Stormboorden bij de Head van 1953

Door Jan Op den Velde | 14 mei 2020

Head 1953. Zaterdag 28 maart: storm, temperatuur net boven nul. Nu zou de wedstrijd zijn afgelast. Uiteraard gaan we een flink stuk varen om te wennen aan de omstandigheden. We stappen in Ouderkerk in nadat we de boot van de stelling haalden uit het vloeibare weiland. In de luwte van de bebouwing van het dorp was het instappen geen probleem. We varen onder de brug door en we komen de bocht om op het eerste rechte stuk. Daar staat de storm recht tegen. Behoorlijk hoge golven waarvan de toppen hoger reiken dan het boord van onze boot.

Die bovenste stukjes water vinden hun weg naar binnen. Een laagje water in de buik van de boot klotst heen en weer. Bij elke inpik schiet het water in het kruis van de stuur (George, van Indische komaf) voor mij. Dat doet mij ingehouden lachen. Maar niet lang want nog voordat we de molen bereiken staat de boot vol water en is het kruis van de hele ploeg onder water. ‘Uitstappen gelijk’ is er nu niet bij. ‘Naar de kant zwemmen’ is een nieuw commando. Braaf sleuren we boot met riemen naar de kant. Behalve de 7, geboren in Indië en alleen gewend aan warm water. Eerst zijn hachje redden. Ik moet hem dus terugroepen want het hachje van de boot gaat voor.

Aan de oever van de Amstel is het ondiep en kunnen we tot ons middel in het water staan. Dat levert bij mij een sensatie op die ik daarna nooit meer heb gevoeld. De storm boven water voelt aan als -15 graden, Onder water ‘is’ het +10 graden.

Riemen eruit, boot met een ton aan water omdraaien en leeg laten lopen. Riemen er weer in en wij er weer in. We worden door de storm de hoek om geblazen. Nog een paar halen en we zijn bij het vlot.

Na onze natte ervaring nam onze bootsman Harry meteen maatregelen. Hoe hij dat voor elkaar kreeg is een onopgehelderd raadsel. Hij voorzag de boot van stormboorden. Die verhinderden de instroom van golftoppen (op de foto goed te zien) en functioneerden dusdanig dat we op zondag redelijk droog (de boot van binnen, wij niet) over de finish kwamen.

De tekst gaat door onder de foto.

Head 1953, met stormboorden.

Maar niet ongeschonden. Onze riemen waren na de oorlog van vurenhout gemaakt. Beter hout was er toen niet. We waren tegen de storm in in het zicht van de Berlagebrug gekomen. Een hoge golf pakte het blad van de riem van nummer vier. De zwakke plek waar lange spijkers de kraag op z’n plek houden brak en het deel van de riem buiten de dol verdween. Tot de finish hebben we dus met zeven roeiers en twee passagiers verder gevaren.

Finish, met zeven roeiers en twee passagiers.

Jan Op den Velde (89) roeit bij Tromp. Niet meer in de boot, maar wel nog op de koffie met zijn ploeg. Hij roeide als student in Delft en in 1952 op de Olympische Spelen in Helsinki. Na zijn studie Civiele Techniek hield het roeien op tot hij in 1965 een ploeg coachte en met hen in de boot stapte om de Head te varen. Zo kwam hij terug in de roeiwereld en vervulde functies bij de Roeibond, in commissies, als kamprechter en wedstrijdleider.

Lees alle bijdragen van Jan Op den Velde hier.



Nieuwe boot Mark Slats

Oceaanroeier Mark Slats bouwt momenteel in Uitwelleringa in de loods van Paul Dijkstra Composites aan zijn nieuwe oceaan roeiboot.
Jachtontwerper Dick Koopmans tekende voor het ontwerp. Door de combinatie van carbon composiet en voorgevormd schuim is de boot ultralicht en sterk. In Roei! 38 van juni 2020 staat het hele verhaal met foto’s.

