal niet uit op welke plaats je eindigt, het volbrengen van deze enorme roeitocht is altijd een wereldprestatie en overwinning.
De Dutchess of the Sea werden achtervolgd door pech. De stuurautomaat is er een aantal keren mee gestopt, waardoor het op koers blijven nagenoeg onmogelijk werd. Ook de watermaker gaf diverse keren problemen, waardoor er met de hand water gemaakt moest worden, geen pretje als je net 2 uren aan de riemen hebt gezeten. Het weer zat een aantal malen tegen, waardoor ze extra vaak en lang achter het drijfanker moesten afwachten. Hoe frustrerend moet dat zijn, om te ontdekken dat je in 24 uur tijd 6 NM bent teruggezet! Ze sloegen zich steeds door deze tegenslagen heen, dus hun roeitocht is hierdoor wellicht een nog grotere prestatie! Check de updates en zorg dat je eind komende week erbij bent als ze aankomen op Antigua!
Op Facebook is bij de vrienden van Atlantic Dutchesses een interessante discussie ontstaan; veel mensen vragen zich af waarom de finish van de dames, maar ook de (record)finish van Row4Cancer twee weken geleden geen landelijk nieuws is geweest. Gelukkig zijn er genoeg regionale media die er volop aandacht aan schenken, maar de grote nationale zenders en overige media laten het afweten.
De reden is denk ik simpel: roeien is in Nederland geen nationale sport, en te klein en hiermee onbekend voor het grote publiek. Ik roei inmiddels ruim 40 jaar sloep, en moet nog regelmatig uitleggen wat sloeproeien is. Binnen het roeien zijn er bovendien ook nog eens de verschillende disciplines die elkaar nauwelijks kennen. Want er is weinig vermenging tussen sloeproeien, scullen, coastal roeien etc. Hoe goed kennen wij elkaars disciplines? Een leek kan nauwelijks of niet inschatten welke grote prestaties er momenteel worden geleverd op de Atlantische oceaan. Pas als je zelf een keer heel diep bent gegaan in een boot op open water en door weer en wind, heb je een referentie. Onbekend maakt onbemind, en dus is het niet interessant genoeg voor de grote media.
Ikzelf zit er niet mee, dankzij YB tracking kunnen we alles nagenoeg live volgen, en dankzij de livestreams kunnen we live de finish zien. Van mij mag de wereld van het (sloep)roeien best deze ‘eigen’ en kleine wereld blijven, de wereld van saamhorigheid, van vriendschappen en veel mensen kennen en van mooie momenten samen delen. Ik heb daar geen NPO of RTL voor nodig.

Foto’s Atlantic Campaigns

Ice, ice baby #roeienishetnieuweschaatsen

Door Feike Tibben | 29 januari 2021

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


‘Krijgen we een Elfstedentocht?’ met die vraag opende op Eva Jinek twee weken geleden het gesprek met een dooi-ontkenner , een fryske tradysje-hooghouder en een weeromroeper. ‘Krijgen we een Elfstedentocht?’.
Ze was niet de enige met een verlangen naar echte winters. In mijn eigen Opregte Steenwijker Courant (‘uw venster op de wereld’) werd deze week teruggeblikt naar de laatste Dorpentocht en de HollandVenetiëtocht, ‘dwars door Giethoorn’ in 2013.
Zowel bij Jinek als in mijn eigen OSC droop de melancholie ervanaf. Nu al 24 jaar geleden (de ‘alve’) of 8 jaar geleden. En hoewel de dooi-ontkenner zijn uiterste best deed om vooral klimaatkansjes te zien, gaf de weeromroeper geen krimp: de kans op een Elfstedentocht zou nu gemiddeld 1 in de 20 jaar (met een 95%-betrouwbaarheidsinterval van eens in de zeven tot eens in de 64! Jaar) zijn maar neemt de komende jaren sterk af. De kans dat het gedurende 15 dagen in de Bilt gemiddeld onder de −4,2ºC is geweest – graadmeter voor een Elfstedentocht – wordt steeds kleiner. ‘Na 2050 is er nog eens kans van misschien één op vijftig’ stelde de weeromroeper resoluut. De dooi-ontkenner werd zichtbaar moedeloos.

