In je eentje samen sporten

Door Feike Tibben | 31 juli 2020

Roeien is een sport waarbij een roeiboot met behulp van roeiriem vooruit gestuwd wordt. De roeiers kijken tegengesteld aan de vaarrichting. De boot levert het draaipunt voor de roeiriem’, stelt Wikipedia als definitie. Kortom: achterstevoren en met een draaipunt aan de boot, dat is essentie van de roeisport.
Maar terwijl de discussie speelt of het écht roeien niet vooral 2k in een acht, een tweezonder of skiff is (marathon-, coastal, oceaan- en sloeproeien zijn in mijn ogen allemaal volle broers en zussen, neven en nichten zo u wilt, van onze familie Achterstevoren-En-Met-Een-Hefboom) speelt zich nog wat anders af. Want voor wie goed kijkt ziet dat er in de sport- en ook in de roeiwereld meer aan de hand is dan alleen die nieuwe sportvormen. Er ontstaan ook allerlei nieuwe samensport-vormen. De belangrijkste aanbieder van de roeisport zijn de 122 roeiverenigingen in Nederland. Dat is het hart van de sport. Dit coronajaar is een zwaar jaar voor alle sport, maar in algemene zin kunnen we stellen dat het goed gaat met onze verenigingen: ze groeien in aantal en in omvang. Voorzover verenigingen voor uitdagingen staan is het: hoe houden we leden vast, hoe accommoderen we instroom en hoe zorgen we dat al die sporters in ons gebouw en de vloot passen. Er staat geen roeivereniging op omvallen, dat is bij andere sporten wel anders.

Naast die verenigingen ontstaan nieuwe vormen: de roeischool, de zelfsporter, de vriendengroep, de boat-share community. Commerciële roeischolen als TopRow spreken een steeds groter wordende groep sporters aan en op steeds meer plekken. Mensen die gewoon lekker willen sporten, misschien zelf maar tijdelijk (‘ik doe een roeicursus’), en zich niet willen binden aan de verplichtingen van een groep of van een club, maar wel willen genieten van samen sporten.

En dan hebben we de zelfsporter, degene die op zolder een ergometer heeft staan en zich daar op uitleeft. Die wil nog minder verplichtingen maar sporten op een manier en een tijdstip dat hem/haar uitkomt. Als we de leveranciers van coastal boten mogen geloven is er de afgelopen maanden een nieuwe groep zelfsporters opgestaan, namelijk mensen die een eigen coastal skiff hebben gekocht en zichzelf, zonder vereniging of instructeur, de roeisport eigen maken. Die willen niet de ellende van jarenlang oefenen, die pakken een iets stabielere boot, kijken een filmpje, en leren zichzelf.

Dan hebben we de vriendengroep. In de atletiek kent men het fenomeen ‘loopgroep’: mensen die regelmatig met elkaar afspreken om een eind te gaan rennen (niet zelden met prozaïsche namen als gRunn!, Droméas, ‘03’ of de Zandloper). Geen klassieke atletiekvereniging met een tartanbaan, kogelbak en discusring, maar gewoon lichtvoetig met gelijkgestemden elke week bij een café of parkeerplaats afspreken en van daar gaan rennen. In andere sporten als de voetballerij zie je ook zulke vriendenteams, geen vereniging, geen faciliteiten of ambitie behalve gewoon lekker sporten. In de roeisport zien we voorzichtige bewegingen deze kant op: Op Roei.nu lazen over de roei-nomaden aan de Rotte en op de Vecht en ook rond Coevorden roeit een groepje. Deze groepen hebben nog geen naam en presenteren zich nog niet als collectief, maar interessant genoeg om eens te volgen.

En dan is er nog het fenomeen boat-share community. Een andere naam kon ik er niet voor bedenken, want zo zie ik Dutch Coastal Rowing. Als je lid wordt van DCR heb je geen clubhuis of eigen water en ook geen roeivereniging in de klassieke zin. De DCR-boten liggen in Harlingen en Alphen aan den Rijn en varen vooral op zee. Via een soort hotelreserveringssysteem kun je de boot reserveren. Veel meer dan in het clubhuis of de soos delen zij hun passie, het open water, via activiteiten en social media.

Hoe moeten we die ontwikkelingen nu zien? Zijn dit bedreiging voor verenigingen? Gooien we met deze ontwikkelingen uiteindelijk de roeisport of de verenigingssport te grabbel?

Als vakantielectuur lever ik de komende weken een paar beschouwingen over vitale verenigingen.

Wordt vervolgd

Regel 1 bij Dutch Coastal Rowing: reddingsvesten aan

Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ‘t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.

Lees alle bijdragen van Feike hier.