Video Jos Wassink


#minutechallenge

Door Marieke Bal, British Rowing | 12 mei 2020

Ik zit aan de buis gekluisterd. Het is zondagavond 7 uur en na de heldere berichten van Mark Rutte op vrijdag ben ik hoopvol dat Boris ook een duidelijk plan heeft om de lockdown in Engeland te versoepelen. Zoals verwacht is dit helaas niet het geval. Een wazig verhaal met weinig specifieke versoepelingen en een Boris op de emotionele toer. Op maandagmiddag komen er pas meer details naar buiten en in de tussentijd stroomt de British Rowing inbox vol met vragen van skiffeurs en clubs over hoe ze weer veilig kunnen beginnen met roeien. Daar gaan nog heel wat stappen aan vooraf dus wie weet volgende week meer hierover.

Een paar uur voor de persconferentie zat ik voor het eerst in zes weken weer eens op een ergometer. Een Concept2 staat sinds het sluiten van kantoor in mijn garage maar door het verstuiken van mijn enkel een paar dagen na de lockdown heb ik hem nog niet gebruikt. De #minutechallenge brengt daar verandering in. 1 minuut maximaal is een makkelijke start na 6 weken rust want zonder veel conditie kom je daar ook nog wel mee weg. Na iets meer dan 300 meter geroeid te hebben voelen de benen (en belangrijker mijn enkel) nog prima en zijn mijn longen geprikkeld. Dat smaakt naar meer. Hopelijk kan ik over de komende weken mijn ergometertrainingen weer oppakken!

Indoorroeien is sterk in populariteit gestegen sinds we allemaal thuis zitten door het coronavirus en collega’s hebben het werk dat we al hebben gedaan samengevoegd op de British Rowing @ Home pagina om hier op in te spelen. De #minutechallenge kwam tot stand in samenwerking met collega’s uit Nieuw Zeeland, Australië en Canada. Meerdere landen hebben op dit moment online ergometerwedstrijden georganiseerd maar het leek ons leuk ze te combineren en samen een internationale challenge te bedenken. Het begon met 1 minuut afgelopen weekend maar de komende weken zullen er nog meer challenges volgen. Het lijkt een succes want de cijfers op het moment van schrijven geven aan dat de #minutechallenge 2329 deelnemers heeft.
De volgende challenge wordt binnenkort bekend gemaakt. Nederland, doen jullie volgende keer ook mee? Ik daag jullie uit!


Marieke Bal is Head of Membership bij de Britse Roeibond. Ze kwam in 2005 voor het eerst in aanraking met roeien toen ze lid werd van Tilburgse Studenten Roeivereniging Vidar en is sinds 2014 in een boot te vinden op de Thames in London. Momenteel maakt ze deel uit van de damessectie bij Tideway Scullers School.
Foto Merijn Soeters



Geboorte van RV Rottelandje

Door Evelien Korving | 11 mei 2020


Evelien Korving, geboren in 1963, roeit sinds de zomer van 2004. Voorheen waren judo, zwemmen, tennis, basketbal en wielrennen haar sporten. Maar bovenal: alpinisme. Als jong kind namen haar ouders haar mee de Alpen in. Dat leidde in de puberteit tot het volgen van klimcursussen en vanaf haar 18e tot het gidsen van groepen in de Alpen. Aan die klimpassie kwam een ongewild einde door een zware schouderblessure. Na de revalidatie daaraan, vooral door roeien bij RV Rijnland in Voorschoten, werd dit de nieuwe passie. Al in 2007 deed ze mee aan haar eerste FISA-Masters in Zagreb.
Ze woont sinds 2015 aan de Hollandse IJssel in Gouda, en ook dáár kan geroeid worden.


In het begin van het coronatijdperk voelden we ons nog uitverkoren: onze skiffjes lagen immers op de Willem-Alexander Baan en hier golden nog geen beperkende maatregelen. Dat duurde echter niet lang. Ook de WAB ging dicht. Oók voor de privé-skiffgebruikers.

Balen! Maar al snel kwam een van de roeiers op het idee om de skiffs bij een vriend aan de Rotte te leggen. Die woont op een uniek stukje vlakbij de Rottemeren. Zou dat kunnen ?

Al snel komt er groen licht! Op het min of meer braakliggende stukje grond is er ruimte, genoeg voor meerdere skiffs. Een plan wordt snel gemaakt. Onze vriend bedenkt een mooi systeem om de skiffs vast te leggen. Want ja, het kan stormen, zeker zo vlak naast de Rotte.