Iets dichter bij huis dan die mega-tochten was natuurlijk het nieuws deze week dat al die schaatsverenigingen om de hoek het steeds lastiger hebben. Als roeiers piepen we als we door de corona één jaar moeten skiffen in plaats van ploegroeien. Die ijsverenigingen hebben last van die grotere crisis, die van het klimaat. Ze hebben nu al vier jaar niet open kunnen gaan en trend is niet in hun voordeel.
Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik heb een groot zwak voor dat schaatswereldje, een soort slapende folklore-reus die wakker wordt bij het vooruitzicht op een paar dagen vorst. Het maakt mij bijna niet uit in welke tijd van het jaar ik bij zo’n ijsbaan ben, maar je voelt de nostalgie, de romantiek, het gezellige, met z’n allen op het ijs. Het hele dorp, de hele stad, één.

Mooie namen: ‘Voorwaarts Delgauw’, ‘Nooitgedacht’ ‘Eensgezindheid’ of gewoon ‘IJsvereniging Bargeroosterveen’. De locaties passen naadloos op dat beeld: Deze week nog, wandelend door het uitgestrekte Fochteloërveen liep ik zomaar midden in het bos aan tegen IJsvereniging de Kweek uit Veenhuizen.Moeilijk vindbaar? Helemaal niet. Dit zegt hun eigen site: ‘De ijsbaan is gelegen in het bos. De toegangsweg is via het witte bruggetje over het kanaal ter hoogte van de kruising van de Hoofdweg en de Kerklaan.’ Alleen al van zo’n routebeschrijving word ik vrolijk.
Misschien zijn we nog net op tijd om Mark van Wonderen (schrijver van chin.ind.spec.rest een beeldboek te laten maken van al die locaties. Wel een beetje opschieten graag.

Terwijl sommige ijsverenigingen onder die ontwikkelingen kopje onder gaan, zoeken andere nieuwe alternatieven onder het mom ‘van alleen schaatsen ga je het niet reden’ Ze gaan skeeleren, wandelen, klaverjassen. Als ze toch zoeken: kunnen wij ze misschien een handje geven?
Zouden we als roeiverenigingen niet allemaal één dag één ijsbaan kunnen adopteren, zullen we allemaal eens gaan roeien op de ijsbaan. Roeien op de ijsbaan, ja. Een gek idee? Nee hoor. Roeivereniging de IJssel heeft het gedaan. Laagdrempelig, toegankelijk, kennismaken, wedstrijdjes 100m

Goed voor de ijsvereniging, goed voor de roeisport. Doen? We kunnen wel wat gekkigheid gebruiken. #rihns

Vier foto’s van Freddy Schinkel en één van Richard Tennekes:

RoeiverenigingDeIJsselbijVZODFotoFreddySchinkel1
RoeiverenigingDeIJsselbijVZODFotoFreddySchinkel2
RoeiverenigingDeIJsselbijVZODFotoFreddySchinkel3
RoeiverenigingDeIJsselbijVZODFotoFreddySchinkel4
RoeiverenigingDeIJsselbijVZODFotoRichardTennekes5
previous arrowprevious arrow
next arrownext arrow
Shadow

Laga tegen Njord

OProeien toen – 24

Door Jan Op | 26 januari 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Lagalustrumwedstrijden 1951. Er zullen zeker tegenstanders zijn geweest die de loting opvallend vinden. Omdat er maar drie achten voor het hoofdnummer (op een baan met twee boeien) inschrijven zou een row-over resulteren. De Jonge Acht is een goede ploeg en wordt als vierde ingeschreven. En het lot wil dat de Oude en Jonge Acht tegen elkaar loten. In de andere heat vechten Nereus en Njord tegen elkaar.
De volgende dag varen Njord en wij om de beker, de blikken en vooral de eer. Njord beschouwen we als onze eeuwige tegenstander. Njord is maar 1 jaar ouder. Als Njord bij de prijsuitreiking een blik krijgt en het Njord-lied aanheft dat begint met “Blauw is de kleur”, vallen wij in met “…van de eeuwige stront die heerst tussen Njord en Lagaai”.
Ik ben al heel lang niet meer bij een prijsuitreiking geweest. Ik weet niet of deze uitstekende traditie nog wel bestaat.