OProeien toen ~ 1

Door Jan Op | 30 juli 2020

Ik, Jan Op den Velde, roeide toen ongekend lang, vijf jaren, voor Laga in de periode 1950-1954. De omstandigheden uit die jaren schets ik graag. De vergelijking tussen toen en nu zal, naar ik hoop, voor hetgeen nu in de roeiwereld geboden wordt (nog meer) waardering oogsten.

De wereld na de Tweede Wereldoorlog

Omdat de moffen onderwijs en studie tijdens de oorlog hebben lamgelegd en dreigen de bezittingen van onder andere (studenten)roeiverenigingen, in beslag te nemen, worden de boten elders verstopt. Dat is natuurlijk niet eenvoudig. Hoe krijg je een acht ongezien naar een daarvoor geschikte plek? Zulke ondernemingen moeten in de nacht plaats vinden, tijdens “Sperrzeit” (niemand mag ’s avonds en ’s nachts buitenshuis zijn. Daarop controleren moffenpatrouilles scherp).

Tijdens de oorlog bestaat al een distributiestelsel. Toen we bevrijd zijn is er gebrek aan vrijwel alles. Voedsel, kleding, brandstof, bouwmaterialen en meer. Vrijwel alles is alleen via distributiebonnen te verkrijgen. Zelfs kinderen zoals ik krijgen een distributiekaart. Natuurlijk wordt dit systeem langzaam afgebouwd. Maar als ik in 1949 in Delft aankom met de (door een familielid ingefluisterde) verplichting om corpslid te worden en te gaan roeien, zijn boter en vlees nog steeds “op de bon”. Als je je in het corps hebt ingevochten, moeten deze bonnen worden ingeleverd. Voor de maaltijden op de sociëteit zijn deze bonnen hard nodig.

Het plaatje is de “stamkaart”. De bonnen zijn een aanhangsel. Die knipte men er per stuk af wanneer nodig om deze bij aankoop in te ruilen [als er nog iets was].

Delft

Na met succes de groentijd te hebben overleefd is het tijd om je eventueel bij één of zelfs meer onder-verenigingen te melden. “Toneel”, “Apollo”, “Odin” en “Voetbal” en veel meer trekken mij niet aan. Ik moet mij op dringend advies bij “Laga” melden. Later blijkt dat een keuze te zijn die mij in de hoogste regionen van het roeien brengt. Een paar lekkere halen en je bent verkocht. Het Roei-virus is onuitroeibaar.

Wel eerst invechten bij Laga. Op de eerste dag staat de “raceroeierskamer” vol met kandidaten. Eerst wordt iedereen gewogen. Vervolgens worden vier kandidaten geplaatst bij een “coach”, Veelal een ouderejaars roeier die vaak zelf weinig van roeien heeft opgestoken maar even helpt om de aanwas de eerste beginselen van het roeien bij te brengen. Zoals o.a. het in- en uitstappen. En te beoordelen of “het nog wat kan worden”.

Wordt vervolgd


Jan Op den Velde (89) roeit bij Tromp. Niet meer in de boot, maar wel nog op de koffie met zijn ploeg. Hij roeide als student in Delft en in 1952 op de Olympische Spelen in Helsinki. Na zijn studie Civiele Techniek hield het roeien op tot hij in 1965 een ploeg coachte en met hen in de boot stapte om de Head te varen. Zo kwam hij terug in de roeiwereld en vervulde functies bij de Roeibond, in commissies, als kamprechter en wedstrijdleider.

Lees alle bijdragen van Jan Op den Velde hier.



Homebound

Door Marieke Bal, British Rowing | 28 juli 2020

Vanaf 1 augustus mogen in Engeland tweezonders en dubbeltweetjes het water weer op. Twee weken later de vieren en eind augustus de achten. Eindelijk! Wedstrijden liggen helaas nog niet in het vooruitzicht maar hopelijk kunnen er in het najaar toch een aantal plaatsvinden. Dit is erg belangrijk om te zorgen dat leden hun (RACE) lidmaatschap vernieuwen. Helaas ben ik al vertrokken uit Engeland voordat de restricties op het gebruik van sportscholen en meermansboten ingaat. Na meer dan zes maanden is het eindelijk tijd om naar ‘huis’ te gaan.

Ik woon al 7 jaar in Engeland dus ik krijg misschien iets vaker dan gemiddeld de vraag wat ik nu bedoel met thuis. Als student was Tilburg thuis. Met de logica dat waar je het meest was, ‘thuis’ zou zijn. Ik kon na de middelbare school niet wachten om te gaan studeren en vooral om op kamers te gaan, Zeeland uit! Ik vond het stoer om te zeggen dat Tilburg thuis was en bouwde daar een heerlijk leven op. In Shanghai en Sydney was ‘Nederland’ thuis. Ik miste sommige Nederlandse tradities, het eten en mijn vrienden en familie. Toch merkte ik na ongeveer een maand dat die plekken ook weer een thuis waren voor mij. Nu is West-London thuis. Ik breng daar de meeste tijd door. Ik ken alle koffietentjes, mijn werk zit daar en mijn roeivereniging.

