In het juni-nummer (Roei! 38) schreven we over ‘lage rugpijn, de plaag van de roeisport’. Omdat dat helaas niet de enige blessure is die roeiers treft gaan we een kortlopende serie maken over roei-gerelateerde pijn in knieën, ribben, schouders en polsen. Dat doen we samen met roeifysiotherapeut Sido Vleer (Fysiofysiek, Amsterdam), waarbij de praktische insteek voorop staat: hoe herken je het, wat kun je er zelf aan doen met gerichte oefeningen, en wanneer is het verstandig hulp in te roepen? Inbreng van lezers wordt erg gewaardeerd. In het oktobernummer, Roei! 40 gaat het over knieblessures. Heb je zelf vragen of klachten over knieblessures, mail die dan aan redacteur Jos Wassink via jos@roei.nu.
Het zit me ernstig dwars. Geen wedstrijd, geen stok achter de deur. Waarom nog hard trainen als er niet toegewerkt kan worden naar de apotheose: dé wedstrijd?!
Het zit in mijn bloed: competitie drijft mij tot beter presteren. Niet alleen met sport ook met werk. Met de coronacrisis zijn alle vergaderingen tot MEET/ TEAMS of ZOOM-bijeenkomsten teruggebracht. Heel efficiënt maar minder dynamisch. Mijn zitvlak heeft het wel naar zijn zin. Niet ik! Menselijk contact, interventie, het reageren op elkaars woorden of non-verbale boodschappen; het is allemaal afgevlakt.
“Expressieve types hebben prikkels nodig ” las ik net vanmorgen in de krant. Precies! Dat herken ik. Ik vaar en leef op (nieuwe) prikkels. Bijvoorbeeld: Iemand aan de kant, een coach, een fietser, een hardloper of wie dan ook en ik ga meteen beter en harder roeien. Het zit al in die kleine dingen.
Daarnaast telt ook de intrinsieke motivatie. Een horizon, een doel, dát motiveert. Het toewerken naar iets levert drijfkracht. In dit geval is dat de wedstrijd, de competitie. En daarna het voldane, het heerlijke gevoel, ná een zware training of een wedstrijd. Het gevoel dat je de wereld aankan en je zó de wedstrijd nóg een keer kan varen om die paar seconden die je hebt laten liggen, nog even goed te maken. Want ja! Je bent nu op stoom geraakt! Je kunt het!
Maar dát gevoel heb ik al een tijd niet meer. En dat zit me ernstig dwars. Het verlangen om weer 30 minuten tempo 31 te draaien… ik kan het me nauwelijks nog voorstellen. En wat te denken van 1000 meter tempo 34… Na 250 meter ben ik nu al uitgeput. En natuurlijk vol excuses: de wind, de golven, troep in het water, een ochtendhumeur, slecht geslapen…? Het komt allemaal voorbij, zo alleen in je skiff.
Ik kan niet wachten tot ik weer in de vier kan stappen en we het met elkaar kunnen doen. Met z’n vieren. En dan doorstampen. Totdat je niet meer kan… en dan tóch nog doorgaan!
Het euforische gevoel erna. Dát is het verlangen naar ‘doodgaan’ en weer opstaan.
Evelien Korving, geboren in 1963, roeit sinds de zomer van 2004. Voorheen waren judo, zwemmen, tennis, basketbal en wielrennen haar sporten. Maar bovenal: alpinisme. Als jong kind namen haar ouders haar mee de Alpen in. Dat leidde in de puberteit tot het volgen van klimcursussen en vanaf haar 18e tot het gidsen van groepen in de Alpen. Aan die klimpassie kwam een ongewild einde door een zware schouderblessure. Na de revalidatie daaraan, vooral door roeien bij RV Rijnland in Voorschoten, werd dit de nieuwe passie. Al in 2007 deed ze mee aan haar eerste FISA-Masters in Zagreb. Ze woont sinds 2015 aan de Hollandse IJssel in Gouda, en ook dáár kan geroeid worden.