De traditionele baan is niet recht. Sturen is een belangrijk onderdeel. De stuurpikken (toen zo geheten!) zullen zich niet in een bocht laten dwingen. Dat betekent dat op het scherp van de inpik wordt gevaren.
Zoals we nu gewend zijn starten wij een halve seconde eerder. Blijkbaar is Njord op de hoogte van deze ‘techniek’. Vandaar dat het bij een halve seconde (ca. 2 meter) blijft. Maar wel genoeg(?) om voor te blijven.

De kamprechters waren toen een soort vriendenclubje van oud-roeiers. Uiteraard met de nodige ervaring maar kort daarvoor pas bij het toen onlangs ingestelde examen geslaagd. Het starten vindt plaats vanuit de forse volgboot die flink bemand is met toeschouwers en journalisten. Een echte aligneur ontbreekt. Als de kamprechter overtuigd is van de juiste startpositie steekt hij de vlag omhoog en geeft het commando: Bent U klaaaaar… AF! Dat alleen al levert een ongelijke start op. Want bij welke “a” mag je weg? Dat commando is later ook gewijzigd.

Op de foto stuurt Njord scherp naar stuurboord. Mogelijk probeert Peter hetzelfde te doen om een zo recht mogelijke koers te varen.

Wordt vervolgd


Hoe zal de roeisport er in 2030 uitzien?

Guus van Wechem van Dutch Coastal Rowing geeft in twee afleveringen zijn kijk op de ontwikkeling van het roeien. Dit is deel 1.


Vroeger

Als senior roeier met 45 jaar ervaring met de roeisport wil ik een poging wagen eens in de toekomst te kijken. Maar eerst even aandacht voor vroeger. Ik ben een babyboomer en het was toen gebruikelijk jong te trouwen. Ik was 23 en moest trouwen omdat dat de voorwaarde was om een flat te krijgen in Delft en voor een flat hadden we belangstelling. Mijn vrouw werkte in Delft als onderwijzeres en kreeg een huis aangeboden. HTS en militaire dienst net achter de rug (ja dat had je toen) en ik wilde nog naar de universiteit, TH Delft heette dat toen nog. Ik ben een geboren techneut dus ik ging in Delft studeren.
Toen de kinderen al wat groter waren zijn mijn vrouw en ik als dertigers gaan roeien bij DDS. Je ging toen vanzelfsprekend meedoen aan wedstrijden. Arkel Rond was de eerste wedstrijd. Bij onderlinge wedstrijden over 500 meter klom ik, omdat ze een roeier tekort kwamen, voor de de eerste keer in een acht. Wat een sensatie! Ook veel toertochten geroeid. Later bij Amycus alle bekende grote acht-evenementen geroeid: de Head, Heineken Vierkamp etc.
Ik ben geen atleet, ik ben eigenlijk een miezertje, te klein, korte benen, weinig spieren, maar ik ben wel taai en fanatiek en vind roeien een leuke sport. Bij RV Gouda, voor ingewijden Roei en Zeil, Elfsteden geroeid en marathons. Daar kwam ik voor het eerst in contact met coastal, zeker twintig jaar geleden. Bij RV Alphen deed ik alles nog eens dunnetjes over. Dus ik heb naar mijn gevoel toch wel aan alle facetten van de roeisport geproefd.

Nu

Als ik waar ik woon om me heen kijk zie ik alleen tweeverdieners met kleine kinderen die een druk leven leiden. Voor je werk eigenlijk altijd beschikbaar zijn. Kinderen komen er pas als de ouders ruim 30+ zijn en de kinderen moeten naar en van de opvang en naar een of meer sporten. Daar moeten ze heen gebracht worden, en pa en ma gaan ook nog naar de sportschool.
Je ziet het bij RV Alphen, waar de gemiddelde leeftijd almaar stijgt. Gelukkig hebben we met name in de laatste jaren door de tomeloze inzet van een paar leden een grote aanwas van jeugd van de basisschool. Maar de meeste instroom komt van late veertigers als de kinderen tieners zijn. Dus tien jaar later dan vroeger. Dan is er ook wat tijd voor het verenigingsleven. Maar kan men daar nog wel aan meedoen? Ze hebben zoveel omhanden, ze roeien niet alleen maar doen ook nog veel andere dingen: duiken, bodysurfen, kiten.
Ik probeer al een tijd bij RV Alphen bij de werving van leden aandacht te krijgen dat er ook potentiële leden te werven zijn die veel interesse hebben in ons sporthonk met uiteraard roei-ergometers en halters als substituut voor de sportschool. Ergometers met beeldscherm zodat je in Hong Kong rond kan roeien op stampmuziek. We hebben ook de mogelijkheid geschapen voor individuen om in gelegenheidsteam te roeien er zijn nu drie opstapmomenten.