De eerste drie privé skiffjes worden al snel vanuit de WAB overgevaren. En binnen twee weken liggen er vijf, waaronder ook de onze. Drie paaltjes in de grond, een Tomado-doos als ondersteuning, banden aan het paaltje en om de skiffs als veilige antistormhouders, en ons mini RV-tje is geboren.

Afspraken lopen uiteraard via de WhatsApp, want die zijn nodig: het huis van onze vriend blijft een privé huis en wordt geen verenigingsgebouw. Oranje pilonen op de weg moeten talrijke wielrenners wijzen op eventueel gevaar: in dit geval wandelende skiffeurs met een skiff op hun nek die de weg dwars oversteken.

Na het oversteken van de weg, lopen we door een smal paadje tussen het riet naar het water. We maken gebruik van een heel klein vlotje, nog geen 1,5 meter lang. Bij het uitstappen wiebelt het hout onder je voeten en het water kan er iets overheen lopen. De hogere vaste steiger is een meter of vier. Hier kan na afloop van het roeien corona-proof koffie worden gedronken. Telkens is het een klein feestje, mede door het geweldige weer. Ons veldje wordt al snel omgedoopt in RV Rottelandje.

Afgelopen week werd duidelijk dat Rutte een soepeler coronatijd in petto heeft en ook de 18+ skiffeurs de ruimte gaat geven. Het was even slikken. Wat nu? De geboorte van RV Rottelandje is nog zo pril! Het geboortekaartje is nog niet eens gedrukt… Iedereen is nog zo enthousiast! Willen we wel terug naar de WAB?
Onze vriend en zijn vrouw bieden ons gelukkig nog ruimte, ruimte in tijd. We mogen nog even het gevoel van Himmelhoch jauchzen vasthouden, wetende dat er een einde aan gaat komen.

Zo brengt deze merkwaardige tijd gemengde gevoelens met zich mee.



Roeikoorts in tijden van corona

Door Linda Smallegange | 10 mei 2020


Linda Smallegange Roeit sinds ugh-jaar bij De Laak. Daarvoor bij Asopos de Vliet. Vindt alle typen roeien leuk, in allerlei weer op allerhande water. Kan zich prima vinden in het adagium roeien is leuk, veel en ver roeien is leuker.  Doet het secretariaat van Dutch Coastal Rowing (DCR). Regelde de KNRB marathonroeikalender in een ver verleden.


Weken heeft het stil gelegen, de roei-activiteiten. Ik herinner me nog precies de laatste dag dat ik in de boot stapte, 11 maart. Het lijkt een eeuwigheid geleden.

Mijn roeikalender zag er heel leuk uit: 2-Head, Elfsteden, Ringvaart, heel veel marathons, vaak op zee. Avontuurlijke Ruderwanderfahrten. Ik zou mijn werk om mijn roei-activiteiten moeten plooien. En ineens was dat niet meer nodig. 

Ondertussen smeulde het verlangen… Als ik de Vliet zag, de zee, vennetjes, slootjes, vijvertjes, poeltjes, plasjes, doodlopende watertjes.

Sinds de jeugd weer roeit, smeult het verlangen niet. Het is opgelaaid. Vanaf maandag mag jeugd ouder dan 18 ook weer roeien; mijn boot breng ik weer naar het strand; plannen voor Ruderwanderfahrten gaan in overdrive. De bibliotheek met beschrijvingen van (zee)roeitochten trek ik he-le-maal leeg. Het nummer Fever van Peggy Lee verwoordt het precies: ik ben bevangen door roeikoorts.