Nu vragen mijn Engelse vrienden ‘Are you going home-home?’ en in Nederland krijg ik soms de vraag wanneer ik weer naar huis-huis kom. Heerlijk dat je zo met taal kan spelen en een keer duidelijk wordt wat je bedoelt. Home-home zal namelijk altijd Goes in Zeeland blijven. Waar ik ook ben. Met de jaren ben ik de stilte en uitgestrekte velden zelfs gaan waarderen. Vorige zomer op vakantie in Cornwall werd ik verliefd op dit stukje van Engeland met de kustlijn, velden en rust. Stiekem was ik gewoon in het Zeeland van Engeland (maar met heuvels). Ik ging daar op vakantie ook sloeproeien met prachtig uitzicht op St. Michael’s Mount. Iets wat ik donderdag hier hoop te doen met Kees Verweel en zijn ploeg op het Veerse Meer. Waar ik ook ben, er moet geroeid worden!

St Michael’s Mount, bij Penzance, Cornwall

Marieke Bal is Head of Membership bij de Britse Roeibond. Ze kwam in 2005 voor het eerst in aanraking met roeien toen ze lid werd van Tilburgse Studenten Roeivereniging Vidar en is sinds 2014 in een boot te vinden op de Thames in London. Momenteel maakt ze deel uit van de damessectie bij Tideway Scullers School. Lees alle bijdragen van Marieke Bal hier.



Trekkers. Trackers.

Of hoe een gesprek kan ontsporen…

Door Feike Tibben | 24 juli 2020

Afgelopen week had ik een gesprek waarbij het onderwerp kwam op de inzet van trekkers bij de roeisport. ‘Ik snap werkelijk niet wat trekkers nu voor meerwaarde kunnen bieden’, klonk aan de andere kant van de lijn, ‘dat hebben we toch niet nodig, dat is onze doelgroep niet en bovendien te lomp, te groot en te langzaam. Ik vind het ook niet passen in de stad. Geloof me daar krijgen we alleen maar gedoe van…etc.’.

En terwijl ik stevig van leer trok om hem te overtuigen besefte ik hoe we langs elkaar heen praatten.
Mijn gesprekspartner, wonend buiten de bebouwde kom en duidelijk met de actuele opwinding in de agrarische wereld in zijn hoofd, zag bij het woord trekkers ronkende tractoren en ander groot materieel bezwaailicht en wel demonstratief toeterend onze achten begeleiden langs de Amstel of Bosbaan, (wel een mooi beeld overigens!), een stevig oproer veroorzakend.

Nee, die trekkers bedoelde ik niet. Dat soort tractoren hoort toch meer bij schaatsen (dat blijft toch knap hoe onze collega’s zorgvuldig het beeld cultiveren van polderjongens en -meisjes die zo vanachter de koeien het ijs opstappen, de wereld aan gort schaatsen en dan stoïcijns op het eigen erf doorgaan met waar ze gebleven waren.) Die trekkers dus niet.

‘Ik bedoel trackers van track & trace’, antwoordde ik toen me de misvatting langzaam duidelijk werd. ‘Na de zomer gaan we bij een paar coastalwedstrijden testen wat de meerwaarde kan zijn van trackers, een simpel kastje in iedere boot dat aangeeft wat de positie is.’ Een zucht van verlichting klonk. Bij coastalwedstrijden op open water is het lastig de wedstrijd mee te maken. De boten worden al gauw stipjes en zelfs met verrekijkers wordt het vanaf de kant soms gokken wie zich waar bevindt in het veld. Net als bij zeilen is het een uitdaging om het walpubliek te laten meebeleven met de spanning op het water.

Onze sloeproeicollega’s hebben een mooi en betrouwbaar trackingsysteem ontwikkeld: sloepvolgen.nl waarbij ze de posities van boten continu in beeld hebben. Goed voor de veiligheid, handig voor de jury, maar vooral aantrekkelijk voor publiek. Dankzij goede contacten met hen gaan we dit voor het coastal roeien testen. Het eerste weekend in september in Rotterdam nog met een basic pakket, later in Muiden hopelijk ook gekoppeld aan camera’s, beeldschermen op de wal en misschien zelfs de gelegenheid om de wedstrijd coronaproof live te volgen vanuit je luie stoel thuis.

Ik droom weg. Hoe gaaf zou het zijn als je als kijker nog dichter op de roeiers kunt komen, dat je via camera’s aan boord de echte inspanning van iedere roeier ziet, dat je door meetgegevens nog nauwkeuriger ziet hoeveel vermogen wordt geleverd, leest hoe hoog de hartslagen zijn en hoe de actuele bootsnelheid is. Dat je op het puntje van je stoel, met elkaar in de clinch gaat liggen wie gaat winnen: ‘A want die gaat sneller’, ‘nee joh, B, want er moeten nog twee bochten en hun stuurman heeft meer bootgevoel’. Dat je terwijl je live kijkt, terwijl de wedstrijd aan de gang is, al virtuele klassementen kunt zien. Dat je…  afijn jullie snappen: ik zie kansen.