Hoe gaat de roeisport zich ontwikkelen?

Je ziet bij de KNRB dat ze inzien dat je als sporter gelukkig kan zijn in alle facetten van de roeisport. De exclusieve aandacht die het wedstrijdroeien en met name de olympische roeiers krijgen is gelukkig voorbij. De toer-, marathon- en recreatieve roeier krijgen nu ook aandacht en daar komen indoor- en coastal roeiers bij, en wat mij betreft ook de vaste bankroeiers in sloepen en pilot gigs.

Over een week deel 2


Narrow escape op de oceaan

Door Kees Verweel | 23 januari 2021

Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien. Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.


Gezien de huidige lockdownmaatregelen die deze week ook nog eens fors aangescherpt zijn, was te verwachten dat er ook in 2021 sloeproeiwedstrijden geannuleerd moeten worden. De Harlingen-Terschelling race organisatie stuurde afgelopen zondag een persbericht met het nieuws dat deze Koninginnenrace wederom niet doorgaat. Afgelopen woensdag meldde de organisatie van het Harlinger Kampioenschap Sloeproeien ook dat ze editie 2021 annuleren. Ik ga ervan uit dat er – helaas – nog vele races komen te vervallen, zeker in de eerste helft van dit jaar. Volkomen begrijpelijk, maar tevens erg frustrerend. En niet leuk om dit soort updates op sloeproeienNL te moeten zetten, veel liever plaats ik uitslagen van wedstrijden en nieuwsberichtjes van teams die volop aan het trainen zijn!

Afgelopen week deed zich een vreemd voorval voor. Toen ik dinsdagochtend vroeg op mijn mobiel keek, zag ik een gemiste oproep van maandagavond laat, en op de voicemail stond een bericht van de Nederlandse kustwacht. Men had mijn telefoonnummer op sloeproeienNL gevonden en het verzoek was om zo snel mogelijk terug te bellen. Direct gingen alarmbellen rinkelen, maar tegelijk kon ik met geen mogelijkheid bedenken waarom ze juist mij zochten? Dus om 7:15 uur gebeld met Den Helder, waar de dienstdoende medewerker wel de notitie vond van het telefoontje, maar niet de reden waarom, dus hij beloofde dit even uit te zoeken en me terug te bellen. Ik snapte er nog steeds niks van!

Een narrow escape | Foto Jasmine Harrison

Een paar uurtjes later kwam het verlossende telefoontje: men had een noodsignaal opgevangen vanaf de Atlantische oceaan! En vanuit dit bericht begreep men dat het om een kleine roeiboot ging, waarop men via Google bij sloeproeienNL terecht was gekomen en zo bij mij. De vraag was of ik meer wist, en eventueel meer gegevens had van deze boot en de organisatie van de Atlantische race. Omdat ik de Talisker Whisky Atlantic Challenge volg via de YB pagina, maar ook via Facebook en Twitter, had ik toevallig gezien dat bij de laatste deelnemer in het veld – Jasmine Harrison – die als ‘Rudderly Mad’ solo meedoet, in de nacht van zondag op maandag een incident was. Deze jongste vrouwelijke deelnemer ooit werd om 04:00 uur lokale tijd gewekt door haar AIS alarm. Er bleek een groot schip – boorschip Stena Forth – op ramkoers te liggen met haar 7 meter korte roeiboot. Op de foto die ze maakte is te zien dat het schip rakelings langs haar roeiboot is gevaren! Dus zelfs op die grote weidse Atlantische oceaan kun je zomaar overvaren worden. Maar hoe kwam dit bericht bij onze Kustwacht terecht? Wellicht heeft Jasmine een EPIRB-noodsignaal uitgezonden? Afijn, ik kon de medewerker van de Nederlandse Kustwacht vertellen dat alles goed was afgelopen, en ik heb de contactgegevens van de organisatie van de Atlantic Challenge gemaild.