Tot 1 september peddelen

Door Kees Verweel | 9 mei 2020

Woensdagavond werden de versoepelde maatregelen ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus toegelicht in de persconferentie. Hoopvol hoorde ik het aan, maar wat ik al vreesde werd waarheid. Ook na deze versoepeling zit sloeproeien er voorlopig nog niet in. Er bestaan nu eenmaal geen eenpersoons roeisloepen, en in een standaard roeisloep is op geen enkele wijze de 1,5 meter afstand te organiseren, en dat is tot 1 september wel de regel. Da’s even slikken, voor duizenden sloeproei(st)ers…

Wedstrijden mogen ook weer vanaf 1 september, echter zonder publiek. De Federatie Sloeproeien Nederland heeft afgelopen week het lastige besluit genomen de competitie voor 2020 te schrappen, dus ik vraag me af welke organisaties nu nog genoeg moed hebben om na 1 september hun evenement door te laten gaan. Met een reële kans dat het voor sloeproeiers zo belangrijke onderdeel – het roeiersfeest – sowieso nog niet mag worden georganiseerd. Voor komende maanden is het helaas duidelijk, nog niet in de sloep met z’n allen.

Maar ik zie ook positieve reacties langskomen op de social media! Van sloeproeiers die blij zijn dat we 1 september weer aan de riemen mogen hangen. En dat is inderdaad maar het beste, over de lange coronapauze heen kijken en aftellen tot de grote dag dat we weer in onze sloep zitten met het team! En hopen dat er nog enkele evenementen worden georganiseerd die we samen – op gepaste coronawijze – kunnen vieren!

Toen afgelopen weken steeds duidelijker werd dat het sloeproeien voorlopig nog niet zou kunnen, heb ik een kajak aangeschaft, en peddel ik dus tegenwoordig. Ik prijs mezelf erg gelukkig dat ik in Kattendijke woon, en in 10 minuutjes met m’n kajak naar de Oosterschelde loop. Toch lekker het water op, in weer en wind, soms tussen de bruinvissen of een nieuwsgierige zeehond die opduikt vlakbij de kajak. Genieten van mooie momenten, soms nog voordat de zon opkomt. Maar wel steeds met het besef dat ik dit niet kan delen met de rest van m’n team…

Maar beseffend dat er na de zomer weer een dag komt dat we in de roeisloep stappen, bevalt deze peddel me momenteel prima als alternatief voor de riem! 

Op de Oosterschelde | Foto Kees Verweel

Kees Verweel, geboren in 1963, actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen.
Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien.
Lees alle bijdragen van Kees hier.



Dat(a) smaakt naar meer!

Door Feike Tibben | 8 mei 2020

Deze week zou ik natuurlijk wat kunnen vertellen over al die mooie films en  foto’s van roeiende junioren (wat een feest!), of dat wij ouderen volgende week ook weer mogen roeien (al leek het nieuws alleen maar over tennis en golf te gaan, die collega’s hebben een verdraaid goede lobby). Maar ik wil het deze week eens hebben over datamanagement en waar dat toe kan leiden.

Datamanagement… ik weet niet hoe dat met jou gaat maar bij mij roept het woord niet gelijk heel warme gevoelens op. Maar we zijn als bond op dit vlak wat stappen aan het zetten en ik word best wel enthousiast. Vooral wat je er mee kunt en waar dat weer toe kan leiden.

Laat ik een concreet voorbeeld geven uit de praktijk: het ontstaan van DRV34. Geen naam die bij velen bekend in de oren zal klinken. Het is de naam van de nieuwe roeivereniging in Emmen.  DRV staat voor Drentse Roeivereniging en dat getal 34 – dat vertellen ze zelf nog wel eens.

Maar goed DRV34, in Emmen dus. Hoe komt nou een roeivereniging in Emmen tot stand en wat heeft de bond ermee te maken? Dat begon heel digitaal, met datamanagement. De commissie Nieuwe Verenigingen van de KNRB heeft vorig jaar met een excel-analyse een wittevlekkenonderzoek gedaan naar ruimte voor nieuwe roeiverenigingen: waar is geschikt water, wat is het aantal inwoners, hoe groot is de afstand tot bestaande roeiverenigingen etc. Uit die landelijke getallenordening kwam Emmen naar voren als locatie met de meest potentie. 100.000 inwoners, veel kanalen, goede sportinfra: kortom veel kans. Ook niet mijn eerste gedachte, geef ik eerlijk toe.
De rest is geschiedenis, maar niet minder leuk: In Jaap Hof vonden we een meer dan enthousiaste trekker die ook kansen zag, hij trof op zijn beurt een wethouder, een sportambtenaar en een wijkvereniging die het helemaal zien zitten. Vervolgens bleken praktijkscholen een bouwproject te zoeken, gaat Emmen een rol spelen in de nationale sportweek 2020 en wil de stad ook nog eens ‘iets met water’ doen. DRV34 bezit nog steeds geen boten, heeft geen clubhuis en er is ook nog geen meter geroeid (open dag ging niet door door corona) maar heeft al wel leden én een prachtig lokaal podium. Wat begon met wat ogenschijnlijk suffe data is nog geen jaar later een heus sportinitiatief. Tada: Dat(a) smaakt naar meer!


Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ‘t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.
Lees alle bijdragen van Feike hier.



Goeie(?) ouwe tijd

Door Jan Op de Velde | 7 mei 2020

Toen ik zo’n 80 jaar geleden op de lagere school voor ’t eerst het vak ‘geschiedenis’ kreeg geserveerd, begreep ik niet waarom ik dat moest leren. Dat is allemaal verleden tijd. Ik heb toch maar braaf de repetities gemaakt en voldoende voldoendes verzameld. Het blijkt toch wel een leuke inhoud te hebben. Zoals het paard van Troje en de slag bij Nieuwpoort en vele andere slagen. Ik werd als het ware klaargestoomd voor de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Het werd gaandeweg leerzaam.

Roeien in het verleden, in dit geval kort na de WO II, geeft mogelijk meer waardering voor wat we in het heden ter beschikking hebben. Daarom is een vergelijking van het materiaal van toen en nu van belang.

Toen: houten boten met houten spanten en vol met koperen onderdelen, zware houten riemen. De outriggers van massief staal en dollen van brons. Het op de wal verplaatsen van de boot inclusief het boven de hoofden tillen komt overeen met gewichtheffen van nu. Dus toch een kleine krachttraining van korte duur.

De boot: de spanten zijn in de vorm van een driehoek die met de punt op het kielbalkje steunt. Op de bovenkanten de slidings en een klein plankje om de eerste stap te zetten. De voetenplank beneden in een bronzen sleuf te verschuiven. Op het horizontale spant binnenboord een bronzen strip met schroefgaten. Daarop kan de voetenplank op ongeveer om de 5 cm worden vastgezet met vleugelschroeven. Alles van brons, waarin de schroefdraad snel verslijt.

De huid is van flinterdun hout, bij voorkeur spruce (spar) uit Canada, licht en zonder kwasten. Uiteraard met de vezels in de lengterichting van de boot. Een dergelijke constructie dient te worden versterkt met houten stripjes, dwars over de binnenkant van de huid bevestigd. De hele constructie wordt wel gelijmd, maar de kleefkracht was zeker niet voldoende om de constructie bij elkaar te houden. Dus worden talloze koperen spijkers van diverse afmetingen toegepast.

Manchet en kraag, de laatste een leren strip enige malen om de riem gedraaid, zijn van dun leer en met spijkers vastgezet op de riem. Ze zijn niet te verstellen.

Riemen gaan niet lang mee. Waar de kraag met lange koperen spijkers in het hout is bevestigd is een breekbare plek ontstaan. Het gevolg is dat er af en toe een passagier meevaart. Zoals in de Head van 1953. Daarover volgende week meer.

Bij Sequana in Parijs | © Merijn Soeters – www.merijnsoeters.com

Jan Op den Velde (89) roeit bij Tromp. Niet meer in de boot, maar wel nog op de koffie met zijn ploeg. Hij roeide als student in Delft en in 1952 op de Olympische Spelen in Helsinki. Na zijn studie Civiele Techniek hield het roeien op tot hij in 1965 een ploeg coachte en met hen in de boot stapte om de Head te varen. Zo kwam hij terug in de roeiwereld en vervulde functies bij de Roeibond, in commissies, als kamprechter en wedstrijdleider.



Business as unusual

Door Marieke Bal | 5 mei 2020


Marieke Bal is Head of Membership bij de Britse Roeibond. Ze kwam in 2005 voor het eerst in aanraking met roeien toen ze lid werd van Tilburgse Studenten Roeivereniging Vidar en is sinds 2014 in een boot te vinden op de Thames in London. Momenteel maakt ze deel uit van de damessectie bij Tideway Scullers School.
Foto Merijn Soeters


Op dinsdag 17 maart krijg ik een telefoontje van mijn manager. Het kantoor gaat vanmiddag dicht en of ik nog spullen nodig heb om thuis te kunnen werken. Ik had nu in New York op vakantie moeten zijn dus sommige collega’s kijken me verbaasd aan als ik met een groot computerscherm, een houten plank (zie de foto hieronder van het DIY-bureau) en een ergometer de parkeerplaats af loop.