Ergens in Nederland wordt nu een groepje bêta-studenten wakker en gaat die droom waarmaken. Let maar op. Die sloepvolger zou wel eens een echte trekker kunnen worden.


Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ‘t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.

Lees alle bijdragen van Feike hier.



Spierpijn en blaren

Door Kees Verweel | 19 juli 2020

Net terug van een heerlijke training sloeproeien! Inmiddels mijn tweede training, en vandaag bijna tien kilometer aan de riemen gehangen. Wat hebben we dit toch gemist de afgelopen maanden, en wat is het weer lekker om met je team over het water te vliegen! Ik voel weer de spieren waarvan ik niet meer wist dat ik ze had, en ik heb weer ouderwets blaren omdat mijn handen te lang geen eelt gekweekt hebben. Heerlijk!

Vanochtend bespraken we ook eventuele deelname aan één of enkele races dit jaar. De ZwarteWaterRace en Grachtenrace Amsterdam berichtten afgelopen week dat deze races doorgaan. Uiteraard onder voorbehoud, en sowieso met aangepaste programma’s. We zouden eind augustus ook eventueel de Slag om Gent kunnen gaan roeien, vlak bij huis voor ons. Komende dagen gaan we bij de leden polsen wie wedstrijden wil roeien, zodat we – desnoods met een mixteam – nog wat wedstrijden mee kunnen pakken dit jaar. Voor de nieuwe leden is het ook goed om wedstrijdervaring op te doen, want dat is toch even anders roeien dan tijdens de trainingen.

Tegelijk hoop ik oprecht dat de wedstrijden ook door zullen gaan. Want ik lees de afgelopen dagen helaas dat in de landen om ons heen het aantal coronavirusbesmettingen weer toeneemt. In België tussen 9 en 15 juli een groei van maar liefst 61 procent. Men vreest daar voor een tweede golf. Ook in Frankrijk leeft het virus weer op, en het aantal besmettingen in Nederland is inmiddels weer op het niveau van een maand geleden, waarbij ons Zeeuwse Goes helaas ook het nieuws haalde vanwege een opleving van besmettingen. De ‘rode zones’ nemen weer snel toe in Europa.

Zeeland is nu overladen met toeristen uit eigen land, maar ook uit België en Duitsland, die blij zijn dat hier (nog) geen mondkapjesplicht is. Dus wat mij betreft is het niet de vraag of, maar wanneer ook wij weer te maken krijgen met aangescherpte maatregelen. Dus we moeten de komende weken maar zoveel mogelijk trainen, want het zou zomaar kunnen dat we straks weer tegen de kant moeten voor onbepaalde tijd…


Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen. Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien.

Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.



Back in a boat

Door Marieke Bal, British Rowing | 14 juli 2020

De British Rowing Virtual Championships worden in een snel tempo opgevolgd door de lancering van een maandelijks en jaarlijks indoorroeilidmaatschap. De hoeveelheid bezoekers aan de indoorpagina op de British Rowing website en de de views voor Go Row Indoor workout videos geven aan dat er interesse is in een indoorlidmaatschap en ik vond zelf ook dat dit miste in ons aanbod.

De lancering van het lidmaatschap liep samen met de introductie van British Rowing Plus. Nadat we eerder dit jaar door budgetbeslissingen noodgedwongen ons printtijdschrift Rowing & Regatta stop moesten zetten hebben we nu een plek gevonden om roeiartikelen te delen. Met deze nieuwe website kunnen we beter inspelen op nieuws uit de roeiwereld en we werken samen met auteurs die voorheen voor het tijdschrift schreven. British Rowing Plus is alleen toegankelijk voor leden van British Rowing (excl. Scottish & Overseas) maar voor £3 per maand heb je al een Indoor Monthly lidmaatschap en onbeperkt toegang tot alle artikelen. Op British Rowing Plus zijn ook de indoor trainingsschema’s en adviezen beschikbaar voor beginners tot meer gevorderde indoorroeiers. Vandaar dat de twee ‘producten’ aan elkaar verbonden zijn.

Na vele late avonden is er deze week eindelijk weer rust in de tent. De website en indoorlidmaatschappen lopen goed en zo ligt de focus nu weer bij het coronanieuws. Teamsporten mogen vanaf 25 juli weer beginnen maar elke sport moet een eigen voorstel schrijven en laten goedkeuren door de overheid. Wij zetten in op crewboats (meermansboten) en hopen zo langzaamaan weer naar een terugkeer van roeien zoals we onze mooie sport kennen. Ik ben zelf een zeer onervaren skiffeuse en heb sinds februari al niet meer in een boot gezeten.