Over de Challenge gesproken, dit weekend finishen de Atlantic Dutchesses na ruim 43 dagen roeien! We gaan weer Nederlandse geschiedenis schrijven, want de dames zijn het 1e Nederlandse damesteam dat deze tocht volbrengt, en in het klassement eindigen ze als 7e overall, 6e in de raceklasse, 6e in de ‘fours’ maar vooral 1e in het damesklassement! Morgenmiddag is hun finish op Facebook live te volgen! Dus perfect voor de zondagmiddag ?.
Vandaag gaat ons luchtruim op slot voor vluchten uit onder andere Zuid-Amerika, dus met een beetje pech staan de dames gelijk voor een nieuwe challenge! Hoewel wat langer op Antigua verblijven geen echte straf is na een fenomenale prestatie!


De laatste, de eerste…

Door Feike Tibben | 22 januari 2021

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


De Talisker Whiskey Atlantic Challenge zit in z’n eindspurt. De eerste boten zijn binnen, met natuurlijk een fantastisch record van Mark en Kai, the fastest double crossing the atlantic. Niet de snelste transatlantische roeiploeg ooit, dat was Mark in z’n eentje een paar jaar geleden, maar hé: wat een prestatie.
De tweede nationale trots de ‘queen of hearts’ van de Fries/Zeeuwse vrouwenploeg ‘The Atlantic Duchesses’ ligt ruim op kop in het vrouwenveld en komt volgens de leaderboard op taliskerwiskeyatlanticchallenge.com over een paar dagen, op 25 januari om 4.35, aan (live te volgen). Weer oranjeboven die de wereldzee bedwingt.
Het derde Nederlandse team, de Gelders/Overijsselse combi ‘Dutchess of the sea’ mag nog iets langer genieten. Voor hen eindigt de oversteek op 10 februari. Da’s toch al bijna vier weken achter de eerste ploeg. Man, wat ligt zo’n veld uit elkaar.

Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar haast vanzelf ga ik in zo’n race wat naar achteren kijken, want wat gebeurt daar. Daar zitten ze verhalen. De laatste in de race is Jasmine ‘Rudderly mad’ Harrison. Dat is ze steevast en ik vermoed dat ze die rode lantaarn vasthoudt. Op het moment dat ik dit schrijf zit ze echt midden op de oceaan en moet ze nog 1497 NM (2772 km).
1497 NM, dat is 693 keer de Bosbaan op en neer of voor Niki van Sprang: 328 keer hen en weer tussen den Helder en Texel. Naar verwachting komt Jasmine op 20 maart aan in Antigua: ze is dan net geen 100 dagen op zee geweest, in d’r eentje, in een bootje. Ze belt wel elke dag haar moeder, dat dan weer wel.


Jasmine komt uit Thirsk, Yorkshire, een slaperig dorpje tussen de dales en de moors en met als belangrijkste trekpleister het ‘the world of james herriot experience center’, (je hoort ‘t klinken: ‘this puts Thirsk on the international map’). Anderhalf uur van zee, met als enige watertje de Cod Beck… je kunt er verdorie net een kano op kwijt.  Ik moet er wel eens door zijn gekomen toen ik nog in Hull studeerde en in de weekenden een rondje North York Moors National Park fietste. Dat was begin jaren negentig. Jasmine was toen nog niet geboren.

Als je op de site van Jasmine kijkt, lees je een leuk verhaal hoe ze tussen het biertappen en het geven van zweminstructie tot dit besluit kwam. Natuurlijk heeft ze net als de andere ploegen een goed doel dat ze ondersteunt, maar zij wil meer. Ze wil ook een inspiratie zijn voor jongeren, vrouwen om grenzen te verkennen en die te slechten. ‘Ik wil meer jonge mensen, vooral meisjes, inspireren om gewoon iets te proberen. Hoe meer het je bang maakt, hoe meer prestaties je kunt behalen. Als je iets wilt doen, is het NU het moment.
Ik snap nu ook waarom ze het motto van Mark Slats (ze vaart in zijn oude boot) ‘be stronger than your excuse’ gewoon heeft laten staan.