Drie dagen later horen we dat Engeland in lockdown gaat. Alle roeiverenigingen sluiten diezelfde avond, evenals Caversham, ons nationale trainingscentrum. Na bijna vier jaar als Insights Manager te hebben gewerkt begin ik de eerste dag dat het hele land thuiswerkt met mijn nieuwe baan als Head of Membership. Met het membership team behandelen we die eerste dagen veel vragen van clubs en leden over de lockdown en we krijgen vaak de vraag of skiffen nog wel mag.

Voor Covid-19 stond ons ledenaantal op recordhoogte (33.000+ leden) en zou ik mijn tijd in de eerste weken vooral gaan besteden aan het schrijven van een plan om dit aantal verder te verhogen. In plaats daarvan wil iedereen weten hoeveel leden we momenteel verliezen door de crisis, hoe we ze zouden kunnen behouden en wat voor financiële impact dat heeft op de organisatie.

Ik ben voornamelijk bezig met het berekenen van verschillende scenario’s omtrent het eventueel pauzeren van lidmaatschappen zodat de Raad van Bestuur daar een geïnformeerde beslissing over kan nemen. Daarnaast maak ik deel uit van het Covid-19 Emergency Relief project team. Het is aan ons om een procedure te ontwikkelen zodat we op gestructureerde wijze aanvragen voor financiële steun kunnen beoordelen en krediet kunnen verstrekken. Business as unusual dus!

In deze laatste paar weken heb ik gemerkt dat mensen die voorheen liever geen Zoom, Hangout of andere online meeting software gebruikten, dat nu snel hebben geleerd. Dit heeft de barrière van reistijd weggenomen en groepen mensen bij elkaar gebracht waar dat face-to-face niet snel zou gebeuren. Het grote gemis blijft het sociale contact. Roeien is natuurlijk een echte teamsport met gezellige verenigingen en wedstrijden. Zondagavond horen we van Boris Johnson of sport hier ook langzaamaan weer kan beginnen.



Jaloezie

Door Willem van Schelven | 4 mei 2020


Willem van Schelven (1948) roeit wedstrijd vanaf zijn veertiende en gaat niet van die verslaving af komen. Coachte lange tijd, zowel junioren, senioren als Masters, van beginnelingen tot WK-gangers. Is lid van Poseidon, maar roeit ook vanuit huis op de Hollandse IJssel, en op de Willem-Alexander Baan.  Is mede-oprichter en secretaris van SWMN, lid van de Commissie Wedstrijden van de KNRB, initiatiefnemer van de Dutch Masters Open  en adviseur bij Waterline. Hoopt als trotse opa dat hij minstens één van de drie kleinkinderen later nog een keer een wedstrijd zal zien winnen.


Ik was een jaar of 8 à 9. En ik was jaloers. Jaloers op vriendjes die rolschaatsen hadden. Hudora’s, dat waren de beste.

Arm waren we niet, maar het Hollandse Wirtschaftswunder was in 1956 nog niet aangebroken; Hudora’s zaten er niet in. Maar sport vonden Pa en Ma wel belangrijk. Voor mijn eerstvolgende verjaardag kreeg ik rolschaatsen, van een onbekend merk. Na twee maanden waren ze kapot.

Toen het later steeds beter ging in Nederland, kregen mijn zus, mijn broer en ik een piepklein zeilbootje, later een iets groter. Zeilen zat in de familie, van vaderskant. Mijn moeder roeide, dus ook dat ging ik doen. Met roeien won ik vaker dan met wedstrijdzeilen, en toen ik naar Utrecht ging voor de studie ging ik dus door met roeien. Ik won véél ‘blikken’, en dat gaf scheve ogen bij sommige clubgenoten die daar niet in slaagden.