Sinds woensdag stroomt Facebook en Instagram vol met foto’s van teams van sloeproei(st)ers die met een hele grote smile weer aan de riemen hangen. Terwijl iedereen ervan uitging dat we tot eind augustus niet konden trainen, was er vrij onverwacht groen licht voor sloeproeien. Vele teams staken woensdag gelijk van wal, om na al die maanden geduld weer de blaren op de handen te roeien. Seizoen 2020 is dan eindelijk alsnog van start gegaan. Ik moet nog heel even geduld hebben. We hadden nog wat klussen aan de Seelandia gepland, en omdat we dachten daar nog maanden de tijd voor te hebben waren de werkzaamheden nog niet uitgevoerd. We willen een elektrische lenspomp inbouwen, en het snelheidslog moet nog worden ingebouwd en aangesloten. Al met al nog wel wat werk, dat nu staat ingepland voor aanstaande maandag. Dan kan de sloep dinsdag weer te water en kunnen ook wij vanaf woensdag eindelijk weer trainen! Het zal toch vreemd zijn, schouder aan schouder zitten met je mederoeiers, maar ik kijk ernaar uit! We moeten met ons clubje ook na gaan denken over de rest van dit jaar. We zijn een team in opbouw, dus kunnen nog wel enkele leden erbij hebben. Dus de werving die abrupt stopte half maart gaan we weer oppakken. En dan is er de grote vraag of we nog één of enkele wedstrijden gaan doen dit jaar. Er staan nog 9 wedstrijden op de kalender, en omdat iedereen weer kan trainen kunnen de teams zich in ieder geval conditioneel voldoende voorbereiden. Maar het is afwachten welke wedstrijden echt door zullen gaan. Evenementen organiseren blijft een uitdaging, want zelfs met de verruimingen sinds 1 juli is het de vraag of de gemeente vergunning geeft, en zul je als organisatie er rekening mee moeten houden dat het evenement op het laatst afgelast moet worden door een onverhoopte aanscherping van de maatregelen. Voorlopig gaan wij eerst maar weer lekker trainen, nieuwe leden werven en houden we de websites van de organisaties goed in de gaten! Eindelijk weer het geluid van de riemen die tegelijk in het water plonzen, de cadans weer zoeken met het team, het luie coronazweet er weer uit roeien!!
Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien.
De toercommissie van de KNRB laat weten dat de twee botenwagens met elk twee wherry’s in Nederland blijven. Er staat er een klaar bij De Meije in Nieuwkoop en een bij De Dragt in Drachten.
Ze zijn van 11 juli tot eind september beschikbaar. KNRB-leden kunnen ze per week reserveren. Je kunt hier de beschikbaarheid checken. Meer details in de KNRB-folder.
‘Volle fietspaden met verschillende snelheden. Dat kan niet allemaal naast elkaar.’ Dat was het pleidooi van ANWB-directeur Frits van Bruggen recent in het AD in reactie op het steeds populairdere e-biken. En met een ‘anders vallen er nog meer doden,’ zette hij zijn woorden kracht bij. Nog meer doden? Huh? In ons overvolle land hebben we wandelpaden, fietspaden, woonerven, voetgangerszones, fietsvoorrangswegen, lokale wegen, provinciale wegen, autowegen, snelwegen, waterschapswegen, ruiterpaden, mountainbikepaden, rolstoelpaden… allemaal om de verkeersstromen zo goed mogelijk te uit elkaar te houden. En voor de ANWB is die deling nog steeds niet genoeg om te zorgen voor een veilig verkeer? Kom even bij ons kijken, wielrijdersbond!
Want hoe anders is dat op het water. Los van een enkel stukje water speciaal voor snelvaren, waterskiën of beroepsboten is ons water één grote speeltuin. Geen aparte stroken voor kanoërs, voor sloepen of voor vrachtverkeer. Vooruit, achteruit, gemotoriseerd, ongemotoriseerd, zeilend, suppend of zwemmend, sportief, recreatief en beroeps, het krioelt door elkaar heen. Het idee van goed zeemanschap was misschien ooit een even praktische als romantische manier om vrijheid en verantwoordelijkheid recht en ruimte te geven. Maar dat beroep op goed zeemanschap voelt op een toenemend aantal plekken, zeker in de steden, niet meer als een kundig en verantwoord met elkaar omgaan, maar meer als russisch roulette. De vraag is niet óf je moet uitwijken, bijsturen, inhouden of remmen als je midden in een training met je skiff, dubbel, vier of acht tussen brugspringers, rosésloepers, spookzwemmers, of ‘surfende’ strijkijzers manoeuvreert, maar wannéér.