Gelukkig kwam daar afgelopen zondag verandering in want vrienden hebben een opblaaskajak en vroegen of we dat ook eens wilden proberen. We hebben heerlijk gepeddeld in de zon op de vertrouwde rivier. Snel gaat het niet. Het is veel langzamer dan een roeiboot maar bijkomend voordeel is dat je meer tijd hebt om rond te kijken en een beetje te kletsen. Het competitieve zit er toch sterk in want elke keer als we een andere kajak zagen probeerde we die in te halen. Klapje op en gaan!


Marieke Bal is Head of Membership bij de Britse Roeibond. Ze kwam in 2005 voor het eerst in aanraking met roeien toen ze lid werd van Tilburgse Studenten Roeivereniging Vidar en is sinds 2014 in een boot te vinden op de Thames in London. Momenteel maakt ze deel uit van de damessectie bij Tideway Scullers School.

Lees alle bijdragen van Marieke Bal hier.



Eindelijk!

Door Kees Verweel | 11 juli 2020

Afgelopen woensdag was eindelijk de 1e training na een maandenlange coronapauze! Vol verwachting lieten we de sloep te water, en weer een beetje onwennig zochten we ons plekje in de wankele sloep. Hoe stond de voetensteun ook alweer ingesteld? Onze stuurman is momenteel op vakantie, dus heb ik gestuurd deze avond. Wat een prachtig gezicht, 6 sloeproei(st)ers die met een hele grote lach op het gezicht genieten van het roeien. Wat een heerlijk gevoel, de riemen die door het water glijden en met iedere slag de sloep krachtig vooruit duwen. En voor het eerst roeien in onze teamshirts! Dit is genieten!
Tegelijk vond ik het ook wel een beetje frustrerend, want als sloeproeier wil ik zelf ook zo graag weer aan die riemen hangen, ik was jaloers op de rest, haha. Maar morgenochtend mag ik dan ook eindelijk weer, en stuurt een van de andere roeiers.
We hebben woensdag met het mix-team onder andere de roeicommando’s geoefend, want bij sloeproeien is de combinatie van stuurman en roeiers cruciaal om de sloep onder bruggen, door sluizen en rondom keerpunten te sturen. De roeiers moeten een heel rijtje commando’s door en door kennen. Ze moeten soms de sloep snel afstoppen, regelmatig moet één boord de riemen laten lopen (zo kan een sloep een smalle sluis of brug passeren), en vlak voor de start en na de finish moet de sloep naar de juiste positie worden gemanoeuvreerd.
De stuur moet er blindelings op vertrouwen dat de roeiers de commando’s goed en tegelijk uitvoeren, andersom moeten de roeiers er blindelings op vertrouwen dat de stuur de commando’s op het juiste moment geeft en goed inschat of er genoeg ruimte is. Als een riem onverwacht een kademuur, boei of andere sloep raakt terwijl de boot op volle snelheid gaat, kun je in één veeg van je doft worden gemaaid, wat naast schade aan je riem ook pijnlijke blauwe plekken op kan leveren. Plus het nodige leedvermaak bij andere teams.
Dus een training is niet alleen kilometers maken met de sloep, maar ook veelvuldig deze commando’s trainen! Zodat de nieuwe leden deze kunnen dromen na een tijdje, en de stuur steeds beter de sloep en zijn team leert kennen. Zodat de bochten steeds strakker gestuurd kunnen worden, er op het goede moment een sloep kan worden ingehaald op smal water, en keerboeien snel en kundig gerond kunnen worden. Deze mix van krachtige slagen en kundig sturen maken het verschil! Komende weken gaan we verder met het verfijnen van onze technieken, gaan we onze roeiconditie weer opbouwen en gaan we vooral genieten!!


Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen.
Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien.

Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.



Mijn schip? Mienskip!

Door Feike Tibben | 10 juli 2020

Nu we langzaam van het voorjaar de zomer in duiken en we het nieuwe normaal, normaal gaan beschouwen, merk ik pas hoe schraal ik deze tijd vind. Eigenlijk had het voorjaar – in het noorden, ver van corona – ook wel iets knussigs. M’n kinderen waren bij mij in huis, we hadden aandacht en tijd voor elkaar, 24/7 een soort communityritme van opstaan, werken, eten, praten met elkaar. Op elkaar aangewezen zijn, beetje cocoonen. En het werk: op afstand. Dagenlang zoomen en teamsen, ook het bestuurswerk voor de bond was digitaal. Soms wel drie vergaderingen op een avond: klik er in, klik er uit, en hup weer in een andere. Vervreemdend ook, aan de ene kant heel close met je dierbaren en aan de andere kant werken in een soort virtuele wereld.. weird.