Prachtig verhaal, mooie inspiratie, vast niet het laatste wat we van deze 21-jarige horen. Het zou zo maar kunnen dat we over enige tijd in Thirsk naar het Jasmine Harrison Experience Center kunnen. Al vermoed ik dat zij zelf zo’n bezoek zou ontmoedigen en ons er uit zou bonjouren met de woorden ‘Get out and do something’.
Nog 50 dagen dan is ze over. Ook de laatste is dan de eerste.
PS Aan mijn dochters: Wáág het niet ?  


Vijf kilo zwaarder

OProeien toen – 23

Door Jan Op | 19 januari 2021

Ik, Jan Op den Velde, 89 jaar, roeide voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag.
Vanaf OProeien toen – 1 is het een doorlopend verhaal. Via deze link vind je ze allemaal.


Met het Koninklijke blik op zak beginnen de voorbereidingen voor de wedstrijd om de eer van Delft en al zijn inwoners. Want de toenmalige bevolking was voor een groot deel ook onze aanhang. Er was zelfs een zeer trouwe gepensioneerde inwoner/supporter die altijd met ons mee fietste. Hij moet na een paar jaar in staat zijn geweest elke coach van advies te dienen.

Voor het aanstaande HOOFDnummer wordt hard getraind. Ook andere voorbereidingen spelen een rol: voeding. Ondanks het afschaffen van de voedseldistributie (maatregel uit de oorlog) is voedsel eenzijdig afgestemd op de lokale oogst en het klimaat. Import uit het buitenland bestaat nauwelijks. Supermarkten zijn een onbekend begrip.
Uit de annalen:

…het ontbijt, evenals de lunch, bestaat uit een grote hoeveelheid boterhammen belegd met wat jam of pindakaas. Ons maandgeld is niet voldoende om duur beleg als kaas te kiezen. Een eitje? Een dure luxe. Als je bijvoorbeeld van de ouders er een had meegekregen waren de huisgenoten in staat om het onderling te verdelen …Weinig (duur) fruit.

 De huidige voedingsgebruiken en stimulerende middelen waren toen, in 1951, onbekend. Opvattingen over “krachtvoer” en dergelijke middelen zijn uiterst primitief en kunnen zelfs als negatief worden aangemerkt (suikerklontjes in citroensap). Wij verdachten de concurrentie, met medici als oud-leden, ervan wel degelijk te worden voorzien van wondermiddelen].

Een baantje, 3000 meter, oefenen levert al bewonderaars op, zie de foto. De nummer 2 is de “opvoeding” van vorig jaar nog niet helemaal te boven gekomen)

Een statistiekje: gewichten (kg):
Njord: boeg 71,  2 72,  3  82,  4  90,  5  93,  6  83,  7  74,  slag 81  gemiddeld 80,75
Laga  : boeg 76,  2 78,  3  81,  4  81,  5  92,  6  86,  7  87,  slag 73  gemiddeld 81,75
De zwaargewichten zijn ook in lengte de meerderen: 1,92/1,95 meter.

Bij aankomst werden bij Laga alle kandidaten gewogen. Net 18 geworden woog ik 76 kg. Nu, op een paar maanden na, 2 jaar later: 81 kg. Zou ik inderdaad in die twee jaar 5 kilo spieren erbij hebben geroeid? Of ligt het aan het primitieve wegen?


Geheimen van de winnaars

Door Roei!-redacteur Jos Wassink | 17 januari 2021


Oceaanroeiers Mark Slats en Kai Wiedmer (Rowing4Cancer) kwamen afgelopen donderdag in alle vroegte aan op Antigua als eerste ploeg van de Talisker Whisky Atlantic Challenge 2020. Met hun tijd van 32 dagen, 22 uur en 13 minuten zetten ze een nieuw wereldrecord voor de oversteek in een tweepersoonsboot. Ruim voor de vloot van vierpersoonsboten.