Om beginnende roeiers veiligheids-alertheid bij te brengen leert Theo van den Broek (Saarrowingcenter) zijn roeiers: ‘roeien is als achteruitfietsen op de snelweg: het is ongemakkelijk, onhandig en het verkeer om je heen is groter en gaat bovendien sneller dan jij. Onthoud dat.’ Dat achteruitfietsen wordt er in onze boten niet altijd gezelliger op. Op veel plekken was het al druk, de afgelopen jaren is het drukker geworden en het wordt nog erger. ‘Een volle boot’, duidt steeds vaker niet op een volledige bemanning maar op een hooswaardig schip. En goed zeemanschap verwordt tot ‘goed scheefvaarschap’ of een chagrijnig ‘goed schreeuwmanschap’. De Volkskrant wijdde afgelopen week een artikel aan de toegenomen drukte. Citaat: ‘Vooral de sloepenmarkt is geëxplodeerd. Laatst was ik nog varen van Amsterdam naar de Kaag. Je kon over de sloepen lopen. Ik kon niet eens meer aanleggen en moest mijn boot voor anker leggen.’ (De man was sloepvaarder) De regionale krant Stentor citeerde eerder een bootverhuurder: ‘Het is het ergst op hete dagen. Dan zijn er veel aso’s, testosteronbommen die onder de brug nog even hard optrekken, zodat het water tegen de onderkant van de brug (!) aan komt”.
En daartussen sporten wij dus…
Wordt ‘t niet tijd dat we op een aantal plaatsen afspraken maken over gebruik van het water, ter bescherming van onze sport én onze eigen veiligheid? Veldsporten zijn heer en meester binnen de lijntjes. Zaalsporten hebben de bescherming van vier muren en een dak, en ook wielrennen en schaatsen hadden al snel na het begin van de sport de eerste afgesloten stukken parcours waar sportmensen veilig konden trainen. Wielrennen en schaatsen zijn ongeveer even groot als wij (beide ca 36.000 leden), maar hebben inmiddels beduidend betere voorzieningen: – schaatsen: 30 ijshallen en 90 skeelerbanen – fietsen: 75 wegparcoursen, 5 wielerbanen, 67 veldritbanen, 223 mountainbikevoorzieningen en 49 BMX-banen. Allemaal afgesloten, veilige parcoursen.
En wij? Wij sporten op 5 roeibanen… als we tenminste ruim rekenen (zie vorige week). En wie daar niet roeit, fietst dus week in week uit achteruit op de snelweg… je zou je handen voor je ogen doen.
Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ‘t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.
Tot minstens september vinden er in Engeland geen roeiwedstrijden op het water plaats. Reden genoeg om een virtuele wedstrijd op te zetten! Mijn collega’s en een grote groep vrijwilligers zijn de afgelopen twee maanden bezig geweest met het organiseren van de eerste British Rowing Virtual Championships. Een wedstrijd op de indoorroeimachine maar dan vanuit je huis. Het aantal deelnemers kwam hoger uit dan verwacht, 1221 entries uit 30 landen. Ik zag in verschillende races Nederlandse namen voorbij komen en dat vind ik altijd leuk om te zien!
Het format was zoals je van een regatta verwacht, heats op zaterdag, finales op zondag. Voor alle leeftijden en over 2 kilometer en over 500 meter. Nu komen er wel andere dingen bij kijken als je dit volledig online gaat organiseren. Zo werkten we met het Nederlandse TimeTeam voor de live tracker en resultaten (wat ze natuurlijk ook voor races op het water doen) en hadden we een productiebedrijf ingehuurd om de livestream aan elkaar te praten, de juiste informatie te laten zien en we hadden zelfs een aantal atleten met een livestreamverbinding zodat je ze kon zien tijdens de race terwijl je ook de tijden zag van de rest van het veld en de commentator.