Niet veel later selecteerde Triton mij uit de Oude Vier ‘omdat ik ook kon scullen, en die andere vent niet’. Stikjaloers was ik, op die ‘andere vent’. Scullend verder, dat seizoen, in een geleende skiff – want die had Triton zelf niet. Uiteindelijk die zomer zelfs naar de WK, en dat leverde ‘als voorschot op mijn erfenis’ een eigen skiff op. Destijds was ik daarmee een van de eersten – oh-oh !

Vandaag-de-dag zijn we met zijn allen aanmerkelijk rijker dan in 1956 of 1970. Veel mensen hebben nu een privé skiff. Zóveel, dat vrijwel geen vereniging daarvoor nog ruimte heeft. Skiffeurs zijn jaloers op je als jij ergens een plek hebt! Inmiddels schuiven de panelen opnieuw. Al die mooie boten liggen nu achter slot en grendel. Die materiële rijkdom, wat moet je er nog mee? Cruijffiaans voordeel: ook geen aanleiding meer voor jaloezie. Toch ?

Als je een woonstee met een vlotje aan openbaar water hebt, dan kun je roeien. Net zo goed als je de openbare weg op kunt met je racefiets. En wat krijg je dan te horen van sommige roeikennissen ? ‘Jij bent niet solidair, jij bent niet loyaal’. Pas dus op dat je je kop nooit te ver boven het Hollandse roei-maaiveld uitsteekt!



Te water!

Door Feike Tibben | 3 mei 2020


Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ’t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.


Zondag. De week begint met een uitstap naar een andere sport: de krachtsport en fitnessbond vraagt hulp bij hun bestuursevaluatie. Mijn ochtend: filmpjes kijken van armworstelen, combatsambo, functional fitness, kettlebell, powerliften en paralympisch bankdrukken. Wat zijn er toch veel bijzondere sporten!

Maandag. Op koningsdag bel ik belangstellenden voor de nieuwe juniorencommissie. Mensen met één gedeelde passie: ‘wij gaan het juniorenroeien groot maken’. Wat een mooie ideeën, snel meer. 

Dinsdag. Helène (secretaris van de roeibond) en ik spreken collega’s van de Federatie Sloeproeien Nederland. We zijn aan het kijken hoe we als roeiende bonden kunnen samenwerken. Natuurlijk wordt de actuele situatie gedeeld. Ik prijs me gelukkig dat we in onze roeisport ook skiffs hebben. De collega’s hebben alleen meermansboten en kunnen nog niet het water op. Bellen met de voorzitters van Phocas en De Waal. Beide verenigingen hebben een acuut huisvestingsvraagstuk maar een verschillend belang. Hoe help je als bond de ene vereniging zonder dat de andere club daarvan hinder ondervindt.
Gelijk daarna door in de zoom-bijeenkomst met verenigingen over het nieuwe roeiprotocol. Ondertussen goed bericht uit Drenthe: nadat eerst vandaag de gemeenten een voorbehoud leken te maken voor de watersport mag ook daar de jeugd morgen het water op. Mooi zo: beter ten halve gekeerd… In Nijmegen denkt de gemeente daar helaas anders over: ‘openbaar water is geen sportaccommodatie’: grrr, wat is dat toch daar?

Woensdag. Samen met de commissie infrastructuur werken aan het handboek accommodaties. Niet iets wat de gemiddelde roeier op z’n nachtkastje heeft liggen, maar oh zo fijn om te hebben als je een vereniging bouwt of verbouwt – en dat gebeurt best wel vaak, toch: LAGA, DDP, Pelargos, De Laak, …? Avondje met vragenlijsten en excelbladen over onder andere ledenaantallen, stellinglengte en vierkantemeters douchegelegenheid.

Donderdag en vrijdag strómen goede berichten binnen van verenigingen met blije gezichten van junioren die weer het water op mogen. Wat een feest: we kunnen te water! De Roeibond weet die vrolijkerds in een filmpje te vangen. Checken.

Zaterdag. Geen roeien vandaag, maar met Obbe achterstallige winterklus gedaan: paar karvrachten oude tegels afvoeren. ‘Hé boy, zin in een full body workout?’ werkt nog steeds :-).

Foto Feike Tibben