Wat doen zij, waar anderen het laten liggen? Tijdens het ontbijt op zondag maken ze even tijd om bij te praten met Roei!. Zeemanschap, zegt Kaj. Goed zorgen voor de boot, zegt Mark. Bij rustig weer gaan ze overboord om de romp glad te maken, bij zwaar weer trimmen ze de balans, en bij tegenwind gaan zij er juist hard tegenaan omdat de andere ploegen hun krachten dan sparen. Bij slecht weer is veel te winnen, weet Slats. Daarnaast hielp de tactische ondersteuning van Dick Koopmans vanuit Nederland. Die adviseerde hen voor de laatste dagen zuidelijker te gaan varen omdat hij zag dat ze dan wind en stroom mee zouden krijgen in hun eindsprint naar de Carieb. Hun volledige verhaal, en dat van de damesvieren Atlantic Dutchesses en Dutchesses of the Sea, in het februarinummer van Roei!.

Mark Slats en Kai Wiedmer na een nachtje slapen, een douche en een verschoning.
Foto: Atlantic/Campaigns/Talisker Whisky Atlantic Challenge

Sport gaat over verlangen

Door Feike Tibben | 17 januari 2021

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Lees alle bijdragen van Feike hier.


Van een aantal lezers kreeg ik reactie dat mijn stukje van vorige week een tikkie of twee te positief zou zijn. Ik riep toen verenigingen op om als we zometeen als sportclubs weer langzaam open gaan, zich niet alleen te richten op eigen leden, maar gelijk de deuren op te te zetten voor nieuwe sporters, mensen die weer willen gaan bewegen, die de ruimte op het water zoeken.
De essentie van de reacties was ongeveer: 

‘We hebben als verenigingen wel wat anders aan ons hoofd’
‘We zijn al blij als onze leden weer wat sport kunnen bieden.’
‘Ik hoop dat we ons ledenaantal weten vast te houden.’

Natuurlijk was achteraf gezien de timing van het artikel wat ongelukkig, zo net vóór de aankondiging van verlenging van maatregelen, en midden in een golf van de nieuwe virusmutanten die de opluchting van het vaccineren lijkt uit te doven. Maar toch…
Wellicht zullen er leden zijn die opstappen. Dat gebeurt elk jaar en misschien dit jaar nét wat vaker.
Maar aan de andere kant zullen er veel meer mensen zijn die op zoek gaan naar een nieuwe sport, die openstaan voor nieuwe ervaringen, die een sport zoeken die veilig is, die ruimte biedt. Echt waar. Misschien is het nu nog ver weg, maar het gaat gebeuren. Over enkele maanden al.
Juist wij als roeisport kunnen hen nieuwe uitdagingen en nieuwe ruimte bieden.  

Maar er is nóg een reden om energie te steken in het nadenken over nieuwe leden: de vitaliteit van de vereniging zelf. Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik vind het best wel een beetje saai. Bij gebrek aan elkaar zien, bij gebrek aan evenementen raakt er meer leeg dan alleen de agenda.
Zouden we nu niet juist dit jaar niet heel nieuwe dingen kunnen proberen op de verenigingen, andere groepen aanspreken, andere instructievormen zoeken. Niet meer van hetzelfde, maar meer van het andere. Voor de sporters, én voor de verenigingen. Juist daarmee houden we leden binnen, juist daarmee bieden we onze leden nieuwe lol in de sport en juist hierdoor worden we aantrekkelijk voor nieuwe groepen. Er is tijd en er is ruimte voor inspiratie.

Op internet vind je het boek voor de nieuwprijs van 35 euro en ook voor veel minder tweedehands.

Ik schreef hier vorige week dat sportstimuleringsprogramma’s voor niet-leden lonen, óók voor verenigingen. Voor wie het onderzoek dat ik aanhaalde te zware kost vindt en liever hands-on werkt: kijk eens in het grote ideeënboek voor sportclubs: verhalen uit de praktijk van andere verenigingen en uit andere sporten. Je wordt alleen al vrolijk van al die energie, en je wilt gewoon aan de slag.

Sandra Meeuwsen schreef ’t al in haar ‘kritiek van de sportieve rede’: sport gaat over verlangen.