Nu we weer normaal kunnen roeien valt het abnormale me des te meer op. We reserveren boten, komen aangekleed en wel op de roeivereniging, stappen in, roeien, en gaan daarna weer weg. Focus op de sport. Geen geouwehoer onder de douche, geen nazit aan de bar, of hangen in de hoek..

Wat mis ik dat. En volgens mij ben ik niet de enige. Een roeivereniging is meer dan alleen een plaats om te sporten, ‘dan waren we wel een sportschool’, het is ook een plek waar je elkaar treft, waar je belang aan hecht dat t er is, waar je je voor inzet. Ik betrap me er op dat als je alleen maar roeit en niet elkaar treft, consumentisme op de loer ligt. ‘ze hebben het gras niet gemaaid, mijn boot is niet schoon.’

Voor de vernieuwde ‘Handleiding voor het oprichten van een roeivereniging’ – verschijnt in het najaar – hebben we een aantal oprichters van roeiverenigingen gesproken. Niet degenen die nu aan het roer staan, maar degenen die ooit het vuurtje hebben aangestoken. De durfals die zo maar uit het niets beginnen. Geen boten, geen leden, geen locatie en dan gewoon roepen: ‘Ik begin een sportvereniging’. Dan ben je een held. Vaak beginnen de gesprekken met die starters wat schuchter ‘waarom bel je me’, maar al snel komen herinneringen weer boven en worden ze onstuitbaar enthousiast. Alsof je het vuurtje van toen weer even aanblaast. Wat opvalt bij die pioniers? Het begint dat ze zelf willen sporten op het water. Sommigen komen helemaal niet uit de roeisport, maar het water trekt. Het begint met focus op de sport, de hardware: accommodatie, boten, roeiwater, etc.. Maar wat zie je ook? Al heel snel wordt er gebouwd aan de vereniging, aan de cultuur, het samenzijn, het besef dat je samen verder komt. ‘Koop zo snel mogelijk een koelkast en zet die helemaal vol’, zei één. Zo praktisch kan dat zijn.

Het woord vereniging komt natuurlijk van verenigen. ‘Samenvoegen’, volgens Van Dale. Een vereniging is geen bedrijf of instituut waar je klant bent, maar een gemeenschap van mensen met een gezamenlijk belang. Gemeenschap. In het fries: mienskip. Die mienskip, daar moet je aan werken. Dat is meer dan in een bootje stappen afdrogen en weer weg. Best lastig in deze tijd dus. Misschien vind ik het daarom extra leuk dat bijvoorbeeld Martin Paasman op de faceboekpagina marathonroeien iedere week herinneringen ophaalt aan een marathon die niet doorgaat, de Noordhollandtocht, de 24 uur van de Rotte, de IJsselmondetocht, elke week zijn we er toch een beetje bij. En wat geniet ik ook bijvoorbeeld van Gorinchemse roei-junioren die elke week maar weer in aanstekelijke beelden laten zien hoe ze op het water en met elkaar plezier hebben. Ik hoor van verenigingen met virtuele borrels,van spelletje, uitdagingen. Allemaal zaken om de mienskip actief en levend te houden. Trots ben ik op al die initiatieven die laten zien dat mienskip in de roeiwereld veel meer is dan ‘mijn schip’. Koester dat en hou vol. Roeien doe je samen.


Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ‘t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.

Lees alle bijdragen van FeikeTibben hier.



Doodgaan…

Door Evelien Korving | 6 juli 2020

Het zit me ernstig dwars. Geen wedstrijd, geen stok achter de deur. Waarom nog hard trainen als er niet toegewerkt kan worden naar de apotheose: dé wedstrijd?!

Het zit in mijn bloed: competitie drijft mij tot beter presteren. Niet alleen met sport ook met werk. Met de coronacrisis zijn alle vergaderingen tot MEET/ TEAMS of ZOOM-bijeenkomsten teruggebracht. Heel efficiënt maar minder dynamisch. Mijn zitvlak heeft het wel naar zijn zin. Niet ik! Menselijk contact, interventie, het reageren op elkaars woorden of non-verbale boodschappen; het is allemaal afgevlakt.

“Expressieve types hebben prikkels nodig ” las ik net vanmorgen in de krant. Precies! Dat herken ik. Ik vaar en leef op (nieuwe) prikkels. Bijvoorbeeld: Iemand aan de kant, een coach, een fietser, een hardloper of wie dan ook en ik ga meteen beter en harder roeien. Het zit al in die kleine dingen.

Daarnaast telt ook de intrinsieke motivatie. Een horizon, een doel, dát motiveert. Het toewerken naar iets levert drijfkracht. In dit geval is dat de wedstrijd, de competitie. En daarna het voldane, het heerlijke gevoel, ná een zware training of een wedstrijd. Het gevoel dat je de wereld aankan en je zó de wedstrijd nóg een keer kan varen om die paar seconden die je hebt laten liggen,  nog even goed te maken. Want ja! Je bent nu op stoom geraakt! Je kunt het!