Waar ik vooral enthousiast van werd is de mogelijkheden voor dit soort wedstrijden in de toekomst. Het neemt alle barrières weg die mensen zouden kunnen hebben bij het deelnemen aan een roeiwedstrijd zoals reistijd, kosten, materiaal. Afgelopen weekend had je een ergometer nodig waar je je laptop of telefoon op aan kan sluiten. Zo kan je een wedstrijd houden met mensen over de hele wereld en je kan ze ook nog volgen op je scherm om te zien of je voor- of achterligt. In bijna alle wedstrijdvelden waren er deelnemers die pas een paar maanden geleden begonnen waren met ergometeren. Dit blijkt dus een heel toegankelijke wedstrijd voor beginners en velen deden het verrassend goed.
Virtuele wedstrijden zouden ook opgezet kunnen worden om scholen tegen elkaar te laten racen tijdens de gymles, of sportscholen / crossfit boxen kunnen elkaar uitdagen voor een 500 meter of andere afstand. De kansen zijn eindeloos met deze aanpak en zo zie je dat er ook positieve dingen uit lockdown komen.
Marieke Bal is Head of Membership bij de Britse Roeibond. Ze kwam in 2005 voor het eerst in aanraking met roeien toen ze lid werd van Tilburgse Studenten Roeivereniging Vidar en is sinds 2014 in een boot te vinden op de Thames in London. Momenteel maakt ze deel uit van de damessectie bij Tideway Scullers School.
…om nog maar eens een gevleugeld woord uit het ongeëvenaarde vliegende circus van Monty Python aan te halen.
Want we hadden het zo mooi bedacht, met de nieuw opgetuigde en uitgebreide Commissie Masters Wedstrijden. Dit jaar zouden we van start gaan met een ‘Leeftijdscategorie X’ : de 22- tot 27-jarigen, die steeds buiten de boot vallen bij alle Masterswedstrijden: afgestudeerd, met een baan begonnen, geen tijd meer om tweemaal per dag te trainen. Waardoor je de ‘echte’ toppers niet meer bij kunt houden in het seniorenveld, en ook nog niet mee mag doen bij de ‘ouwetjes’.
We hadden een workshop georganiseerd op het roeibondsymposium in januari, alle [on]mogelijkheden en uitdagingen op een rij gezet. Zelfs – als pilot – die piepjonge Masters in de programmering van de Dutch Masters Open – rond deze tijd – al een plek in het programma gegeven.
Het gáát gebeuren, die ‘Categorie X’, dat staat vast.
Maar tijdens onze eerste weer ‘fysieke’ vergadering, een paar weken terug, kwamen we tot de vaststelling dat we nu toch eerst maar eens naar ‘iets totaal anders’ moeten kijken: hoe kunnen we van het lopende seizoen nog iets redden? Hoe kunnen we onze doelgroep, de Masters die wedstrijden willen varen, een perspectief bieden? Een horizon die íéts dichterbij ligt dan de – gelukkig weer naar achteren verschoven! – Head 2021 ?
Een perspectief dat óók rekening houdt met de RIVM-motto’s en met het tweede golf-risico:
niet te veel volk op één plek
organiseer het zo, dat mensen niet uit het hele land bij elkaar komen <de Veiligheidsregio’s willen reizen voorkomen>
beperk voor de organisatie het risico van hoge kosten, mocht die tweede golf alsnog je wedstrijd onmogelijk maken.
Kortom: laten we, samen met de wedstrijdorganisaties, kijken of we de zaken kleiner en regionaal kunnen aanpakken. Met als streven: elke maand in iedere regio een evenement. Voorbeelden voor de maand september :
Cottwich-Almelo regatta (regio Oost)
Abeelenrace (Middelburg / Zuidwest)
AA-race (Alkmaar / Noordwest)
Amstelbeker (Amsterdam) (ook skiffs en tweeën?)
Bij dat laatste voorbeeld: misschien bij sommige wedstrijden wat meer / óók kleine nummers uitschrijven? Want hoewel collega Pien van der Hoeven in de jongste editie van Roei! schreef “Niet iedereen stapt met plezier in een skiff”, zie je inmiddels óók ontluikende scull-liefde bij meerdere voorheen verstokte boordroeiers, die de ergo zó zat waren dat ze tóch dat ‘breien’ maar eens gingen proberen…
In mijn vorige bijdrage schreef ik : ‘Op naar de Goudse Mijl’. Blijkt dat de organisatie in Reeuwijk inmiddels besloten heeft 2020 af te gelasten, o.a. vanwege “…de beperkingen om in tweetjes, viertjes of een acht te kunnen trainen” en de onmogelijkheid om “…iets van ploegritme, laat staan wedstrijdritme op te bouwen.”
Maar wedstrijdritme hebben we toch geen van allen? En vanaf overmorgen mogen we weer in die vier, want het verbod op ploegroeien is onverwacht vroeg opgeheven! Dus we hebben nog bijna drie maanden om te trainen, en velen doen een vakantie in eigen land, of gaan zelfs helemaal niet weg. Als we de inschrijvingen voor de Goudse Mijl nu eens beperken tot de roeiers uit de regio, alleen Zuid-Holland ?
Ik ga maar eens bellen met wedstrijdleider Tjeerd Meij !
Willem van Schelven (1948) roeit wedstrijd vanaf zijn veertiende en gaat niet van die verslaving af komen. Coachte lange tijd, zowel junioren, senioren als Masters, van beginnelingen tot WK-gangers. Is lid van Poseidon, maar roeit ook vanuit huis op de Hollandse IJssel, en op de Willem-Alexander Baan. Is mede-oprichter en secretaris van SWMN, lid van de Commissie Wedstrijden van de KNRB, initiatiefnemer van de Dutch Masters Open en adviseur bij Waterline. Hoopt als trotse opa dat hij minstens één van de drie kleinkinderen later nog een keer een wedstrijd zal zien winnen.
Afgelopen woensdag ging het na de persconferentie van premier Rutte en minister de Jonge los op de sloeproei-social media! De versoepelde coronarichtlijnen staan ineens sloeproeien weer toe, en eigenlijk had niemand dit onverwachte nieuws verwacht. Op Facebook kwamen de reacties snel los, blijdschap, verwarring, twijfel en ongeloof viel er in de reacties te lezen. De teams kunnen na een pauze van bijna 16 weken dan eindelijk weer aan de riemen, yes!! Sloepen kunnen weer te water, of ontdaan van de aangroei van vele maanden stilliggen, er kan veel eelt gekweekt worden. Hier en daar is nog twijfel bij teams. Mogen we echt weer een of enkele uren vlak naast elkaar zitten in een sloep? De Veiligheidsregio Zeeland geeft aan dat sloeproeien mag mits 1,5 meter afstand van elkaar… dat is dus een ander standpunt dan de nieuwe RIVM-richtlijnen? Afijn, we moeten waarschijnlijk allemaal weer even wennen aan de nieuwe regels en ze juist interpreteren. Voor de Seelandia hebben we aan de gemeente doorgegeven dat we voornemens zijn onze trainingen te hervatten vanaf 1 juli, met verwijzing naar de nieuwe richtlijnen en de informatie op de websites van de KNRB en NOC*NSF. Ik ga ervan uit dat men zal instemmen, zodat we bij een eventueel gesprek met handhaving kunnen laten zien dat alles in orde is.
Terwijl de sloeproeitrainingen eindelijk weer kunnen opstarten, gaan in andere delen van Europa sommige gebieden weer in een gedeeltelijke lockdown, en grijpt wereldwijd het virus nog steeds om zich heen, het blijft een bizarre situatie. Ik hoop dat wij in Nederland niet te maken krijgen met een tweede golf of delen van het land waar de maatregelen weer teruggedraaid moeten worden. Afgelopen week hebben we besloten de Veerse Meer Sloepenrace 2020 te cancelen. We willen deze 20e editie organiseren zoals we gewend zijn, inclusief een afsluitend gezellig roeiersfeest! En omdat dit jaar de feesttent logischerwijs niet kan, hebben we besloten dit jaar over te slaan. Onze vrijwilligers steunden unaniem dit besluit, en zo scheppen we ook duidelijkheid naar de sloeproei(st)ers en onze sponsors. Andere organisaties zijn nog in overweging, terwijl deze week de beroemde Great River Race in Londen en Castle to Crane race in Glasgow ook zijn afgelast. Het zullen hoe dan ook onzekere maanden blijven, maar er in ieder geval weer een (vervroegd) begin van de tweede helft van dit seizoen. Vanaf woensdag kunnen we op de social media weer foto’s delen van onze trainingen, en volgens de enquête wil ruim 70% van de sloeproeiers nog graag wedstrijden roeien dit jaar, dus hopelijk kunnen we elkaar nog vaak treffen bij de 10 resterende wedstrijden op de kalender 2020!
Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien.
Afgelopen week was ik met Barend van Kouterik (Die Leythe) en Martin Ottow (Tubantia), beide actief voor nieuwe roeiverenigingen, op bezoek bij RVD ’17.
RVD ’17… trouwe kijkers van Blauw Bloed herkennen in deze afkorting de RijksVoorlichtingsDienst. Zij zullen denken ‘wat moeten die bondsjongens daar nu weer? Gaat ’t koninklijk huis coronavrij sporten in de buitenlucht. Krijgen we een eerstejaarsprinsesje? Een koninklijke sloep?’ Helaas, helaas… geen geheimzinnigheid, geen prinsessen, sloep of codetaal: RVD’17 staat in onze wereld voor Roeivereniging Dronten.
Een bezoek aan RVD’17 is geen glitter, glamour of een van de drie AAA’tjes, maar eenvoudige hardwerkende mannen Raymond en Jan Willem. De eerste heeft wel in een roeiboot gezeten, de tweede nog nooit. Samen timmeren ze in Dronten een roeivereniging uit de grond. Doelgericht en onbescheiden. Zo heeft de kleinste vereniging naar eigen zeggen wel ’t grootste gazon! Je moet je ergens mee onderscheiden.’
Wat me ook nu weer opvalt: wat een prachtig water hebben ze daar toch in de polder. Breed, diep, rustig, mooie ‘Langstrecken’. Wat een kansen. Zelfs een Leyenaar als Barend, toch verwend met Galgewater, Oude Rijn, Nieuwe Rijn, Vliet, Oude Vest en de Singels, is zichtbaar onder de indruk. Het water daar lonkt en roept… Dat het mooi roeiwater is weet onze nationale equipe. Bijna even vaak als op de Bosbaan trainen ze vanaf roeivereniging Pampus op de Grote Vaart in Almere.
Maar het leukste water in de polder is toch wel het Gelderse Diep, oftewel onze Vijfde Roeibaan… De Vijfde roeibaan, is die er dan?
Verder van Bosbaan, WAB en – vooruit dan – Zuid-Willemsvaart komen de meesten niet. Een enkeling, boven de veertig óf van boven Assen, pinkt nog een traan weg om het verlies van Harkstede, de ex-vierde. Maar de vijfde?
Roeivereniging Pontos, Lelystad meldt zich: ‘Die vijfde baan hebben wij. Pal voor de deur, prcies 2k, en speciaal voor ons gemaakt: destijds twee wedstrijdbanen én een oproeibaan.
Dat kwam zo: onze leden Ernst jan Harmsen (Wageningen, Argo), en Gidi Cals (Delft, oud-Proteus) hebben zich hier hard voor gemaakt. Ernst Jan werkte bij de Rijksdienst IJsselmeerpolders bij stedebouwdie ook sportaccomodaties ontwikkelde. Het geschikt maken van het afgedamde stuk Lagevaart / Gelderse Diep voor roeiwedstrijden was een relatief goedkope zaak. Zo kon vanaf de tekentafel worden geregeld dat er midden in de stad een baan van 30 m breed en ruim 2 km lang vanaf ons clubhuis loopt, dat er bij de start een soort startkom is, dat de bruggen daar 30 m overspanning (vrije doorvaart, zie artikel vorige week) hebben en dat er een fietspaadje ligt.’
Goed beschouwd en met een beetje fantasie ligt daar in Lelystad een soort polder-Henley waar ploegen boord aan boord door de stad kunnen raggen: ik krijg er nu al zin an… alleen nog iemand die die zo’n event eens gaat organiseren: ik krijg visioenen van ‘Lily goes Henley’… en de hele polder-chique op bezoek.