Maar dát gevoel heb ik al een tijd niet meer. En dat zit me ernstig dwars. Het verlangen om weer 30 minuten tempo 31 te draaien… ik kan het me nauwelijks nog voorstellen. En wat te denken van 1000 meter tempo 34… Na 250 meter ben ik nu al uitgeput. En natuurlijk vol excuses: de wind, de golven, troep in het water, een ochtendhumeur, slecht geslapen…? Het komt allemaal voorbij, zo alleen in je skiff.

Ik kan niet wachten tot ik weer in de vier kan stappen en we het met elkaar kunnen doen. Met z’n vieren. En dan doorstampen. Totdat je niet meer kan… en dan tóch nog doorgaan!

Het euforische gevoel erna. Dát is het verlangen naar ‘doodgaan’ en weer opstaan.


Evelien Korving, geboren in 1963, roeit sinds de zomer van 2004. Voorheen waren judo, zwemmen, tennis, basketbal en wielrennen haar sporten. Maar bovenal: alpinisme. Als jong kind namen haar ouders haar mee de Alpen in. Dat leidde in de puberteit tot het volgen van klimcursussen en vanaf haar 18e tot het gidsen van groepen in de Alpen. Aan die klimpassie kwam een ongewild einde door een zware schouderblessure. Na de revalidatie daaraan, vooral door roeien bij RV Rijnland in Voorschoten, werd dit de nieuwe passie. Al in 2007 deed ze mee aan haar eerste FISA-Masters in Zagreb. Ze woont sinds 2015 aan de Hollandse IJssel in Gouda, en ook dáár kan geroeid worden.

Lees alle bijdragen van Evelien Korving hier.



Herstart seizoen 2020

Door Kees Verweel | 4 juli 2020

Sinds woensdag stroomt Facebook en Instagram vol met foto’s van teams van sloeproei(st)ers die met een hele grote smile weer aan de riemen hangen. Terwijl iedereen ervan uitging dat we tot eind augustus niet konden trainen, was er vrij onverwacht groen licht voor sloeproeien. Vele teams staken woensdag gelijk van wal, om na al die maanden geduld weer de blaren op de handen te roeien.
Seizoen 2020 is dan eindelijk alsnog van start gegaan. Ik moet nog heel even geduld hebben. We hadden nog wat klussen aan de Seelandia gepland, en omdat we dachten daar nog maanden de tijd voor te hebben waren de werkzaamheden nog niet uitgevoerd. We willen een elektrische lenspomp inbouwen, en het snelheidslog moet nog worden ingebouwd en aangesloten. Al met al nog wel wat werk, dat nu staat ingepland voor aanstaande maandag. Dan kan de sloep dinsdag weer te water en kunnen ook wij vanaf woensdag eindelijk weer trainen!
Het zal toch vreemd zijn, schouder aan schouder zitten met je mederoeiers, maar ik kijk ernaar uit! We moeten met ons clubje ook na gaan denken over de rest van dit jaar. We zijn een team in opbouw, dus kunnen nog wel enkele leden erbij hebben. Dus de werving die abrupt stopte half maart gaan we weer oppakken.
En dan is er de grote vraag of we nog één of enkele wedstrijden gaan doen dit jaar. Er staan nog 9 wedstrijden op de kalender, en omdat iedereen weer kan trainen kunnen de teams zich in ieder geval conditioneel voldoende voorbereiden. Maar het is afwachten welke wedstrijden echt door zullen gaan. Evenementen organiseren blijft een uitdaging, want zelfs met de verruimingen sinds 1 juli is het de vraag of de gemeente vergunning geeft, en zul je als organisatie er rekening mee moeten houden dat het evenement op het laatst afgelast moet worden door een onverhoopte aanscherping van de maatregelen.
Voorlopig gaan wij eerst maar weer lekker trainen, nieuwe leden werven en houden we de websites van de organisaties goed in de gaten! Eindelijk weer het geluid van de riemen die tegelijk in het water plonzen, de cadans weer zoeken met het team, het luie coronazweet er weer uit roeien!!


Kees Verweel (1963), actief sloeproeier sinds 1980. Woont met Silke aan de Oosterschelde in Kattendijke (Zeeland). Drie volwassen kinderen.
Initiator en beheerder van www.sloeproeien.nl. Bij diverse verenigingen geroeid, eind 2019 medeoprichter van de nieuwe club Sloeproeien Zeeland waar we in de 6-riemer Seelandia roeien.

Lees alle bijdragen van Kees Verweel hier.



Achteruitfietsen op de snelweg

Door Feike Tibben | 3 juli 2020

‘Volle fietspaden met verschillende snelheden. Dat kan niet allemaal naast elkaar.’ Dat was het pleidooi van ANWB-directeur Frits van Bruggen recent in het AD in reactie op het steeds populairdere e-biken. En met een ‘anders vallen er nog meer doden,’ zette hij zijn woorden kracht bij. Nog meer doden? Huh? In ons overvolle land hebben we wandelpaden, fietspaden, woonerven, voetgangerszones, fietsvoorrangswegen, lokale wegen, provinciale wegen, autowegen, snelwegen, waterschapswegen, ruiterpaden, mountainbikepaden, rolstoelpaden… allemaal om de verkeersstromen zo goed mogelijk te uit elkaar te houden. En voor de ANWB is die deling nog steeds niet genoeg om te zorgen voor een veilig verkeer? Kom even bij ons kijken, wielrijdersbond!

Want hoe anders is dat op het water. Los van een enkel stukje water speciaal voor snelvaren, waterskiën of beroepsboten is ons water één grote speeltuin. Geen aparte stroken voor kanoërs, voor sloepen of voor vrachtverkeer. Vooruit, achteruit, gemotoriseerd, ongemotoriseerd, zeilend, suppend of zwemmend, sportief, recreatief en beroeps, het krioelt door elkaar heen. Het idee van goed zeemanschap was misschien ooit een even praktische als romantische manier om vrijheid en verantwoordelijkheid recht en ruimte te geven. Maar dat beroep op goed zeemanschap voelt op een toenemend aantal plekken, zeker in de steden, niet meer als een kundig en verantwoord met elkaar omgaan, maar meer als russisch roulette. De vraag is niet óf je moet uitwijken, bijsturen, inhouden of remmen als je midden in een training met je skiff, dubbel, vier of acht tussen brugspringers, rosésloepers, spookzwemmers, of ‘surfende’ strijkijzers manoeuvreert, maar wannéér.

Om beginnende roeiers veiligheids-alertheid bij te brengen leert Theo van den Broek (Saarrowingcenter) zijn roeiers: ‘roeien is als achteruitfietsen op de snelweg: het is ongemakkelijk, onhandig en het verkeer om je heen is groter en gaat bovendien sneller dan jij. Onthoud dat.’
Dat achteruitfietsen wordt er in onze boten niet altijd gezelliger op. Op veel plekken was het al druk, de afgelopen jaren is het drukker geworden en het wordt nog erger. ‘Een volle boot’, duidt steeds vaker niet op een volledige bemanning maar op een hooswaardig schip. En goed zeemanschap verwordt tot ‘goed scheefvaarschap’ of een chagrijnig ‘goed schreeuwmanschap’. De Volkskrant wijdde afgelopen week een artikel aan de toegenomen drukte. Citaat: ‘Vooral de sloepenmarkt is geëxplodeerd. Laatst was ik nog varen van Amsterdam naar de Kaag. Je kon over de sloepen lopen. Ik kon niet eens meer aanleggen en moest mijn boot voor anker leggen.’ (De man was sloepvaarder) De regionale krant Stentor citeerde eerder een bootverhuurder: ‘Het is het ergst op hete dagen. Dan zijn er veel aso’s, testosteronbommen die onder de brug nog even hard optrekken, zodat het water tegen de onderkant van de brug (!) aan komt”.

En daartussen sporten wij dus…

Wordt ‘t niet tijd dat we op een aantal plaatsen afspraken maken over gebruik van het water, ter bescherming van onze sport én onze eigen veiligheid? Veldsporten zijn heer en meester binnen de lijntjes. Zaalsporten hebben de bescherming van vier muren en een dak, en ook wielrennen en schaatsen hadden al snel na het begin van de sport de eerste afgesloten stukken parcours waar sportmensen veilig konden trainen. Wielrennen en schaatsen zijn ongeveer even groot als wij (beide ca 36.000 leden), maar hebben inmiddels beduidend betere voorzieningen:
schaatsen: 30 ijshallen en 90 skeelerbanen
fietsen: 75 wegparcoursen, 5 wielerbanen, 67 veldritbanen, 223 mountainbikevoorzieningen en 49 BMX-banen.
Allemaal afgesloten, veilige parcoursen.

En wij? Wij sporten op 5 roeibanen… als we tenminste ruim rekenen (zie vorige week). En wie daar niet roeit, fietst dus week in week uit achteruit op de snelweg… je zou je handen voor je ogen doen.


Feike Tibben is bestuurslid van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond, met als portefeuille sportontwikkeling. Zit in z’n derde sportleven, na atletiek en wielrennen. Roeide eerst bij Hemus in Amersfoort, nu bij ‘t Diep in Steenwijk. Praat meer over sport dan dat ie zelf op het water is.

Lees alle bijdragen van FeikeTibben hier.