@MariekeBal, mag ik jou vast uitnodigen?
PS: dat we ons als roeiers tevreden stellen met maar vijf roei-accommodaties verbaast me nog steeds. Volgende week meer daarover.
Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ‘t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.
Roei!-redacteur Jos Wassink was op bezoek bij Mark Slats, die in Uitwelleringa in de loods van Paul Dijkstra Composites zijn nieuwe oceaan roeiboot bouwde. Mark laat de boot zien.
Het Zeilend Scheehout, Nederlandse Vereniging tot Behoud van Zeilwherry’s, heeft het initiatief genomen een online roeibotenmuseum op te zetten. Dat is in de maak, het is al open, ook al is het nog lang niet af.
In het museum is plaats voor alle roeiboten met een verhaal, en zeker voor alle oude roeiboten-met-een-verhaal in Nederland. We beginnen met de wherry’s van Het Zeilend Scheehout, zie dit voorbeeld van de single zeilwherry Wilstertje.
Weet je van het bestaan van zo’n oude of bijzondere boot in of buiten een vereniging, neem dan contact op met museum@zeilwherry.nl.
Roei! 38 | pagina 55
Zen en de kunst van het oprijden
Bekijk de actie die Mahe Drysdale Olympisch goud bezorgde.
Roei! 38 | pagina 60
Een boot wachtend op zijn roeier
Bij het artikel zijn de voetnoten per ongeluk niet opgenomen.
Het gedicht De roeier staat in de bundel Onder het vee uit 1966.
De bundel Toen ik dit zag is uit 2008.
Aan het eind van het artikel:
Iemand toch zal toe moeten zien dat alles voorbij gaat is de slotzin van Wie zal de vriend zijn van mijn vriendin uit Al die mooie beloften (1978)
Tot het ons loslaat is de titel van de in 1997 verschenen bundel.
Door Danique Dinjens – Lichte Dames Phocas | 4 juni 2020
Net als de rest van mijn ploeg heb ik, Danique, een eigen alternatief trainingsdoel bedacht voor deze periode.
Aangezien we normaal wedstrijden varen van 2 kilometer, leek het mij leuk om dit seizoen toch nog een 2k te racen op de ergometer. Toen ik mijn plan ging uitwerken kwam ik erachter dat ik graag meer controle wilde tijdens een 2k en zo is mijn huidige trainingsplan ontstaan: 3 periodes van een maand, met als afsluiter van iedere maand een 2k op de ergo.
Afgelopen weekend was het einde van mijn eerste maand en dus mijn eerste 2k. Het doel van deze 2k was meer zelfvertrouwen te hebben, mijzelf meer voorbereid te voelen en om het volledige raceplan te volgen tijdens de race.
Helaas mogen we momenteel niet op Phocas ergometeren, dus ik moet ergometeren op mijn balkon. Naast mijn kruidenrek en hortensia is er nog precies genoeg ruimte voor de ergometer.
Af en toe heb ik zelfs een toeschouwer die langsloopt, dus het lijkt enigszins op de NKIR. Daarnaast is het gelukkig de laatste tijd erg mooi weer in Nederland. Zo kan ik tijdens het ergometeren meteen werken aan mijn kleurtje, het enige nadeel is de tanline van mijn roeipakje.
Na een maand lang wedstrijdspecifiek trainen was ik natuurlijk nog wel enigszins zenuwachtig, maar ik voelde me klaar voor die 2 kilometer. Ik nam mijn wedstrijdplan nog een keer door en begon toen aan mijn eerste 2k van dit schema.
Het plan was om de eerste keer boven mijn huidige PR te zitten, zodat ik mij kon focussen op de race en niet op mijn split. Na 1500 meter besloot ik toch wat meer gas te gaan geven en eindigde ik mijn 2k met een mooie eindsprint.
Deze week ga ik lekker rustig fietsen en skiffen, maar de week erna ga ik weer knallen op de ergo. Op naar die tweede 2k.
Voor geïnteresseerden: we hebben ook een Instagramprofiel waar we regelmatig foto’s en filmpjes plaatsen van onze belevenissen op het water en op de kant: @phocaslightladies.